Zaterdagmiddag was het plan om met de twee oudste jongens naar de stad te gaan. Nu is naar de stad gaan een hele onderneming. Vooral voor deze jongens.
De oudste is het zo snel ontzettend beu en laat dat zo duidelijk
mogelijk merken. De ander vindt de stad erg leuk en zou wel in iedere winkel
willen kijken. Hij ziet ook overal ontzettend noodzakelijke dingen en aangezien
hij echt sparen kan, heeft hij altijd de mogelijkheid om te overwegen of hij
zal kopen. De oudste heeft daar geen last van. Maakt niet uit welk bedrag je
hem geeft, ’s avonds is het op. Hij heeft dus ook geen prikkels voor de dagen
dat er geen geld is.
De kunst van het winkelen met deze jongens is dat de
frustratiegrens niet wordt overschreden. Ondertussen hebben we met elkaar
jarenlange ervaring. Het zou dus makkelijk moeten zijn, maar dat is het niet.
Aan de voorbereiding ligt het niet. Ik maak een lijstje wat ik voor wie koop.
In de loop van de week laat ik het zien en informeer of ze zelf ideeën hebben.
Ja, de een heeft sokken nodig en de ander onderbroeken en een nieuwe riem. Dat
is inderdaad zo. Heel slim van ze om dat gelijk te noemen! Vervolgens vraag ik
in welke winkel ze willen kijken voor welk kledingstuk. En tenslotte geef ik aan
hoeveel ik ongeveer wil uitgeven aan de schoenen, sokken, voetbalschoenen,
broeken, riem en noem maar op.
Omdat we volgende week een jarige hebben,
schrijf ik er nog een paar winkels en boodschappen bij. We gaan dus goed op
pad.
Gelukkig giet het van de regen. Dat scheelt een hoop mensen en tijd. We
vorderen vlot. Ik heb oogkleppen op en laat me niet verleiden om even tussen
andere maten te snuffelen voor de andere kinderen. Dat geeft geheid gedoe.
Net
als ik mezelf een schouderklopje wil geven voor deze goedlopende expeditie,
gaat het mis. Op de sportafdeling zoekt Rachid passende voetbalschoenen. Dat
lukt niet direct en Yan loopt wat rond. En die lege tijd is precies de nekslag
voor Yan. Hij krijgt weer veel te veel prikkels.
En jawel hoor, ik hoor een
hoop gestuiter en daar komt hij met een bal. En deze neem ik. Ik kijk verbaasd.
Staat niet op het briefje, zeg ik. Maar hij is niet voor rede vatbaar. Op
venijnige toon sist hij me allerlei lelijke dingen toe. Hij loopt steeds verder
van me af en gaat steeds harder praten. Ik doe of ik niets hoor. andere mensen laten
duidelijk merken dat ze alles horen. Grrrrr… Daar gaan we weer. Het is nu even
doorbijten. Rachid hoeft niet te lijden onder het dwangmatige gedrag van Yan. Ik voel me stevig
opgelaten.
Schoenen zijn gevonden gelukkig en we kunnen naar beneden.
Yan is
nergens te bekennen. Ook niet als we in de rij van de kassa staan. Ik houd de
trap in de gaten, maar zie niets.
Opeens zie ik twee kraalogen boven een
stelling uitkomen. Ik blijf neutraal staren en zie de kraalogen vervolgens
steeds uit een andere hoek opduiken.
Rachid wil Yan gaan halen boven. Ik zeg
dat we gewoon afrekenen en verder gaan. En sis zachtjes dat hij allang in de
buurt is.
Kon ik boven wel door de grond zakken van schaamte en ergernis, nu
zie ik er de humor wel van in. Wat een rare snijboon is het toch.
We maken ons
rondje stad snel af. Yan loopt weer naast me of er niets aan de hand is.
Terug
in de auto vraagt hij of het al middag is. Het is inmiddels vier uur. Dat
gelooft hij niet. Hij heeft alleen nog maar vanmorgen gegeten. Hij kijkt oprecht
verbaasd, eigenlijk verdwaasd. Ach, arme ziel, voor hem is een rondje stad een
veel te grote hobbel om die normaal te nemen. Ik vergeet zijn rare gedoe. En
hij is het ook vergeten.
Thuis vertelt hij enthousiast over de stad. Als je
niet beter weet, zou je zo met hem gaan winkelen! Maar ik niet, we zijn
weer even klaar met de stad.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten