donderdag 4 december 2014

reactie

Als het om pleegzorg gaat, heb ik mijn emoties aardig onder controle. Vind ik. Als het om de kinderen gaat, ben ik aardig vasthoudend. Sommige dingen laten me niet los en ik blijf zoeken naar een antwoord. Soms helemaal belachelijk natuurlijk. Een van die dingen is de moeder van Sam. Ik heb teveel vragen om haar met rust te laten. Het is lastig als iemand geen adres of telefoon heeft en liefst zo onzichtbaar mogelijk blijft voor instanties.

Sam is bijna jarig. Dit wordt zijn vierde verjaardag bij ons. Toen hij twee werd, ging ik om cadeautjes voor hem. Ik moest op zaterdagmorgen grote pleegdochter bij haar zaterdagbaantje afzetten in een naburige stad. Dat kon ik goed combineren met cadeaus uitzoeken.

Nu wist ik dat de moeder van Sam in deze stad een zwervend bestaan leidt. Ik wist ook dat ze vaak rondhing bij de winkels. Was ik in de stad, dan keek ik net iets geïnteresseerder naar de medemens dan normaal.  

Na een uurtje productief winkelen zonder kinderen ging ik richting auto. Auto stond in de parkeergarage bij een overdekt winkelcentrum. Naast de betaalautomaten van de parkeergarage stonden en zaten wat mensen. Overduidelijk mensen die niet modaal waren. Opeens gaan mijn bellen rinkelen!! Ik besluit nog niet te betalen, maar een van de winkels rondom het pleintje in te gaan. 

En terwijl ik de kerstengeltjes van de Blokker bekijk, heb ik een prachtig uitzicht. Op nog geen vijf meter van me staan zo'n tien mensen. Allemaal mannen en één vrouw. Ik zie haar vanaf de zijkant. Er is geen twijfel mogelijk, dit is de moeder!! Iets in haar gezicht en structuur van haar huid maakt dat ik er Sam in zie. 

Ik verplaats mezelf richting kerstballen om nog beter te kunnen kijken. Gehurkt probeer ik ook wat op te vangen tussen de schappen door. Onvoorstelbaar dat ik haar zie, dat ik het lichaam zie waar Sam in groeide. Ik sta daar met mijn cadeautjes voor Sam, met andere zaken die zijn tweede verjaardag tot een waar feest moeten maken. 

En ik voel een ongelofelijke woede in me omhoog borrelen. Het wordt me bijna rood voor de ogen zo ontzettend kwaad ben ik. Staat ze daar te lummelen en te hangen en dom te doen. Háár zoon is bijna jarig. Zíj had die cadeautjes moeten kopen. Zij had moeten nadenken wat hij wilde, wat hem leuk zou staan, waar hij blij van wordt. 
Nu is hij afhankelijk van een wildvreemde mevrouw en meneer en zij laat dat gewoon gebeuren... 

Ik ga mijn parkeerkaart betalen. Ik ga naar huis. Naar Sam. Naar het kind waar ik met hart en ziel aan verknocht ben. Die verjaardag komt goed. Alles komt goed. Hij wordt werkelijk bedolven onder onze liefde. Toch blijft het me verbazen dat het zien van iemand alle voorgaande gedachten opzij kan zetten. Ik had niet verwacht dat ik zo vol woede zat richting haar. 

Nu is ze verdwenen. Vaak bedenk ik dat ik meer moeite had moeten doen om haar te spreken. Om haar te kennen. Misschien om Sam te herkennen in zijn moeder. Ik kan hem niets vertellen over haar. Toch leeft er iets van haar in hem voort. Het blijft lastig. Misschien komt er ooit een herkansing.

1 opmerking:

  1. Wat een lastige situatie, vervelend dat de ouders geen contact meer hebben met het kind. Gelukkig die ervaring nog niet gehad.

    BeantwoordenVerwijderen