Het blijft hier in ziekenhuissfeer. Rond 11 uur ’s morgens
gaat de telefoon. Volwassen pleegzoon aan de lijn. Ja, hoi, ja ….eh… ben je
thuis?
Ik schrik. Dit klopt niet. Hij werkt altijd en belt nooit voor 5 uur ’s
middags. Allerlei gedachten schieten door mijn hoofd.
Hij zit alleen in zijn huis. Heeft zijn sleutelbeen gebroken
en ik hoor lichte paniek in zijn stem. Het steekt er gewoon uit en als het
verkleurd moet ik direct terugkomen. Ben jij thuis?
Ja, ik ben altijd thuis. Kom je? Zal ik je halen? Nee, hij
rijdt zelf. Dat kan makkelijk en hij komt er nu aan.
En zo zit ik na jaren weer met hem aan tafel voor het
middageten. Het is vreemd vertrouwd. Alsof hij vorige week pas wegging en niet
zes jaar geleden.
We eten ons brood en praten. Hij is dezelfde rustige, lieve
jongen en in de loop van de middag en avond verbaast het me hoe hij zich weer
voegt in ons gezin.
De kinderen zijn erg blij hem te zien. En hij weet ze alle
vijf op niveau aandacht te geven. Op zijn eigen rustige manier. Ze hangen rond
hem heen, vechten om naast hem te zitten bij het eten.
Halverwege de maaltijd wil Pablo van 6 een belangrijke
mededeling doen. Hij krijgt iedereen stil. Kijkt met vochtige hondenogen de
grote gast aan en deelt plechtig mee dat hij vanavond uit zijn
lievelingsschaaltje de vla mag eten. Wat een eer!
’s Avonds wordt er gevoetbald, gedamd, stratego gespeeld,
telefoons bewonderd, herinneringen opgehaald. Als ze naar bed gaan, stellen ze
voor dat hij blijft slapen. Iedereen wil wel zijn bed afstaan. Dat is niet
nodig, hij gaat zo weer naar zijn eigen huis. O ja, nou kom je dan de hele week
eten? Zolang als je je arm niet kan gebruiken?
Ze smeken en onderhandelen en hij glimlacht erom en geniet
er toch wel van dat ze hem zo waarderen. Met de oudste twee was hij hier kind,
de anderen kwamen toen hij al lang op zichzelf woonde. Hij komt regelmatig even
langs. Maar altijd ’s avonds en vaak als ze al slapen.
’s Nachts roept Sam. Als ik bij hem ben, is het eerste
wat hij vraagt: ‘Is HIJ er nog?’ Na mijn nee, een diepe zucht. ‘Komt hij dan
morgen?’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten