woensdag 31 december 2014

oudjaar

Afgelopen week vol goede voornemens, maar toch geen rustig moment voor de computer. Niet dat er niets gebeurt. Het heeft alleen geen kans om te zakken en het op afstand nog eens te herkauwen. 

Deze weken heerlijk vakantie. Niets op tijd en geen gejaag. Wel beetje kwakkelende kinderen en veel binnen zitten. Gelukkig lijkt het de goede kant op te gaan.

Gisteren heen en weer naar verre zus en zwager in het noorden. Zo'n 700 km op 1 dag om een prachtig, nieuw neefje te bewonderen. De oudste drie wilden heel graag mee. Heb geprobeerd te ontmoedigen, maar dat ging er niet in. 

Dus vroeg in de auto en 's avonds pas terug. Ook naar de stad geweest. Groningen is een prachtige stad. Zeker voor ons. Wij wonen in zo'n afgelegen dorpje dat het een hele ervaring is om in een drukke stad rond te kijken. 

De autorit ging goed. Veel gesprekken waren er. Nieuwe dingen weer gehoord. En ook gemerkt dat ze duidelijk ouder worden. Rachid vond dat we het vaker moesten doen, zo'n hele dag weg met zijn vieren. 

De thuisblijvers gingen naar de MacDonald. Pleegvader heeft genoten met de twee jongsten. Zo heeft iedereen een leuke dag gehad!

En nu is 2014 ongeveer voorbij. Het was een enerverend jaar. Niet dat ik dat helemaal doorheb. De laatste maanden zijn opvallend kalm en rustig geweest. 

Toch zijn er dit jaar drie nieuwe kinderen gekomen en hebben we er ook van drie afscheid genomen. 
De eerste was een jongen van 4. Drie maanden woonde hij hier. Toen ging hij weer bij zijn moeder wonen. 
De tweede was Pablo. Hij is voor 'altijd' gekomen. Hij woont hier acht maanden en we gaan vol goede moed met hem het nieuwe jaar in. Hij is in heel snelle tijd onderdeel geworden van dit gezin. Bijzonder voor iemand die zo vaak verhuisd is in korte tijd! 
De derde was een 16-jarige. Ze kwam een week in de vakantie. Het was crisis in het vorige pleeggezin en ook bij ons was ze niet in te voegen. 
Gelukkig konden we haar met zijn allen uitzwaaien na een dramatische week. We konden haar meegeven dat het niet aan haar lag, maar dat we ook niets voor haar konden betekenen. Inmiddels woont ze in een zelfstandig woontraject. Een zwaar beschadigd meisje is het. 
En naast de twee korte plaatsingen namen we ook afscheid van een 19-jarige. Drie jaar woonde ze bij ons. Nu woont ze zelfstandig en ze doet het super! 

Dus een hoop beweging dit jaar. We zien uit naar het nieuwe jaar. Toch weer vol plannen en ideeën en vooral hopend op zegen voor onze vijf kinderen!

Of zoals een bekende Engelse tekst:

I said to the man who stood at the Gate of the Year,
"Give me a light that I may tread safely into the unknown."
And he replied, "Go out into the darkness, and put your hand into the hand of God.
That shall be to you better than light, and safer than a known way."
May that Almighty Hand guide and uphold us all.

vrijdag 26 december 2014

huisapotheek

Ik kom uit het onderwijs en heb helemaal niets met medische zaken. Sterker nog, ik kan bij het horen van een bloederig verhaal mezelf nauwelijks op de been houden. Mijn zussen komen bijna allemaal uit de zorg. Zij kunnen zonder blikken of blozen van steunkous tot open wond vertellen. Ik haak ergens af. Gelukkig komen er meer uit het onderwijs.

Thuis zijn er geregeld bloederige toestanden. Man raakt dan in paniek door met weidse armgebaren allerlei nog slechtere vooruitzichten te roepen en ik sta zwetend en tollend ook een beetje te handelen.
Dat is best een probleem, die medische ongeletterdheid...

Zo mogen ze hier geen hoge koorts krijgen en heel klein zijn. Ik krijg er geen zetpil in. Dat doet pleegvader. Die is daar weer heel goed in.
Na jarenlange ervaring kan ik redelijk mee bloedprikken. Daar draai ik mijn hand niet voor om.

Al hadden we daar vorig jaar ook een drama mee. Ik ging heel zomers en erg wit gekleed bloedprikken met Sam. De verpleegkundige had ervaring met bloedprikken, maar ik met Sam. Dus ik waarschuwde dat hij ontzettend sterk is en zich misschien los zou trekken. Ik stel de houdgreep voor. De dame lachte me wat kleinerend toe. 'We prikken elke dag kindjes, mevrouw.'

Oke. Dan gaan we maar. Band om zijn arm. Naald erin. Bloed loopt en hup Sam zwiept zich los. Het bloed zat overal. Op Sam, op mijn overwegend witte kleren, op de verpleegkundige (met ervaring), op de grond...

Helemaal geen drama verder. Was het niet dat ik nog twee kinderen bij me had. We zouden na afloop nog naar de stad. Die stad werd even uitgesteld, geen punt. Maar toen Yan twee weken later moest prikken, had ik wel een probleem. Hij zag het bloed nog spuiten...

Verder is de huisapotheek erg klein. Paracetamol dat hebben we wel, maar de juiste dosering.. Dat geeft wat knip en knakwerk. En de bijsluiter, want ik heb geen idee hoeveel wie mag.
Thermometer is ook hard nodig. Als ik de dokter raadpleeg, meestal is dat de HAP, dan komt steevast de vraag hoe hoog de koorts is. En elke keer stamel ik met schaamrood op mijn kaken iets. Het klopt nooit. Ja, wel dat ze warm zijn, dat ze wel koorts hebben hoor. Maar hoeveel? Geen flauw idee. Die rotte thermometers hier doen het maar een week of zo. Daarna slaan ze op hol of juist niet. Dan meet ik bij een oververhit kind 35,9 en dat klopt zeker niet.

Nu heb ik de oplossing gevonden. Niets gestamel. Ik weet voortaan de temperatuur! We hebben onlangs een degelijke oorthermometer aangeschaft. Natuurlijk is hij al op hol en komen er onwaarschijnlijke temperaturen te voorschijn. Maar dat geeft helemaal niets. Ik meet eerst mezelf. Dat was de laatste keer 33 graden en ik voelde me kiplekker. Dus toen het zieke kind. Die gaf ruim 3 graden hoger aan. Dus kon ik de HAP heel professioneel melden dat de koorts over de 40 graden aan het gaan was.

En het is nog nooit gebeurd dat ze me controleerden bij de arts.

woensdag 24 december 2014

kerstavond

Vanavond is het kerstavond. Als de twee jongsten slapen, zoek ik op internet naar een live kerstdienst. De kachel brandt. Er hoeft niets meer gedaan te worden. Er is rust in huis. Tijd voor bezinning.

Maar de kerstdienst wordt niets. Ik moet koehandel doen. Nu meteen. En dat doen we. Tot er weer twee naar bed gaan. Daarna nog geen kerstdiensten, want we hebben (eindelijk) een wi of hoe zoiets ook heet. Dus nu staan man en oudste wat vreemde bewegingen te maken voor het scherm en wanen zich eerst op de golfbaan en vervolgens in een bokswedstrijd. Het is geen gezicht. Maar erg leuk begrijp ik. 

Rachid mist zijn vader. Hij kent hem niet, zag hem nooit. Ik zie achter m'n rug allerlei rare bewegingen. Maar ik zie ook veel contact, via het scherm dan wel. Ze boksen. Het is geweldig. Rachid geniet heel erg van zulke dingen. Het is vaak zoeken wat kan verbinden. Vol trots vertelt hij dat hij pleegvader knock-out slaat. Dit is weer een kans om met hem contact te maken.

Rachid had deze week het bezoek van zijn moeder. Ze gingen naar een nicht met jonge kinderen. Moeder sloofde zich uit om de kinderen van nicht te vermaken, te verwennen en te fotograferen. Rachid schoot er een beetje bij in. En dat vond hij pijnlijk. Het gaf maandagavond een goed gesprek onder het eten. Een gesprek over uithuisgeplaatst zijn en over moeders die wel willen, maar altijd tekort schieten. Die gouden bergen beloven en bij de eerste heuvel al volledig van koers veranderen. 

Het was een goed gesprek. Behalve Sam waren ze allemaal betrokken. Je zag de hersens kraken. En de herkenning. Ja, dat doet die van mij ook. En ja ook die van mij. Er komen voorbeelden. Vast goed voor het verwerken. En voor Pablo. Hij snapte het al best goed en zijn rouwproces moet eigenlijk nog komen. 

Verder waren deze week Yan, Naomi en Sam ziek of nog ziek of weer ziek. Veel gehoest en koorts en overgeven. Vooral Yan heeft het echt te pakken. Hij hangt wat op de bank. Staat om 3 uur bij m'n bed en wil zo graag van alles doen, maar de lust ontbreekt.

Gelukkig sprak hij vanmiddag zijn moeder even. Ze belde onverwacht heel kort. Hij zei niet veel. Later stuurde ik een berichtje dat Yan ziek is. Om uit te leggen waarom hij zo kortaf deed aan de telefoon.  Gelijk was er contact via facebook. Heel mooi contact, ze was bezorgd en informeerde uitgebreid naar hem. Zei dat ze hem miste en van hem hield. Erg mooi was dat! Even zijn moeder dichtbij. 

Ook deed ik kerstboodschappen. Gelukkig maandag al. Samen met Naomi en Yan. Ze waren niet helemaal lekker, maar goed in staat om te helpen de kar vol te krijgen. Natuurlijk gaat het niet om veel te veel eten.  Maar ik voel me niet bezwaard om deze dagen wat extra te investeren in gezelligheid en lekker eten en drinken. De kinderen missen al zoveel. Ook deze kerst is er voor hun geen familie. We doen het dus met elkaar en dat gaat zeker lukken.

Die kerstdienst laat ik voor vanavond maar even. Morgen is het kerstfeest. Geen bezoeken, geen verplichtingen. We gaan naar de kerk en we zitten in onze eigen besloten wereld.  Vrede op aarde. Vrede in de harten van de kinderen.

dinsdag 23 december 2014

fantaseren

Tijdens de cursus voor pleegouders leerden we dat pleegkinderen fantaseren. Soms omdat ze de grip op de realiteit helemaal kwijt zijn. Soms omdat ze roze wolken bedenken om vroeger behapbaar te maken. Soms omdat ze zo helemaal niets uit zichzelf zijn dat ze allerlei sterke verhalen nodig hebben om nog iets te lijken.

Fantasie mag als je vier jaar bent of zes kan ook nog wel. Maar als een tienjarige bloedserieus een fantastisch verhaal ophangt, dan klopt er iets niet.

Bij ons was Rachid de fantast. De fantasie varieerde van acht zakken vuurwerk tot een oom in Japan die verongelukte in zijn Ferrari. Van een vader bij de brandweer in Londen tot een schietpartij op straat waarin hij een rol speelde.
Wij grijnsden zuurzoet als er weer een verhaal boven water kwam. Maar de buitenwacht ging er anders mee om. Ze waren geneigd het te geloven. Tot het te gek werd, dan werd Rachid afgeschoten. Wat een vreemd figuur met zijn verhalen!

Pas bracht ik een vriendje thuis. Achterin de auto zat hij met Yan. Ze praten druk. Ze zitten bij elkaar in de klas. Weten erg veel van elkaar. Maar ook van oorlog, leger, wapens. Ik hoor het aan en het meeste volg ik niet. Tot het vriendje een bepaalde, wat lage, stem krijgt. Ik herken iets. 
En jawel hoor... 'Mijn oom, je weet wel die in het leger zit, die neergeschoten is, die ....' Ik voel een lachkriebel opkomen. Deze jongen is ook zo'n fantast! Zijn verleden liegt er niet om. Heel begrijpelijk dat hij wat met de realiteit schippert.

Ik hoor Yan hummen. O ja, o, humt hij. Ik merk dat hij het ook niet gelooft. Maar het is zijn allerbeste vriend, dus hij houdt zich in.

Wat later hoor ik 'en mijn neefje, van vijf, die heeft een verlamde arm'. Ik meng me deelnemend in het gesprek en krijg subiet een ongelofelijk verhaal over een neefje van vijf met nitraatbommen en strijkers en dichte ramen en als resultaat een verlamde arm. En weer die lage stem en wat trage woordkeus.

Eigenlijk heel triest dat je jezelf zo omhoog moet liegen, maar ik moet er wel om lachen. Vooral om het herkenbare van de manier waarop.

Op de terugweg zit Yan naast me. Ik vis eens of hij nu alles gelooft wat vriend vertelt. Hij kijkt me verrast aan. He, geloof jij het niet dan? Nee dat doe ik zeker niet. Nou, hij ook niet. Hij had alleen niet gedacht dat ik het door had. Grappig gesprek zo.

En Yan is loyaal hoor! Hij benut de hele terugweg met lofprijzingen op vriend. Wat wel waar is en wat zeker waar is enzovoort. Ik stel hem gerust. Ik vind vriend een superaardige jongen en hij mag altijd komen spelen. Alleen geloof ik niet altijd alles, maar dat maakt verder niet uit.

maandag 22 december 2014

pffftttt....

Na twee weken van de ene in de andere afspraak rollen, van zieke kinderen, van kerstvieringen en van een verjaardag hebben we nu vakantie! 

Opeens had ik last van de nieuwe jeugdwet of transitie. Omdat de gemeenten vanaf 1 januari gaan betalen, moesten slapende dossiers opgeschoond. Ik ben verbaasd hoeveel hulpverleners  'onze' kinderen nog in hun map hadden zitten! Dus de ene evaluatie na de andere. Twee kinderen bleken (al heel lang) niets nodig te hebben, een kon naar de huisarts voor medicatie en een bleef bij de ggz. Dat ruimt lekker op. Wel apart dat ik zelf geen zicht op had dat het nog ergens lag te wachten. Mij kostte dit vier keer een uurtje praten binnen twee weken en dat hakt er wel in eigenlijk. Vooral omdat het 20 km verderop is.

Vakantie was hard nodig voor iedereen. Zo tegen het eind van het kalenderjaar belden de scholen over tussenstanden en problemen. Problemen die er thuis niet zijn en die ik dus ook niet hoef op te lossen. maar die me wel bezig houden. Want wat frustrerend dat Pablo het thuis zo goed doet en zo ontspannen en gezellig is, maar dat hij op school aan de lopende band straf heeft en gecorrigeerd moet worden. De juf zit er behoorlijk mee en ik zit er dan toch ook weer mee. Gelukkig duurt de kerstvakantie twee weken. Kan hij even alles vergeten. 

Ook lastig is het feit dat we vijf kinderen hebben op vijf verschillende scholen. Dat vraagt wat logistieke organisatie. Ook erg lastig dat die scholen verwachten dat je maar een kind hebt en dus elk moment kan komen kerstvieren of high teaen of halen of brengen. 

Maar het is gelukt. Vrijdagmiddag waren we allemaal thuis. Konden ze gelijk meevieren dat Sam vier jaar is geworden. Een magische leeftijd. 's Morgens stond hij voor de spiegel en bekeek zichzelf. Hij keek me vertwijfeld aan. 'Vind jij dat ik nu echt groter ben geworden?' vroeg hij verontrust. Nee, dat vond ik ook niet. Maar ik wist wel heel veel dingen te noemen die hij nu kan en die het bewijs zijn dat hij toch serieus groot aan het worden is. 
Sam wist ons te verleiden om twee keer luidkeels alle verjaardagsversjes te zingen, inclusief een heleboel hoera's. Prachtig om te zien hoe je geniet als je vier jaar wordt! 

Gisteren was de eerste rustige dag. Officieel dan. Het was me hier een herrie en gedoe! Om vijf uur hoopte ik dat het heel snel bedtijd zou worden. Het stormachtige weer werkte ook al niet mee. Ze konden niet naar buiten en alles duurde tien minuten en het volume stond de hele dag op veel te hoog. Tot het half acht werd. Toen zaten ze eensgezind met de klei. Vier kleine potjes klei van Sams verjaardag. Ieder een potje en Rachid met een boek op de bank. Wat een rust en vrede. De gesprekken gingen kabbelen in plaats van het donderend geraas van de dag. Wat een genot zo tegen bedtijd. De bedtijd werd verschoven. Dit mocht ik niet verstoren. Hopelijk is dit het begin van de vakantie. 

Ik moet denken aan een lied op een pas aangeschafte cd Het laatste woord - Theo van Teijlingen. Daar moest ik nog even naar luisteren toen iedereen sliep.

Nu wordt het stil
de dag voorbij
alles lijkt gezegd te zijn
het licht verdwijnt

nu wordt het stil 
de avond voorbij
ik hoor alleen je adem nu
kom en zegen mij

en tot de komst van het licht
herkennend aangezicht
tot de morgen komt, schuil ik stil
alleen de wind die suist
't is verder stil in huis
 je ogen vertellen zoveel
vol liefde zo mild

nu is het stil
vol van eeuwigheid
er zijn geen woorden meer
 er is geen tijd

nu is het stil 
de nacht nabij
heel mij met een stille stem
kom en zegen mij.

dinsdag 16 december 2014

ziek

De week voor de kerstvakantie is Yan altijd ziek. Er zijn al heel wat kerstavonden geweest van de scholen waar hij met een wit snuitje en zo gaar als boter tussen de andere kinderen stond. 
Op een of andere manier is zijn weerstand tegen het eind van het jaar op. 

Hij kwam in het voorjaar als tweejarige. Die eerste winter was hij aan de lopende band verkouden en ziek. Waterpokken, zesde of vijfde ziekte kwamen ook langs. En steeds koorts. 's Morgens niets aan de hand, 's avonds boven de 40 graden. 

Bij hem zag ik voor het eerst koortsstuipen. Nooit geweten dat dat zo eng was. De huisarts van de HAP kwam zelfs een keer 's nachts langs na weer een stuip. 
Hij was ook nog eens erg mager en veel te klein voor zijn leeftijd. Het consultatiebureau schreef onderzoek voor, onze huisarts voorspelde groei zodra de stress minderde. De huisarts kreeg gelijk. 

Yan woont negen jaar bij ons en elk jaar zie ik hem meer weerstand krijgen. Hij is zelden tot nooit ziek. Wel vaak verkouden, maar hij gaat gewoon naar school. Behalve die week voor de kerstvakantie...

Tussen de middag belde de school. Yan was erg beroerd, of ik hem wilde komen halen. Terwijl ik richting school rijd, bedenk ik dat het DE week is. Negen jaar op rij was hij deze week ziek. 

Thuis ligt hij op de bank, met zijn capuchon op en een dekentje. Hij is een makkelijke zieke, altijd geweest. Normaal is hij levendig en druk en wens ik af en toe een slot op zijn mond. Nu zegt hij niets en neemt bijna geen ruimte in. 



Ik kon het niet laten een foto te maken. Hij is elf jaar, maar wat is hij klein nu hij ziek is. Morgen lekker thuisblijven. Even een dag uitzieken en genieten van zijn gezelligheid. Een ziek kind is heel anders dan een gezond kind. Ook al wens ik ze liever druk en beweeglijk, zieke kinderen laten me een andere kant van zichzelf zien. 

Ook wel een aparte kant... Yan heeft ruim een uur geslapen in kleermakerszit met het dekentje helemaal over zich heen.




 

maandag 15 december 2014

onderhandelen

Yan onderhandelt de hele dag. Als jij dat dan doe ik dit. Als jij damt met mij, ga ik op tijd naar bed. Als we geen koehandel doen, dan bekijk je het maar. Ik leer alleen die repetitie als ik een half uur later naar bed mag.

Als ik er een naar bed breng, loopt hij achter me aan. Je kunt me NU overhoren. Ik zeg dat ik er zo aankom. Ja, daag, dan bekijk je het maar. Met je stomme repetitie.

Beneden probeer ik te overhoren. Hij weigert. Gaat zelfs zover dat de hele repetitie verscheurd wordt. Ik verzamel de stukken en stel voor om de juf te vragen of ze in plaats van dit hoopje snippers een nieuwe repetitie te geven. Hij kijkt me woedend aan, met toch beetje glimogen. Zegt nog niets. Ik ga verder dat zo'n juf toch wel moet snappen dat een repetitie gewoon in stukken kan worden gescheurd. Kan iedereen overkomen, toch? Als de krant te laat is, verscheur ik hem meestal ook hoor. Net goed dat ik hem dan niet lees. Ik zie dat hij de humor begint in te zien en ook de rol van hemzelf.
Slot van het liedje is dat Yan de stukken bij elkaar raapt, ze gladstrijkt en we gaan overhoren. 

Best lastig dat onderhandelen. De uitgangspositie is ook vreemd. De normale zaken als op tijd naar bed gaan en je spullen opruimen of wachten op je beurt, zijn niet onderhandelbaar. 
Voor hem wel dus. Vooral als hem wat dwarszit, heb ik er werk aan. 

Het is mijn eigen schuld. Ik geef hem teveel ruimte af en toe. Moet ik mezelf weer toespreken. Soms is het ook zo lastig allemaal voor hem. Dan gun ik hem een succes. Wat ik dan weer moet rechtzetten bij het volgende punt. 

Nu zijn moeder niet komt in de kerstvakantie, zoekt hij weer compensatie. In het onderhandelen. En ik moet mezelf schrap zetten om de middenweg te blijven vinden. Ik help hem niet verder met wisselende grenzen en mezelf zeker niet. 

Gelukkig is er meer te compenseren. Dus om 2 uur ga ik toch even een pannetje soep koken. Precies zoals hij het graag heeft. En om 4 uur word ik beloond. Een tevreden Yan die wel twee kommen lust. Het blijft een uitdaging en het blijft energie kosten. Nuchter blijven helpt. Gelukkig is hij de enige die zo sterk de grens zoekt hierin. Al heeft hij een dubbelganger merk ik. 

Sam lag om 7 uur in bed. Na het zoveelste laatste kusje en slokje water zeg ik heel streng niets meer te willen horen. Even later hoor ik Ik hou van jou gevolgd door mijn naam. Ik roep sssttttt. Hij antwoordt Ik mag toch wel een paar woordjes zeggen toch? Het onderhandelen zit hem in het bloed geloof ik. En ik ben zo makkelijk te chanteren...

vrijdag 12 december 2014

verwachting

In deze tijd van advent is het in huis ook veel verwachting. Vier van de vijf moeders hebben een bezoek toegezegd. Een heeft zelfs in juli al beloofd om met de kerst in de buurt te zijn. De kinderen geloven dat. Ze rekenen erop. 
Vreemde berekeningen zelfs, de een spaart graag voor veel te veel en heeft de geldspiegel al zien stijgen met het bezoek van moeder. Hij probeert me zelfs zo gek te krijgen om op voorhand voor te schieten. Want als ze komt, krijg ik veel geld. Dat klopt. Voorgaande keren was dat ook zo.

De kinderen leven al weken met de verwachting dat moeders komen. Tot deze week. De twijfel begint. Eigenlijk begint de onrust. Korte lontjes, onverwachte uitbarstingen en weer net zo onverwachte aanhankelijkheid. Al snel komt de aap uit de mouw. Zou ze komen? Heb jij al wat gehoord? Nee, dan had ik het wel gezegd.

De twijfel groeit en de loyaliteit wordt weer flink op de proef gesteld.
Ze sturen berichtjes. Via mail, via facebook. Ze krijgen vage antwoorden en uitgestelde beloftes.

Het zou een drukke kerstvakantie worden. Met veel bezoeken en afspraken. Het wordt een rustige vakantie verwacht ik.

Wat een energie kost het de kinderen. En niet voor het eerst. Weer blijken moeders niet te kunnen doen wat ze beloven. 
Rachid komt er het beste vanaf. Zijn moeder komt, maar niet naar ons huis. Hij moet haar tegemoet reizen en samen zullen ze een nog belangrijkere nicht bezoeken. 
Oke, dat vindt hij wel best. Maar net zei hij dat het toch raar is. Bezoek je je kind, ga je naar een of andere nicht. Maar goed, hij is al wat gewend en kan het goed plaatsen.

Yans moeder ging een maand naar haar geboorteland. Het was een prachtige vakantie. Hij zag de foto's op facebook. Het mocht wat kosten. En nu heeft ze geen geld om naar Nederland te komen en hem te bezoeken. Hij kan het niet plaatsen. Hoe belangrijk is hij nu? Zag zij er niet maanden naar uit, net zoals hij dat deed? 
Hij is woedend op mij. Het gaat niet om mij, ik loop alleen weer in de buurt natuurlijk en ik loop er in plaats van de enige, de echte. 

Naomi's moeder zou ook komen. Op een of andere manier komt ze er niet toe om ons huis te zien. Naomi woont bijna zeven jaar bij ons, maar nog nooit zag moeder het huis waar haar dochter het grootste deel van haar leven woont.
Meestal spreken we af in een stad in de buurt. Nu we een paar maanden terug haar bezocht hebben in het huis waar ze woont, verwacht Naomi een tegenbezoek. Maar moeder wil dat Naomi kerst komt vieren bij haar. En dat is iets wat voorlopig niet gaat gebeuren. Erg lastig. Ik snap dat ze het wil. Alleen werden de meeste reguliere bezoeken dit jaar niet nagekomen. Dat je moet investeren is moeilijk uit te leggen. Naomi is duidelijk. Eerst moet ze mijn huis zien hoor! Hopelijk komen we er uit. Al ben ik bang dat er weer stilte volgt van enkele maanden.

En Pablo's moeder zit in de zoveelste relatiecrisis. Die haakt ook even af. Er zal wel een bezoekje zijn, maar niet lang en niet vaak. 

Voor nu veel verwachting gemengd met teleurstelling en toch hopen tegen beter weten in. En dat geeft veel emoties. Bijna vergelijkbaar met de stormen deze dagen. Maar als het kerst zal zijn, zal alles gezakt zijn en hopen we dat er weer rust en vrede in de hoofden van de kinderen is.
En dan zijn wij weer aan de beurt. Om het verschil te maken. Om ze toch een goede kerst te geven met een gezin waar niemand een bloedband heeft met iemand, maar waar we wel bij elkaar horen als een echt gezin met kerst.

woensdag 10 december 2014

alcohol

Als kinderen jongeren worden, gaat de siroop vanzelf over in bier. Moet ik bij siroop vooral denken aan de tanden, bij alcohol gaat het om hogere zaken. 

We begonnen onze pleegcarrière met pubers. Dus de alcohol kwam snel om de hoek. Hoewel we zelf een duidelijke mening hebben over het thema 'alcohol en jongeren', bleek het een lastig punt. 

De eerste ervaring was jongen van 13. Hij woonde een jaar bij ons. Ondertussen was zijn vader gedetineerd en runde moeder met veel vallen en toch weer opstaan een deel van het gezin. De jongen mocht regelmatig een dag naar huis. Een van ons haalde hem rond acht uur weer op. 
Tot onze verbazing bleek hij bij het ophalen behoorlijk naar alcohol te ruiken! Hij had last van wagenziekte en het was best een eindje rijden. De eerste keer twijfelde ik. De tweede keer zei ik er wat van. Heb je bier gedronken? Nee, hij had wijn op. Bij het eten. Dat is gezellig. 
Oke, vind ik ook, maar niet voor kinderen van 13. De keer erop had hij ongeveer een pakje kauwgom in zijn mond. De alcohol rook ik niet, maar de kauwgom deed me wel sterk denken aan alcohol. 

Het was een lastig punt. In zijn gezin van herkomst was alcohol beslist geen taboe.. Moeder had weinig te vertellen over de kinderschare en ze wilde het zo graag leuk hebben als hij er was. 
Gelukkig was er de voogd. Hij heeft het besproken en verboden. Dat het toch bij vlagen twijfelachtig was, hoort er ook bij. Wij wisten ook geen echte oplossing. Het enige dreigement van onze kant was dat moeder zelf moest terugbrengen als hij het waagde om over te geven in de auto. Het voelde als een slap verhaal, maar dit werkte wel. Jongen wilde niet dat zijn moeder ook nog eens moest rijden na het bezoek. 

Andere pleegzoon kon goed drinken. Ik merkte wel dat hij wat losser was, maar had geen idee hoeveel hij had gedronken. Hij liep redelijk recht en was aanspreekbaar. Viavia hoorde ik behoorlijke hoeveelheden. Ik wist het niet goed. Zijn oudere broer was al beneveld na een flesje... Toch zat ook dit niet echt lekker. 
Elke vrijdag- en zaterdagavond keken we uit naar zijn terugkomst. We wonen in de polder en hij kwam de lange, rechte, donkere weg terugrijden. Altijd met licht gelukkig. Dus zagen we van verre het slingerende lichtje onze kant op komen. Soms slingerde het zo dat we verwachten dat het de sloot zou raken. Dit gebeurde nooit. 

Toen hij op zichzelf ging wonen, moest ik in het weekend vaak aan hem denken. Hoe hij het nu deed. Ging hij nu volledig los omdat hij ons niet meer onder ogen hoefde komen? Ik was bang van wel. Ik heb het hem gevraagd. En het antwoord was: "Nee, natuurlijk drink ik niet meer zoveel. Als ik nu de sloot in rijd, komt toch niemand me zoeken??" 
Dit is een doordenkertje voor mij. Wat is nu opvoeden? Hield ik met mijn controle zijn alcohol op peil??? 

Gelukkig taalt Rachid nog niet naar alcohol. Ook niet naar uitgaan of iets dergelijks. Even tijd om nieuwe ideeën op te doen rond 'alcohol en jongeren'.....

dinsdag 9 december 2014

pesten

Mokro, dropl*l, homo, k*tmarokkaan, eikelbijter, je moeder is een varken, je bent net zo crimineel als je vader, enzovoort......

Oftewel: Rachid heeft een Marokkaanse vader, die hij niet kent. Die niemand kent en een Nederlandse moeder. Rachid is sociaal niet sterk en bepaald niet populair.

Rachid wordt gepest. Al jaren. Hoe meer hij hier thuishoort, hoe meer hij erover kwijt kan. Eigenlijk vindt hij het normaal dat niemand hem echt leuk vindt, dat hij aan de lopende band uitgekotst wordt. 

Sinds een jaar slikt hij medicijnen voor ADHD. De medicijnen zijn bijzonder goed aangeslagen. Hij is rustiger geworden. Hij is aanspreekbaar. De rust in zijn hoofd geeft meer letterlijke groei en zijn cijfers zijn omhoog gevlogen. 

Nu hij rustiger is, komen de vervelende opmerkingen wel hard aan. Hij blijkt gevoeliger dan we dachten. Oud zeer komt omhoog. Van de basisschool, groep 7 en 8, toen was er weinig levensvreugde voor hem. 

Het is lastig om hier mee om te gaan. Mijn bloed kookt. Bij tijden zou ik met plezier stenen gaan gooien. Het helpt natuurlijk niet. Maar wat helpt wel? 

We proberen hem weerbaar te maken. Hem te leren dat hij recht heeft op respect. Beetje strijdbaarder mag best! Yan haakt er op in: "Het lijkt wel of je het normaal vindt dat iedereen je uitscheldt!" Onvoorstelbaar voor Yan. Die mept al als je twee seconden te lang naar hem kijkt...

De laatste weken is het erger. Scheldwoorden, anonieme telefoontjes, bestellingen die wij niet plaatsten, kauwgom aan zijn jas, tas verstopt... Tot hij huilend thuiskomt. 
Dan ga ik toch maar bellen. Naar de ouders van de pesters, naar school. 

De ene ouder snapt het direct en belooft te praten, de andere ouder kan zich niet voorstellen dat haar kind zoiets zou doen, nee die Rachid... Ik vraag om voorbeelden, die heeft ze niet. Ik lees sms-berichten voor, die landen niet. 

Gelukkig zit hij op een goede school. Heeft hij een geweldige mentor. Een man van staal zogezegd met een hart van goud. Het pesten wordt weer aangepakt. Het lost zich op voor zover het binnen de mogelijkheden ligt. 

We gaan weer verder. Rachid komt er wel. Ik gun hem alleen wat meer rozen op zijn levensweg. Hij heeft al zoveel doornen gehad. 

Vanmiddag moest hij op controle bij de GGZ. Ze vroegen hoe het ging. Ik noemde naast alle goede dingen toch het pesten. De dokter en psychiater zaten naast elkaar. beiden mannen op leeftijd. Ik zag hoe het hen raakte. Ze waren verbijsterd. zo'n leuke jongen en dan gepest. Ze vroegen door. 

Ik zat op mijn knieën erachter. Pablo moest ook gekeurd en was een puzzel aan het maken. Ik hoorde hem praten. Hoorde weer hoeveel last hij er van had en heeft. Ik zag de mannen in gedachten hun mouwen opstropen. Heb je onze hulp nodig?? veerden ze strijdvaardig op. Nee hoor, zei Rachid, als het lastig is, vertel ik thuis toch. De mannen zakten terug in hun stoel en ik stak het enorme compliment mooi in mijn zak!

donderdag 4 december 2014

reactie

Als het om pleegzorg gaat, heb ik mijn emoties aardig onder controle. Vind ik. Als het om de kinderen gaat, ben ik aardig vasthoudend. Sommige dingen laten me niet los en ik blijf zoeken naar een antwoord. Soms helemaal belachelijk natuurlijk. Een van die dingen is de moeder van Sam. Ik heb teveel vragen om haar met rust te laten. Het is lastig als iemand geen adres of telefoon heeft en liefst zo onzichtbaar mogelijk blijft voor instanties.

Sam is bijna jarig. Dit wordt zijn vierde verjaardag bij ons. Toen hij twee werd, ging ik om cadeautjes voor hem. Ik moest op zaterdagmorgen grote pleegdochter bij haar zaterdagbaantje afzetten in een naburige stad. Dat kon ik goed combineren met cadeaus uitzoeken.

Nu wist ik dat de moeder van Sam in deze stad een zwervend bestaan leidt. Ik wist ook dat ze vaak rondhing bij de winkels. Was ik in de stad, dan keek ik net iets geïnteresseerder naar de medemens dan normaal.  

Na een uurtje productief winkelen zonder kinderen ging ik richting auto. Auto stond in de parkeergarage bij een overdekt winkelcentrum. Naast de betaalautomaten van de parkeergarage stonden en zaten wat mensen. Overduidelijk mensen die niet modaal waren. Opeens gaan mijn bellen rinkelen!! Ik besluit nog niet te betalen, maar een van de winkels rondom het pleintje in te gaan. 

En terwijl ik de kerstengeltjes van de Blokker bekijk, heb ik een prachtig uitzicht. Op nog geen vijf meter van me staan zo'n tien mensen. Allemaal mannen en één vrouw. Ik zie haar vanaf de zijkant. Er is geen twijfel mogelijk, dit is de moeder!! Iets in haar gezicht en structuur van haar huid maakt dat ik er Sam in zie. 

Ik verplaats mezelf richting kerstballen om nog beter te kunnen kijken. Gehurkt probeer ik ook wat op te vangen tussen de schappen door. Onvoorstelbaar dat ik haar zie, dat ik het lichaam zie waar Sam in groeide. Ik sta daar met mijn cadeautjes voor Sam, met andere zaken die zijn tweede verjaardag tot een waar feest moeten maken. 

En ik voel een ongelofelijke woede in me omhoog borrelen. Het wordt me bijna rood voor de ogen zo ontzettend kwaad ben ik. Staat ze daar te lummelen en te hangen en dom te doen. Háár zoon is bijna jarig. Zíj had die cadeautjes moeten kopen. Zij had moeten nadenken wat hij wilde, wat hem leuk zou staan, waar hij blij van wordt. 
Nu is hij afhankelijk van een wildvreemde mevrouw en meneer en zij laat dat gewoon gebeuren... 

Ik ga mijn parkeerkaart betalen. Ik ga naar huis. Naar Sam. Naar het kind waar ik met hart en ziel aan verknocht ben. Die verjaardag komt goed. Alles komt goed. Hij wordt werkelijk bedolven onder onze liefde. Toch blijft het me verbazen dat het zien van iemand alle voorgaande gedachten opzij kan zetten. Ik had niet verwacht dat ik zo vol woede zat richting haar. 

Nu is ze verdwenen. Vaak bedenk ik dat ik meer moeite had moeten doen om haar te spreken. Om haar te kennen. Misschien om Sam te herkennen in zijn moeder. Ik kan hem niets vertellen over haar. Toch leeft er iets van haar in hem voort. Het blijft lastig. Misschien komt er ooit een herkansing.

woensdag 3 december 2014

peuterstress

Vanmiddag moest Sam gekeurd worden in het ziekenhuis. Reden was de astma in september en de daarbij behorende opnames. Twee keer heeft hij in het ziekenhuis gelegen in twee weken tijd. De eerste keer was 1 nacht, de tweede keer 2 nachten. 

Ik heb naast hem geslapen, hem geen minuut alleen gelaten en het ging best goed. 
Achteraf merkten we dat de eerste opname de thuisblijvers van slag had gebracht en de tweede keer vooral Sam ondersteboven was. 

Om 1 uur gingen we samen op pad. Hij was net zo nuchter en ontspannen als altijd. In de auto hele verhalen. Hij wilde weten hoe je appelmoes maakt. Daarna vroeg hij of hij ook een keer de mama mocht wezen? Hij zag een hupselend paardje en nog meer fraais. Ook had hij een afschuwelijke rolfluit mee. Daar snerpte hij vrolijk mee.

Bij het ziekenhuis moet de fluit mee naar binnen. Hij belooft echt niet te fluiten. Hij huppelt de stoep op en af en vindt de draaideur leuk. De trap neemt hij zelf, niets geen hand. 

Sam wordt eerst gemeten en gewogen. Bijna alles moet uit. 
In de wachtkamer moeten we even wachten. De wachtkamer is prachtig. Mooi speelgoed, een echt huisje met kookspullen. 
Maar Sam moet naar de wc. Heeel nodig. Wij ernaar toe. Hij moet inderdaad erg nodig. Mooie wc, vindt Sam, waarom heeft hij geen deksel? Ik trek zelf door. 

Terug in de wachtkamer loopt hij een rondje en moet weer naar de wc. Hup, daar gaan we weer. En weer moet hij erg nodig. We gaan terug. En weer heen, want ook een derde en vierde wc-bezoek moeten in snel tempo worden gedaan. 
Ik ben verbaasd wat er allemaal uit dat lijfje komt! Dat kind weegt minstens 2 kilo lichter. 

We zijn aan de beurt. Hij zit stil naast me. Houd alles in de gaten met zijn bruine fluwelen ogen. Als de dokter naar zijn longen moet luisteren, lig ik half over tafel. Ik moet zijn hand blijven vasthouden en het is al wat krap met 4 volwassenen en een kind. 
Alles is goed. Over vier maanden pas terug. We gaan weer weg. Sam nog steeds heel braaf. In de auto komt hij weer tot zichzelf. Ik denk aan de 4 wc-bezoeken in recordtijd. Vond je het spannend? Ja, zucht hij, misschien moest ik wel slapen daar. 

Nu ken ik Sam vanaf dat hij twee dagen oud was. Ik denk dat ik hem door en door ken. Maar vanmiddag was dat toch echt niet zo. Het voelt een beetje als tekort schieten. Dat hij mij niet vertrouwde toen ik uitlegde wat we gingen doen. En dat hij zo bang is om er te blijven slapen dat zijn darmen volledig leeg gaan als hij de ziekenhuislucht te pakken krijgt. En dat ik zijn angst niet heb gezien of ingeschat.

dinsdag 2 december 2014

geboortedag

In de Bijbel staat een tekst waarin gevraagd wordt of een moeder haar zuigeling kan vergeten. Of ze het kind wat ze droeg en baarde uit haar geheugen kan wissen. Deze omschrijving staat in een rijtje schijnbaar onmogelijke dingen. Het is niet mogelijk dat een vrouw haar kind vergeet. 

Bij moeilijke oudercontacten wensten we regelmatig dat ouders maar helemaal uit beeld verdwenen. Dat zou een hoop rust geven. 

Maar nu we bijna vier jaar een kind hebben zonder zichtbare ouders, is het toch niet waar. Juist met de moeder van Sam, die ik nooit sprak, die hij nooit zag, heb ik hele gesprekken in mijn hoofd. Want, hoe kan je je kind vergeten? Hoe kon je de eerste weken na de bevalling niet aan hem denken? Als je hele lijf nog aangeeft dat het net een kind droeg, hoe kun je dat negeren? Ik kom er niet uit. 

Deze maand wordt hij vier jaar. Een belangrijk feit. Vanavond complimenteerde ik hem omdat hij de hele dag een droge broek had. Hij zei trots: "Ik ben toch ook bijna vier!" Vier is een magische leeftijd. Onze baby wordt groot. Een echte schooljongen bijna. 

Een paar weken terug hoorde ik dat moeder weer was opgedoken. Ik dacht direct aan die verjaardag. Zou ze in december aan Sam denken? Of aan zijn broer die een maand eerder jarig is? Zou er iets in haar verlangen naar haar vlees en bloed? Geeft haar lichaam een seintje rond de geboortedag van haar zonen? Ze is er al weer even, maar ik heb niets gehoord. Ze heeft bureau jeugdzorg niet benaderd in ieder geval. 
  
Sam merkt niets. Vandaag moest hij een ik-doos vullen voor de peutergroep. Dingen die hij belangrijk vindt mochten mee. Dat was grappig. Hij nam een paar grote kerstkaarten mee. Daar is hij de hele week druk mee. Alle vier zet hij ze open en je ziet knipperende lichtjes en een oorverdovend Méééwwwwwie Kwismus  gecombineerd met Siengelbel. 
De handjes en voetjes moeten mee. Afdrukken in klei van zijn handjes en voetjes nog maar een week oud. Maar ook een foto van hijzelf met zijn 'echte' vriend (hij bedoelt broer) en zijn pleegbroers en zus. Ik vroeg of de foto van mama ook mee moest. Hij begreep niet direct wat ik bedoelde. Welja, kon ook wel. Het doet hem weinig die foto. Zijn mama dat ben ik en die andere, tsja, wat moet hij daar toch mee. 

Maar mij heeft ze wel aan het denken gezet. En aan het discussiëren en twijfelen. Ze zou er goed uitzien. Komt ze haar kinderen opeisen? Ze heeft geen enkel recht meer. Hij blijft bij ons wonen. dat weet mijn verstand. Maar mijn gevoel blijft twijfelen. Ze is wel de moeder, heeft wel de eerste rechten. Je laat zo'n prachtige kerel toch niet aan een wildvreemde vrouw over? Als ik in haar schoenen stond... Dat sta ik niet en ik moet stoppen met invullen en doordenken. 

Zichtbare moeders kunnen onrust brengen. Maar vooral geven ze duidelijkheid over hun onmogelijkheden en de toekomst. Zo'n onzichtbare moeder is veel bedreigender voor mijn gemoedsrust. 


vrijdag 28 november 2014

bezoekregeling

Pleegzorg betekent dat je ouderschap deelt. Bij pleegzorg horen bezoeken van de biologische ouders. Die bezoeken zijn ontzettend onnatuurlijk. En daardoor ook lastig. Het is niet normaal dat een jong kind zijn ouders bezoekt of dat zij hem of haar bezoeken. Een kind woont bij zijn ouders en krijgt ze niet als bezoek.
voor pleegkinderen ligt dat anders. 

De spanning vanwege het onnatuurlijke is er altijd. Ze hebben de ouders soms langere tijd niet gezien. Altijd is er de vraag of moeder hem nog leuk vindt of ze echt komt of ze iemand meeneemt of ze in een goede bui is.

Als pleegouder wil je zo'n bezoek zo succesvol mogelijk laten verlopen. Het liefst heb ik dat de ouders hier in huis komen. Dan kunnen ze zien hoe het kind woont, zien ze zijn fiets, zijn spullen.
Maar dat is niet altijd de goede weg.

De moeder van Yan is bijzonder trouw. Ze heeft nooit een bezoek vergeten. Als ze niet kon komen, werd dat ruim van te voren doorgegeven. 
Eerst waren en maandelijkse bezoeken bij bureau jeugdzorg, daarna tweemaandelijkse bezoeken bij ons thuis. Nu woont ze zover dat ze maar twee keer per jaar richting Nederland kan komen. En dan is er bezoek bij haar familie.

Bij bureau jeugdzorg leverde ik Yan bij de achterdeur af. De voogd nam hem mee. Moeder kwam met familieleden via de voordeur binnen. Na een uur haalde ik hem weer op bij de achterdeur. De eerste keren leverde ik een krijsende 2-jarige af en haalde ik een opnieuw krijsende jongen op. Het was een intensieve terugreis. 
Een van de eerste keren ben ik door de polder naar huis gereden. Ik heb het gillende kind op schoot gezet en gezegd dat ik reed en hij mocht tuteren. Dat gebeurde en het verdriet was weg. 
Een andere keer was hij zo van streek dat ik hem op schoot heb genomen en een deken om ons gewikkeld, ook over zijn hoofd om hem zo te kalmeren. In de veilige cocon bedaarde hij eindelijk. 

Ik vond het heftig, zo'n emotioneel kind en vroeg me af wat hier het nut van was. De voogd bleef toch vasthouden aan bezoeken. En na een paar keer ging het beter. Ik kon hem uitleggen dat ik op hem wachtte en hoe het verder zou verlopen. Dat hielp hem.

Toen moeder bij ons thuis kwam, zat zij op de bank. Hij zat op de grond. Inmiddels een jaar of vier. Hij speelde de hele bezoektijd met zijn rug naar moeder met de lego die zij hem had gegeven. Als ze iets vroeg, antwoordde hij niet. Hij was voor niemand bereikbaar. Aanraken mocht ze hem niet.

Dat deze bezoeken niet helemaal gingen zo ze waren bedoeld, is duidelijk. Maar wat dan wel? We merkten dat Yan ontzettend veel hield van zijn moeder. Dat hij elke dag aan haar dacht. Maar we zagen ook dat hij niets met haar kon of durfde als ze er werkelijk was.

Uiteindelijk kwam hij zelf met een idee. Hij zal inmiddels een jaar of acht zijn geweest. Hij wilde iets met haar doen, maar ik moest erbij blijven. Dus heeft moeder met hem loempia's gemaakt. Wij wilden daar graag bij blijven, want we waren heel benieuwd hoe dat moet. Het is gelukt. Yan ging voor het eerst met moeder praten, raakte haar aan en keek haar zelfs aan. Daarna volgde samen op de trampoline, samen voetballen, samen een keer naar de MacDonald. Altijd met een van ons in de buurt.

Nadat er een halfbroertje werd geboren, moesten de bezoeken bij de familie gebeuren. Yan gaf aan dat ik daar niet bij hoefde zijn. Pleegvader mocht mee. De combinatie moeder/pleegmoeder is voor hem heel verwarrend. Pleegvader ging en zat daar als Nederlandse reus tussen de Aziaten. Gelukkig was er nog een collega reus, de pleegvader van Yans zus. De mannen werden flink in de culinaire watten gelegd. Yan genoot van het bezoek. Het doel was bereikt.

Vorig jaar kerstvakantie wilde moeder met haar familie en Yan gaan eten bij de wok. Yan vond dat super. Alleen, ja, hoe gingen we dat doen. Een van ons moest mee, vond hij. Maar we mochten niet in de buurt van hem komen. Niemand mocht zien dat hij onze steun nog nodig had. Dat werd lastig. We konden toch moeilijk twee uur op de wc gaan zitten of voor de deur.

Naomi kwam met de oplossing. Heel zielig stelde ze dat zij noooooiiiit met haar moeder naar de wok gaat. Dat was een idee! Ik zei dat ik heeeel graag eens met haar naar de wok zou willen. En dan echt samen natuurlijk. En ja, laten we dat dan gelijk doen als Yan daar ook is.

En zo zat ik op een zaterdagavond samen met Naomi bij de wok.  Ze is negen en goed gezelschap. Aan de andere kant van de zaal zag ik het blauwzwarte kopje van Yan zitten, tussen meer blauwzwarte hoofden. Ik kon niet zien wat hij at en niet horen wat hij zei. Dit was precies goed. Naomi genoot van dit bijzondere uitstapje. En af en toe kregen we even bezoek, van Yan en zijn zus. Hee, wat eten jullie? En wat drink je? En heb je dit of dat al gezien? Ik vroeg of het leuk was aan hun tafel? Jazeker! Heel leuk. En ik kom zo nog even hoor. 

Afgelopen zomer was moeder weer in Nederland. Yan is nu 11. Hij gaf aan dat hij deze keer alleen op bezoek wilde. Zonder ons. Dat hebben we gedaan. Het was voor hem geen klein ding, maar hij wilde zo graag. En het is hem gelukt!  

Herstellen van contact. Kijken wat mogelijk is. Voor Yan en zijn familie een schijnbaar niet te halen doel, maar het is toch behaald. Als de tijd haar werk maar mag doen.

donderdag 27 november 2014

donker

Toen ik vanavond even met de hond buiten liep, dacht ik aan een jongen die zeven jaar bij ons woonde. Hij was elf toen hij kwam en achttien toen hij op zichzelf ging wonen. Het is donker vanavond en buiten de bebouwde kom ook niet aangenaam. Gelukkig is de hond erbij. Ik zou niet graag alleen lopen nu.

Wij beseffen niet half wat onze pleegkinderen hebben meegemaakt. Op papier weet ik best wat. Soms zijn er situaties waarbij ik emoties herken die de kinderen ook hebben. Blijf ik wel minstens een generatie ouder. De pleegkinderen maken dingen mee die veel te groot en te zwaar zijn voor hun leeftijd. Vandaar dat ze ook zo gestoord doen af en toe. Hun hoofden moeten wel letterlijk strak staan bij tijden.

Die jongen van elf was een rustige, kalme jongen. Wel onzeker, altijd op zijn hoede en zenuwachtig. Ik voelde hem de hele dag door checken of alle lichten nog op groen stonden. Soms werd ik er kierewiet van. Ga alsjeblieft spelen, wat doen, ik red me heus wel.

Dat hij de zoon is van een moeder met ernstige psychiatrische problemen, wist ik. Wat dat inhoudt, wist ik niet. Eigenlijk weet ik het nog steeds niet. Sommige dingen leer je alleen door ervaring en deze ervaring heb ik gelukkig niet.

Richting de kerstvakantie werd er druk gepraat over vuurwerk. We hadden op dat moment vier tieners in huis. De vuurwerkfolder stond absoluut op favoriet. Alleen die ene jongen deed niet echt mee. Hij leek er niet mee bezig. Wel wilde hij weten wat we gingen doen en waar en hoe laat. Het klonk wat drammerig.

Ik kreeg eindelijk de juiste inval en vroeg hem naar andere kerst en oudjaar. Hoe ging dat bij jullie thuis? En daar zat het probleem.

Vorig jaar met oudjaar was hij in het bos geweest. Bos geweest? Zijn gezin van herkomst woont in een grote stad. Ja, in het bos. Hij bedoelde het enorme stadspark in de buurt van zijn ouderlijk huis. Wat deed je daar dan? Mijn moeder zoeken.

Zijn moeder was die dag erg in de put en na een ruzie met vader was ze weggelopen op oudejaarsavond. Ze had geroepen dat ze er klaar mee was. En toen was hij zijn moeder maar gaan zoeken. Want hij was bang dat ze zich ging verdrinken in de vijver van dat bos. Dat had ze ook weleens geroepen. Maar het was donker en hij was zo verschrikkelijk bang geweest in dat bos en om zijn moeder. Daarom had hij niet zo'n zin in oudejaarsavond. Hij werd er zenuwachtig van en moest ook denken aan zijn moeder. Of ze niet weer gek ging doen en dat hij het niet wist dan.  

Hoe graag had ik deze herinnering voor hem willen wissen. Maar zo werkt het niet. Het leven is hard. Het leven voor pleegkinderen is extra hard. 

Het gaat overigens goed met de jongen. Hij is bijna 25 en ik denk dat ik niet wil weten wat hij dit jaar aan vuurwerk de lucht in schiet. Wel zou ik willen weten of hij nog weleens denkt aan toen hij 10 jaar was en oudjaar vierde. En of hij er nog last van heeft...

woensdag 26 november 2014

randvoorwaarden

Wij vonden het heel spannend wat er zou gebeuren als je kinderen van totaal verschillende afkomst bij elkaar zou laten wonen. 
We hebben geen voorwaarden als het gaat om achtergrond, cultuur of kleur. Bij ons hebben Nederlandse kinderen gewoond uit verschillende gezinnen. Zij zijn volwassen. 

De laatste jaren zijn de kinderen hoogstens voor de helft Nederlands. Nu wonen er vijf tussen de bijna vier jaar en vijftien in ons huis. Hun wortels zijn divers. De Antillen, Oost-Europa, midden en noord Afrika, Azië, Zuid-Amerika hebben voorouders geleverd. 

De een zijn moeder is boeddhist, de ander zijn vader moslim, een ander heeft een opa die voorganger is bij een Evangelische groep, weer een ander is niet religieus. 

Als dit scenario van te voren was gegeven, hadden we veel leeuwen en beren verwacht. Waren we er niet eens aan begonnen. Nu het zo gelopen is, bekijk je het achteraf. En het mooie is dat het gewoon werkt! 

De kinderen vormen met zijn vijven het gezin, de groep. Ze horen bij elkaar als broers/zussen, als lotgenoten, als kinderen. Ze leren van elkaar, leven met elkaar. Als ze boos zijn, hoor ik scheldwoorden die te maken hebben met afkomst. Maar dat is zelden echt gemeend. 

Soms denk ik dat wij niets doen. Dat we alleen voor de randvoorwaarden zorgen. Een schoon huis, een warm bed, fatsoenlijk eten, duidelijk ritme, veiligheid. Het echte werk doen ze zelf. 
Hoe kunnen wij ze leren om te delen? Om sociaal vaardig te worden? Om samen te spelen? Om in een groter verband te leven? Om ergens bij te horen? Daar hebben ze elkaar voor. 

Dat vinden ze zelf ook. Vanavond bleek dat weer. Ze waren allemaal vrij en hadden een leuke dag met elkaar. Buitenom de huishoudelijke randvoorwaarden waren wij niet actief met ze bezig. Ze hingen op de bank, lekker bij de kachel. 

Rachid vroeg me: "Ben jij morgen ook nog van plan iets te doen?" Zij gaan weer allemaal naar school. Ik zei dat ik lekker op de bank ging hangen natuurlijk. Het was bedoeld als grapje, maar hij keek zo serieus. Even had ik de neiging om uit de doeken te doen dat ik mijn dagen echt wel vul. Dat toch iemand die was en die vaatwasser en die stofzuiger en dat eten en en en... moet doen. Ik heb het maar niet gedaan. Laat hem maar denken dat het zo is. Laat hem vooral niet denken dat het zwaar is of druk. Laat hem denken dat ik als zij op school zitten, geen leven heb.

En hier zitten ze. Vol broederlijke liefde al wel een uur zonder iets te zeggen. Met lijnen uit Congo, Vietnam, Italië, Chili en Nederland. Evangelisch, atheïst en boeddhist. Maar nu gewoon uit één gezin, één huis, één gedeeld verleden. 

Vandaag was het dankdag in onze kerk. Er was veel te danken!


dinsdag 25 november 2014

geen vragen

En dan zijn er ook nog mensen die gewoon geen vragen stellen. Die kijken en doorgaan of die kijken en het ook zonder vragen begrijpen.

Van de zomer op de camping was er zo'n man. Eigenlijk zo'n echtpaar. Er was op de camping een beheerdersechtpaar. Man en vrouw, gepensioneerd, vitaal genoeg om nog wat te doen. Ze waren altijd in de buurt, straalden zoveel levensvreugde uit en plezier in wat ze deden, dat het de hele camping beïnvloedde. 

Natuurlijk zagen zij ook dat wij niet helemaal standaard waren. Maar dat was gewoon zo. En gaandeweg de week merkten we dat Piet en zijn vrouw ons aan alle kanten hielpen. 

Rachid was eigenlijk wat te oud voor de camping en Sam was een beetje te klein voor sommige dingen. Dus kreeg Rachid verantwoordelijkheid en Sam een hand. 

De kinderen vlogen voor hem. Waar Piet was, waren er kinderen. Elke morgen slopen Rachid en Yan om half 8 de tent uit om Piet te helpen met de dieren te voeren. De beloning was elke morgen een ei. Als een kostbaar kado kwamen ze er mee aandragen. Het werd direct gekookt en gebakken. 

Het werd zelfs zo dat Sam welterusten en goedemorgen ging zeggen aan Piets caravan. En toen we weggingen, overwoog Sam serieus of Piet geen bed had voor hem.

Piet vroeg niets over achtergronden en ouders en hoe en wat. Piet gaf de kinderen aandacht en een aai over hun bol. Hij informeerde uitgebreid naar wat ze gedaan hadden. Hij leidde ze af als het fout ging en corrigeerde waar nodig. Alles in sappig Amsterdams en zo gemoedelijk dat niemand zich afgewezen voelde. En werkelijk iedereen luisterde naar hem. 

Hij kwam informeren of onze vouwwagen droog was gebleven na de zoveelste hoosbui. Hielp de touwen weer strak zetten. Hield de boel in de gaten als we weg waren. 

Hij kwam niet bij ons koffiedrinken. We hadden geen diepgravende gesprekken, maar hij is de enige persoon van de camping waar ieder van ons meer mee had dan wie ook.

Wij weten niets van Piet. Hij weet niets van ons. Dat hielden we zo. Tot de laatste morgen. Terwijl hij de vloer dweilde en ik de afwas wegwerkte, vroeg ik hem of hij zelf kinderen had. Nee, die hadden ze niet. Meer hoefden we er niet over te zeggen. 
Ik voelde een verbondenheid met deze mensen die me ontroerde. 

Wat een geweldige mensen, wat super dat ze zo konden zorgen en geven en genieten van de kinderen. Ze vroegen er niets voor terug, maar kregen het wel. Soms is  geven ontvangen. 

zaterdag 22 november 2014

rare vragen

Gisteren noemde ik de vragen. De meest eigenaardige vragen krijg je met kinderen uit alle werelddelen. Toch had ik vanmiddag de meest rare te pakken.

De oudste twee jongens gingen vissen. Ik ging kijken met de andere kinderen. 
Op het strandje was het druk. Er was een viswedstrijd, de jongens zaten er een eindje naast en nog weer verder zaten vier mannen. Dat ze keken toen ik aankwam, zag ik wel. Maar het viel me niet echt op. 

Na een poos zitten en spelen in het zand en zien dat er heuse zeebaars en een fikse krab werden gevangen, wilde ik weer weg. Yan vond dat ik eerst in de emmer van de vier mannen moest gaan kijken. Daar zat pas vis in! Omdat het maar zo'n 25 meter verder was, liep ik met hem mee. De mannen waren aardig. Vooral Sam scoorde punten. Het zand zat tot in zijn haren. 

Ik keek in de emmer. Inderdaad goeie vangst! De mannen spraken niet helemaal vloeiend Nederlands, maar een van hen begon toch een gesprekje. Zijn alle kinderen van jou? Ja, zeg ik. En toen kwam de raarste vraag die ik ooit gehoord heb: Heb je ze allemaal zelf gemaakt? 
 Nee, dat heb ik niet. Maar hoe leg je pleegzorg uit aan iemand die maar half Nederlands spreekt? Ik moest erom lachen. Nee, zeg ik, ik heb maar 1 man hoor! Een Nederlandse. 

Dat hij het niet helemaal begreep, was wel duidelijk. 
Of mijn man niet jaloers was? Nou nee, ook niet. Ik zeg dat hij er net nog was, met die hond. Ja, dat hadden ze wel gezien. Ja, zegt de man, wij zijn internationaal. Hijzelf was Bulgaar, zijn ene maat Turk en de andere kwam uit Bosnië. Oke, zeg ik, wij zijn dat ook. Ook internationaal... 

We zullen het er maar op houden dat zijn blik bier wat hij in zijn hand had, niet de eerste was. En dat hij geen beter Nederlands voorhanden had om normale woorden te vinden. 

Het waren verder aardige mannen, maar ik hield het wel voor gezien. Toen Yan later voorstelde ook naar de vis van de mannen aan de andere kant te gaan kijken, heb ik maar bedankt voor de eer. Vandaag genoeg mannen gesproken....

vrijdag 21 november 2014

vakantiegevoel

De andere campinggasten waren aardig en vriendelijk. Ze keken heel neutraal of het de normaalste zaak van de wereld was dat wij daar met dit gezin waren. 

Praatjes bij de afwas, de douche, de zandbak en trampoline. Lekker weertje he? Staan jullie er al lang? Was het lang rijden? Druk op de weg? Ja en nee en natuurlijk en meer. We draaien al wat jaartjes mee en herkennen de blanco gezichten met flitsende ogen echt wel! En de luisterhouding natuurlijk. Wat zeggen die kinderen tegen ons en tegen elkaar. 

De derde dag komen de vragen. Dat is ook herkenbaar. Schijnbaar terloops en heel voorzichtig. Zijn het adoptiekinderen? Nee hoor, glimlach ik. Leuk stel heb je! Ja he, bevestig ik. Je hebt het er maar druk mee! Vind je? vraag ik. En zo kabbelen we verder. Ik grijns in stilte natuurlijk en vertel ook wel dat het pleegkinderen zijn. Okééé, zeggen de mensen met een uithaal. Nu begrijpen ze het! 

De volgende dag komt hoofdstuk 2 van de vragenlijst. Ze begrijpen er helemaal niets van. Ik probeer netjes te antwoorden en te schipperen tussen oprechte belangstelling en pure sensatie. 
De kinderen worden ook ondervraagd. Hoe oud is je broertje? Leuk broertje heb je! Jullie zijn met wel veel kindjes??? Past het wel allemaal in de vouwwagen?? 
De kinderen brengen alle vragen keurig bij ons. Onder het eten, buiten voor de tent, moet ik ze tegenhouden om niet met weidse armgebaren en veel nadrukkelijk wijzen te laten vertellen wie wat vroeg. 

En tegen het eind van de week regent het bijna vragen. De kinderen doen ook ontzettend hun best. Ze spelen voorbeeldig, kunnen prima delen, zijn beleefd en voorkomend. Gaan ongevraagd opruimen en helpen gevallen kinderen weer overeind. 

Tsjonge zeg, dacht toch iedereen dat pleegkinderen losgeslagen projectielen waren en zie hen! Als ik roep, komen ze. Moeten ze naar bed, fluitend verdwijnen ze richting douche. In de vouwwagen is het direct stil. Andere kinderen zie ik naar de douche gesleurd worden, zie ik krijsend en gillend op de tentvloer liggen als iets niet gaat zo zij willen. Ik zie kinderen een uur achter hun bord zitten kniezen. Die van ons eten in tien minuten en vliegen weer uit. 

Dit is werkelijk genieten. en de kinderen genieten ook. Het aparte is dat ze zo buiten de deur veel gezeglijker en minder wiebelig zijn dan thuis. 

Ik ben trots op ze. We wekken met zijn allen de indruk dat pleegzorg een fluitje van een cent is. 
Dat man en ik keihard werken door alles te plannen, uit te leggen, voor te wezen en ontzettend voorspelbaar zitten te zijn, dat zien de andere campinggasten niet. Dat hoeft ook niet. Het is een heerlijke week. Een week waar we allemaal met plezier op terugkijken en waar we hopelijk een levende reclame voor pleegzorg waren!!

donderdag 20 november 2014

vakantie

Afgelopen zomer gingen we op vakantie. We kochten een vouwwagen voor 8 personen uit het jaar nul. Brachten de hond naar het asiel en reden naar Drenthe.

Leuk Drenthe! Vroeger kwam ik daar als kind. Nu noodgedwongen. Twee kinderen hebben niet de juiste papieren om naar het buitenland te mogen.

Na een half uur rijden, dacht Yan dat we er waren. Nee, duurt nog wel even... Hij was erg zenuwachtig en druk. Eigenlijk was hij verschrikkelijk vervelend en irritant. We wisten waar het van kwam en hoopten op betere uren voor onderweg. 
Pablo was ook niet helemaal met twee benen op de grond. Hij ging voor het eerst kamperen. Eigenlijk ook voor het eerst op vakantie.

De camping was leuk. We waren iets later dan gepland. Het was zaterdagmiddag vier uur. De campinggasten hadden zich geïnstalleerd. Hoewel het een minicamping was, voelde dit niet helemaal zo. 
Het was net droog na een heleboel regen. voor mijn gevoel zaten alle campinggasten voor hun tent op een klapstoel met een klaptafel tussenin en een skottelbraai links van de vader. De kinderen liepen rond.

Onze auto is vrij groot. De aanhanger uit het jaar nul dus. Dat gaf al wat bekijks. toen de deuren van de auto opengingen en onze vijf wereldwonderen eruit rolden, zag ik de mensen bewegen. De voorstelling ging beginnen.

Laat ik het positief brengen. Wat leuk voor de hele camping dat wij zo laat waren. En wat een verrassing dat er niet 2 of 3 maar wel 5 kinderen uit die auto rolden! En dat de leeftijden zo moeilijk te schatten zijn dat de middelste drie even oud lijken. Ook heel bijzonder dat de jongens zoveel energie hadden na bijna 3 uur zitten. 
En dan hebben we het nog niet over de vouwwagen. Eentje die niet met een of twee drukken op knoppen zichzelf ontvouwt, nee die met 79 stokken en 13 touwtjes overeind komt. En wat dacht je van al die slaapzakken in alle kleuren van de regenboog en stoeltjes en tassen en zakken. Tsjongejonge, wat hebben we de mensen een puzzelwerk aangeboden. 

Het was even werken. We hadden samen geoefend thuis en het lukte ook wel allemaal, maar het was wel zweten. En fluisteren, want stel je voor dat je met zo'n aso-bende ook nog eens tegen elkaar gaat staan kafferen om lijntje zus of stok zo. Nee, complimenten voor onszelf. Het ding stond in rap tempo. Geen kind kwam storen. Alle vijf vermaakten ze zich prima. Af en toe reden ze even langs op fietsjes en skelters en vertelden wat er allemaal was. Je zou bijna denken dat we de hele weg aan een cursus hoe gedraag ik me op de camping hadden gedaan.

woensdag 19 november 2014

meeliften

Vorige week was ik niet helemaal in een jubelstemming. Op zich geen punt. Het duurt nooit lang en het is weer helemaal onbewolkt hier. 

Terugkijkend valt het me weer op hoe zeer de kinderen meeliften op mijn emoties. Op de gemiddelde dagen lijken het normale kinderen. Ze spelen, gaan naar school, doen de dingen die horen bij hun leeftijd en lijken zonder zorgen. Dat gaat weken zo. 

Maar dan heb ik een slechte dag en hoewel ik me inhoud, hebben zij hun radars uitstaan. En die zijn zo overgevoelig dat ze mijn stress feilloos opvangen. Direct zijn ze van slag. Alles is fout en anders en elke mug is een kudde olifanten. Ze kunnen niets van elkaar verdragen. Slaan elkaar nog net niet de hersens in. 

Mijn slechte dagen hebben eigenlijk niets met hen te maken. Maar ze doen me meer en meer beseffen dat ik hun basis ben geworden. Dat ze meedrijven op mijn evenwicht. Dat ze dat heel hard nodig hebben om zelf staande te blijven. Soms vliegt het me aan. Wat als ik ziek word? Als ik in het ziekenhuis terecht kom? Als ik er niet ben?

Onze relatie is ook zo'n ding. Ruzie maken doen we niet. In ieder geval niet als de kinderen erbij zijn. Dat is een feit, al vijftien jaar lang. Dat we elkaar weleens even de waarheid willen zeggen, is ook een feit. 
Maar als je dat moet uitstellen tot na tien uur, dan zijn de scherpe kantjes er al aardig af. Dus heel af en toe knettert het hier na tienen. 
Of heel af en toe ligt het in de lijn dat het gaat knetteren. De radars zijn zo scherp dat de kinderen de oplopende spanning allang hebben gesignaleerd. 
En zodra we de kinderen in bed hebben om de puntjes op de i te gaan zetten, dan klinkt er geroep of gehuil... 

Yan heeft er jaren voor gezorgd dat er ook na tienen geen ruzie was. Hij was dan diep in slaap en huilde. Alleen op de dagen dat de spanning in de lucht hing. En omdat mijn woede zo belachelijk is vergeleken met wat hij vroeger moest doorstaan, verdween de boze bui direct. Dan moesten we hem troosten en hem de illusie niet ontnemen dat het hier rustig en veilig was.

Zondagavond, na een paar dagen ergernis, was het ook weer tijd voor even krachtmeten. Maar het is ongelofelijk, want toen iedereen in slaap was, hoorde ik Sam roepen. Hij was ontroostbaar en wilde er uit. Dat was al maanden niet gebeurd. En ja, als je dan met zo'n half slapende, nasnikkende krullebol tussenin nog je eigen gelijk moet verdedigen met het nodige venijn... Dan lukt dat gewoon niet.

Eigenlijk zou ik moeten concluderen dat pleegzorg ontzettend goed is voor onze relatie!

dinsdag 18 november 2014

Bezoek aan huis...

De afgelopen week stoort het internet enorm. De meeste tijd is de verbinding verbroken of wordt verbroken. Hoogst irritant is dat. 
We wonen in het buitengebied en dat geeft altijd een trage verbinding. Maar nu lijkt het gewoon afgesloten. 
Na een paar telefoontjes komt de monteur. Ik hoor man afspreken. Tussen 4 en 6 is de handigste tijd. Hij is het ermee eens. Ik niet. 

Ik schiet gelijk in de stress. Tussen 4 en 6?? Dat is de meest onhandige tijd. Zo onhandig dat ik meestal zorg dat het eten al klaar staat en ik zo min mogelijk gebonden ben. Maar goed, we zullen zien. 

Ik denk terug aan andere bezoeken van monteurs. Voor de wasmachine, de verwarming en noem maar op. Ontzettend interessante bezoeken van onbekende mensen, vinden de kinderen. Ontzettend irritante bezoeken vind ik, waarbij de kinderen alle grenzen van het fatsoen proberen te overschrijden. 

Ik denk aan de verwarmingsmonteur. Een bedrijf wat een contract heeft met ons.  Op gezette tijden komt een man bekijken hoe de cv ervoor staat. Heel handig en prima voor de cv. Maar de man die hier jaren kwam, zal zich weleens achter zijn oren hebben gekrabd voor hij weer belde. 

Onze cv-ketel staat in de bijkeuken en toen Yan en Naomi twee hummels van 4, 5 of 6 waren, kwam hij ook. Hij installeerde zich in de bijkeuken en zij ook. Ik kreeg ze er niet weg. Zelf ging ik in de keuken zitten en met angst en beven wachtte ik af. 

Binnen de kortste keren begon het interview. Hoe heet je? Waar woon je? Zit je op voetbal? Heb je kinderen? Waarom niet? Vind je dit leuk werk? Kom je altijd binnen? Wil je eten? Moet ik snoep voor je pakken? Waarom heb je zulke schoenen aan? Vind je die echt mooi???? Hoef je je schoenen niet uit te doen?

Onze cv-ketel zit in een niet al te handige kast. Elke keer is het een strijd om bij alles te kunnen. Dus: wat zeg je? Ohhh, je zegt wel lelijke woorden zeg! Ze zitten in kleermakerszit tegen de muur, achter de man en rollen bijna om van het lachen. 
Woon je bij je moeder? Heb je geen moeder? Oh, wel, waarom woon je niet bij je moeder? 

Ik heb ze al tig keer geroepen en proberen af te leiden. Maar niets lukt. Nu moet ik wat meer optreden en sommeer ze direct naar de kamer te gaan en de meneer met rust te laten. Maar dat zijn ze niet van plan. 

Vind je ons vervelend? Grote onschuldige ogen. Twee keer nog al liefst. Heel Afrika en Azie charmeren de man en hij zegt gedwee: nee hoor! Zie je wel, zeggen ze verontwaardigd tegen mij, jij zeurt! Ik druip weer af.  
En ze hervatten het gesprek. Dus je woont niet bij je moeder? Waar woon je dan? Ga je naar de kerk? Gaat je moeder naar de kerk? 

Ik heb het gevoel dat ik gillend gek word. En dit is niet de eerste keer. Elke keer na zo’n marteling spreek ik ze aan. Ze glimlachen wat en snappen echt niet wat ik te zeuren heb. Die man vond ons wel leuk hoor, zeggen ze nadrukkelijk. Niet moeilijk om te bedenken waar het probleem ligt.


De monteur van vanmiddag kwam uiteindelijk twee uur eerder… En heeft het probleem niet opgelost. Dus morgen komt hij op herhaling en morgen is het woensdag. En dan zijn ze vrij en ze zijn nu wel ouder, maar niet veel wijzer als het om fatsoen gaat. De vragen zullen ongetwijfeld wel diepzinniger worden... Het was een stille, wat stugge meneer. Ik heb toch een vaag vermoeden van een diepte-interview…. We zullen het zien. 

zaterdag 15 november 2014

moeizaam

Vandaag is het eind van een taaie week. Er gingen afspraken niet door of juist wel. De kinderen waren boos en druk en ik was het ook. In hoeverre ik hen versterk weet ik niet, maar invloed hebben we zeker op elkaar. 

Deze week hoorde ik niets van een moeder die normaal elke week contact zoekt. Daar zit ik meer over in dan logisch is. Een andere moeder dook opeens weer op. Niet in ons blikveld, maar toch wel redelijk in de buurt. Aan haar dacht ik juist nooit meer. Even schakelen dus. 

En vanmiddag om 5 uur is er een feestje ter ere van het 25-jarig huwelijk van een schoonzus en zwager. Een echt feestje, maar alléén voor volwassenen. En dat ergert me ook weer. Ergernis dat ik niet kan. Ergernis dat ik toch op zoek ben gegaan naar oppas. Ergernis dat niemand het ziet zitten om hier te komen. Heel begrijpelijk natuurlijk. 
Om 5 uur beginnen, dat betekent dat je met het hele spul moet eten en ze op bed moet zien te krijgen. Een meisje van 17 redt dat niet, twee ook niet. 

Eigenlijk heb ik een compleet echtpaar nodig met de nodige ervaring. Schoonouders kunnen het wel, maar die zitten natuurlijk op hetzelfde feestje. Man gaat alleen. Ook geen punt, maar ik voel me toch licht schuldig dat we altijd half verstek laten gaan. Als wij jubilea gaan halen, dan houden we ook  feestjes, maar wel voor alle bijbehorende kinderen, tot de achterkleinkinderen toe, neem ik me voor!!

Vanmorgen begon het met regen. Dus iedereen vermaakt zich binnen. Maar gisteren regende het ook al. Na wat gedoe heen en weer gaan ze toch aan de gang. En dan is het opeen heel kalm en rustig om tien uur zaterdagmorgen. Iedereen speelt of is bezig en alle drama's van de afgelopen week liggen stil. 

Ik doe ook niet moeilijk. Figuurzagen in de keuken is prima. Dat Sam ondertussen gaatjes maakt met de handboor is ook erg leuk. Dat de gaatjes niet alleen in het muliplex kwamen, zie ik door de vingers. 
Ook de ingezaagde snede in de keukentafel is een kleinigheidje. Gelukkig is de tafel van het landelijke soort. Dat mag dan gewoon. 
Er worden mooie dingen gemaakt. 


En vanmiddag is er een groots moment. Rachid mag voor het eerst mee jagen. Met echte jagers en hij mag drijven. Daarna mag hij blijven eten, samen met de jagers. Iedereen is onder de indruk. Als de eerste knallen weerklinken, gaan ze naar buiten. Het is net droog. 
De jagers komen links en rechts voorbij. Liggen in onze tuin en naast ons huis in de sloot. 

De kinderen genieten! Ik probeer ze in de tuin te houden, maar dat lukt niet. Ze krijgen een hele zak lege kogelhulzen en zien de hazen buitelen. Alleen al het geweer wat de mannen dragen is super. En dat er dan ook echt een haas mee neergeschoten wordt!! 

Als de jagers even uit het zicht zijn naar een ander veld, oefenen ze. Ook met geweren. Yan geeft bevelen. Ze marcheren keurig, maar gaan ook plat op de buik als dat moet. Na 24 uur regen is dit wel erg leuk.


Hun kleren liggen nu in bad te weken. Het was hard boenen om de knieën en handen weer schoon te krijgen. Maar ik geloof dat we het ritme weer te pakken hebben.

donderdag 13 november 2014

naar bed

Yan gaat normaal om 9 uur naar bed. Naomi gaat een half uur eerder. Zij gaat zelf naar boven en na een paar minuten volgt een van ons. Dat gaat prima. 

Hoewel Yan anderhalf jaar ouder is, lukt het bij hem een stuk minder. Als hij naar boven moet, wacht hij net zo lang tot een van ons meeloopt de trap op. We moeten steeds in de buurt blijven. Hij kletst ondertussen en treuzelt en belandt uiteindelijk ook in bed. Dan moet ik nog een kwartier praten en ben ik klaar. 

Gisteravond hadden we huisbezoek. Rond kwart voor 9 zouden ze komen. Ik gaf Yan de keuze: of je gaat een half uur eerder of je gaat alleen naar bed. Hij ging zeker geen half uur eerder. Ik concludeerde dat hij dus alleen ging. Het voorwerk had ik gedaan; gordijnen dicht, pyjama klaarleggen..

Terwijl wij in de kamer zitten, is hij met Rachid in de werkkamer. Tien over 9 geef ik een seintje dat hij nu echt moet. Hij probeert toch of ik niet mee ga. Nee, dat doe ik niet. Na een paar minuten verschijnt zijn hoofd weer. Mag ik dan gelijk met Rachid? Nee, je gaat nu. Dan hoor ik niets meer. 

Als het bezoek om kwart over tien weggaat, heb ik al zeker vijf keer mijn naam horen schreeuwen van boven. Ik ga kijken. Hij zit rechtop in bed met een boek. Ik zie lichte paniek in zijn ogen. Ja, hij had ook zijn slaaptabletjes genomen, maar die werken niet. Hij moet ook nog naar de wc en ik heb nog niet met hem gezongen. 
Hij legt het boek weg, gaat naar de wc, gaat liggen, doet zijn ogen dicht en ik denk dat hij direct sliep. Ik zucht maar eens diep. Boos worden helpt niet. Hij kan hier niet tegen. Alles moet hetzelfde zijn en heel soms is dat even niet zo. 

Vanmorgen vertelde hij trots tegen de anderen dat hij 'lekker tot kwart over tien had gelezen'. Hij lacht triomfantelijk. Had hij dat even goed voor elkaar. Ik laat het maar zo. Zeg niets. Vraag ook maar niets over het boek waarin hij las. 
Het was Your own English, een afgeschreven basisschoolboek voor Engels...

Ik moet denken aan een gedichtje wat heel vroeger, toen ik nog gewoon werkte, in mijn lokaal hing: 


Schipbreuk

Ik wilde me inschepen voor
een land waar ik nog niet bestond

onderweg ben ik verdronken

alleen om niet al te weerloos
aan te spoelen later
lieg ik een vlot
lieg ik een reddingsboei
lieg ik mijn hoofd boven water

---------------------------------
uit: 'Tegenspelen tijd' 1979


Schrijver: Ellen Warmond