zaterdag 4 november 2017

weg

Pablo is weg. Na weken wachten en wachten en grenzen verleggen en rekken was er opeens op maandag een plek ergens. Dinsdag moest hij gelijk komen. Dus halsoverkop spullen gepakt en kind ingelicht. 
Er was inmiddels een peloton hulpverleners en mensen die er zicht op denken te hebben rond Pablo verzameld. Dat was erg lastig. Dat wij uiteindelijk de opvoeders waren, leek sommigen te ontgaan. De afspraken werden gezellig over ons hoofd heen gemaakt en Pablo boodschapte het een en ander. Dat werkte niet. Zeker omdat ons hoofd al helemaal overliep van zorgen rond Pablo. 

Het peloton was verdeeld over de manier van overplaatsen. En in de verdeeldheid hoor je dan weer net wat meer dan ervoor, maar in het belang van Pablo en van de andere kinderen van ons gezin, hebben we de opdracht uitgevoerd. 

Dat het een rotdag was, mag duidelijk zijn. Pablo klemde zich aan ons vast en was in paniek. Hij wist niets. Dat hij al maanden wachtte, wist hij wel, maar of dat helemaal landt in het hoofd van een tienjarige is maar zeer de vraag. 

Ik ben gaan werken met een enorme kater en had gelukkig een klas die me heeel goed bij de les hield.. Man heeft hem uitgezwaaid. De volgende dag hebben we een kaart gestuurd, zoals beloofd. En nu is hij bijna twee weken weg en hebben we nog niets gehoord. 

Eigenlijk weten we wel zeker dat onthechte Pablo nu helemaal thuis is in het gezinshuis waar hij is geplaatst. Hij zal zich gedragen als een lieve, vrolijke, spontane jongen. Dat houdt hij best even vol. En dat is zo triest, want dat is niet gewoon leven maar overleven en dat is nu juist wat hij te vaak moest doen. Ons is hij vast al bijna vergeten. Zo ging het met al zijn gezinnen. Maar wij hadden zo graag het verschil gemaakt. En dat is niet gelukt. 

Het voelt dubbel. Pablo was hier drie en half jaar. Het laatste jaar was heel zwaar, maar ook met goede momenten. Dat voelt als rouw. Hij hoorde er als middelste kind echt helemaal bij. 
De andere kant is dat het lijkt of er wel vijf kinderen weg zijn in plaats van een. Dat voelt als opluchting. En daar voel je je dan weer schuldig over. 
Sam bloeit helemaal op. Hij begon aardig grenzeloos te worden met als constante aanjager Pablo. Nu deze weg is, is Sam weer gewoon een normaal druk jongetje. 
Daarom hebben we geen spijt over de beslissing. Maar pijn doet het wel om te zien hoe kinderen van tien door het leven moeten. De nieuwe plek is namelijk ook tijdelijk. En eigenlijk schreeuwt hij om intensieve behandeling, maar de wachtlijsten schijnen enorm.  

Ik kreeg er geen verhaaltjes uit even. Niet om de drukte op school of zo, maar om de zwarte kant van pleegzorg die er de laatste weken te veel was. Nu is er weer ruimte aan het komen en gaan we verder. Vol goede moed, want nog vier kinderen die dat verdienen.

vrijdag 3 november 2017

week van de pleegzorg

Ik kreeg een kind te leen en wilde ervoor zorgen. Maar het kind
smeet met bestek, met gore woorden. Het had geen lichaam
dat aan armen was gewend. Ik smeerde brood dat het
niet wilde eten, het huilde ’s nachts.


Ik kreeg een kind te leen. Het was nog niets vergeten. Soms schoot
een visje van een glimlach langs, een flard bestaan dat het
nooit had gekend. Niet echt. Het raakte voorzichtig
gewend, groeide in mijn vreemde kamers.
Zong een liedje. Liep niet weg. 


Ik kreeg een kind te leen en wilde ervoor zorgen. Soms mocht ik
kusjes geven als het pijn had. Meestal niet. Dan zweeg het lang,
alsof het weg was. Soms vroeg het kind waar het zou blijven.
Het schopte ergens tegen, gooide glazen in
of maakte speelgoed stuk. 


Ik kreeg een kind te leen. Het zou me zoveel geven
dat ik bijna omviel. En ik noemde dat: geluk.


Ester Naomi Perquin, Dichter des Vaderlands