vrijdag 31 oktober 2014

aangetekende brief



Vanmiddag was ik even weg en kwam de post. Een aangetekende brief. Yan is 11 en deed de deur open. Of hij wilde tekenen. Nu is hij erg klein voor zijn leeftijd en schat men hem eerder op 7 dan op 11. Toch was zijn handtekening genoeg! Hij vertelde dat hij alleen zijn voornaam op moest schrijven. Beetje apart wel. Vooral omdat het een brief van de rechtbank was. 

In het nieuwe jaar worden we opgeroepen om de voogdij over Sam te krijgen. Het zat er aan te komen, al jaren eigenlijk. 
Natuurlijk gaan we dat doen. Sam kwam hier zo jong en van zijn vader of moeder is na bijna vier jaar nog steeds geen spoor. 

We zijn benieuwd. Sam is een verrassend geval. Zo is zijn achternaam pas veranderd. Tijdens de zwangerschap bleek moeder officieel gehuwd met een onbereikbare Rus. Dat hij de vader niet is, is overduidelijk. Of er moeten negroïde Russen zijn? 
De naam die hij in eerste instantie kreeg was die van moeder. Nu dus van de man die officieel moeders man was tijdens de zwangerschap en geboorte, maar niet zijn vader is. Voor de duidelijkheid heeft moeder net na de geboorte een andere naam genoemd als vader en weer later bleek deze man toch niet de echte vader en kwam er weer een naam. We houden de namen bij en mocht hij ooit willen weten hoe het zit, dan kan hij aan de slag. 


Het zal een eenvoudige zitting zijn. Moeder zal er niet zijn. Zij woont ergens ver weg. Ik schat minstens 1000 km van de rechtbank. Dan is het een formaliteit. 


Sam hangt van formaliteiten aan elkaar. Toen ik hem liet inschrijven in onze gemeente, bleek hij niet te bestaan. Er was iets mis gegaan… Toch had ik het levende  bewijs van zijn bestaansrecht bij me. Dus met wat kunst en vliegwerk kwam hij de burgerlijke stand in. Zonder nationaliteit en zonder status. 
Dus drie maanden na aangifte kreeg ik een pak papier. Ik ging getrouw invullen, maar haakte toch af. Of hij gehuwd was of hij werkte, werkvergunning , verblijfsvergunning, kinderen, land van herkomst. Alles niet op hem van toepassing. Dus maar gebeld en gebeld en heeeeel lang gewacht. Bij de IND is een half uur wachten niet vreemd.  Uiteindelijk wist niemand meer wat er nu moest en kon ik de papieren weggooien. 

En nu leeft hij bijna vier jaar en is nog steeds zonder status. Beetje eng soms als ik verhalen lees in de krant over asielzoekerskinderen. Aan de andere kant kan alles gewoon doorgaan. 
Na een wereldreis naar Den Haag naar de ambassade van zijn moeders land, dacht ik het rond te hebben. Maar mooi niet. Moeders naam was niet juist, dus begon het circus opnieuw. 

Ondertussen bezoeken we met regelmaat het ziekenhuis vanwege zijn astma en elke keer vragen ze om zijn id-kaart. Nee, heeft ie niet. Moet wel hoor mevrouw!! Jahaa, weet ik maar kan niet. Ja maar in de toekomst, volgend jaar, dan …. Jahaa, ik weet het maar ik kan ook niets. 

Staat hij bij de zorgverzekering ook nog eens als meisje ingeschreven. Dus kijken ze af en toe verbaasd of hij echt de persoon is waar de papieren bij horen. Jaja, hij is het hoor, hij heeft een naam die je zowel een jongen als meisje kan geven, maar het is aantoonbaar een kerel! 

We zouden de voogdij krijgen als hij legaal en wettig zou zijn. Dat zit er nog niet in. Maar we zullen het wel zien. Zodra we zijn wettige voogden zijn, ga ik maar een week bellen denk ik. 
Dit is ook een aspect van pleegzorg, maar een die ik niet leuk vindt.

woensdag 29 oktober 2014

Samen uit


Het is jaren geleden dat we samen weg gingen. 
Eerlijk gezegd kan ik het me niet eens meer heugen… Is dat erg? Ik vind van niet. Men vindt van wel. Nooit eens tijd voor zijn tweeën? Nooit eens echt helemaal eruit. Nee, nooit. Dat klopt. En ik vind het prima zo. 

Ik zeg het weleens aan tafel. Dat ik nodig eens een avondje weg moet met pleegvader. Ja, daag. Waarom? Waar moet je dan heen? Nou, ehhh ergens eten of zo? Maar dan gaan wij mee hoor! Hoe haal ik het in mijn hoofd, vinden ze. En dat vind ik ook. Alsof ik ergens kan gaan eten en het leuk hebben, terwijl zij thuis zijn? Nee dat gaat mooi niet door. ‘Had je ons maar niet moeten nemen!’ zeggen ze. En dat ze ook van eten houden. Gaan we gewoon weer naar de wok. Ja toch? Vond je toch ook superleuk? En zo is het maar net.

We zijn het afgelopen jaar een paar keer naar de wok geweest. Met alle kinderen, uiteraard. De eerste keer kwam ongepland. Maar tot onze verbazing wisten ze zich keurig te gedragen. Wisten ze echt te genieten van allerlei bijzondere dingen. Hielden ze hun stemmen keurig op restaurantniveau en praten ze weken later nog over de leuke avond. Dat vroeg om meer. En dat kwam er ook. Steeds bij een andere wok. 

En nu heeft pleegvader een andere baan en dus een afscheid van de vorige baan. En werd ik gebeld of ik iets wist om hem te geven. Ik moet erom lachen. Ze kennen hem goed. ‘Zeker geen dinerbon?’ Nee, alsjeblieft niet. Dan voelen we ons erg bezwaard omdat hij er maar ligt of omdat we hem toch doorgeven. 

Maar al pratend komen we tot een idee. En nu liggen er twee vette bonnen voor de wok! We kunnen daarvan ruimschoots met zijn zevenen gaan wokken. Dat vinden ze leuk! En wij ook. 

Maar het afscheid is nog niet afgerond. Vanavond moeten we toch samen weg. Voor een laatste afscheidsetentje. Kan hij niet alleen? Vroegen ze gisteravond. Nee, dat kan echt niet. Heel soms MOET ik mee. En het is ook gewoon leuk natuurlijk. 
Ik laat ze de uitnodiging zien. Ja ze weten waar het is. Het menu staat er ook op. 
Yan bestudeert het. Kijkt me onderzoekend aan en adviseert dan: ‘Ik zou niet gaan hoor! Dit lust jij echt niet!’


dinsdag 28 oktober 2014

meisje



Gisteren moest ik glimlachen om een nieuwsbericht wat via de site van de Telegraaf werd verspreid. 
Overigens was het een triest verhaal. De melding dat er een baby in een vuilcontainer werd gevonden. 
Het glimlachen betrof het bericht erna. Een pleeggezin heeft zich over het kind ontfermd. Jezelf ontfermen over een pasgeborene. Het klonk alsof het een wonder was dat dit pleeggezin het deed. 

Ik zie het zo voor me dat het pleeggezin in blijde verwachting het kind heeft aangepakt en liefdevol omvat. Je kunt niet anders toch? Zeker niet met dit verhaal. Als je als pleeggezin wacht op een plaatsing en je krijgt zo’n klein meisje, dan is het ondanks alles feest in huis! Nee, geen wonder dat het gezin zich ontfermde over het kind. 

Maar wat een wonder dat het zaterdagnacht niet stormde, zoals eerder deze week. Dat er om 3.45 uur iemand langsliep in die straat. Dat het gehuil te horen was! Wat een wonder dat de brandweer op tijd was. Dat het kindje in het ziekenhuis stabiel bleek en dat het nu al in een gezin mag zijn. 
Ik denk de hele dag aan dit verhaal. Aan dit kind. Wat een afschuwelijke manier om aan te geven dat je zelf niet voor dit kind kan zorgen. Wie legde dit kind op de meest trieste plaats die er is? Hoe kwam het erin? Was het de moeder? Of is die niet bij machte om het kind terug te eisen? Wie heeft het kindje aangekleed? Heeft het een naam? Of bestond het nog niet op papier? Wat ga je dit kind later vertellen? 

Ik moet denken aan de komst van Sam. Hij werd in het ziekenhuis achtergelaten. Heel wat beter dan in een vuilcontainer. En toch vond ik Sam ook zo eenzaam in dat schone bedje. 

Lief meisje, wat ben moederziel alleen. Mag je leven vol liefde en voorspoed zijn. 


Baby in ondergrondse container gevonden
AMSTERDAM - 
UPDATE 16.21 uur - Een pasgeboren baby is zondagochtend vroeg gevonden in een ondergrondse vuilcontainer in Amsterdam.
Het meisje van een paar dagen oud werd zondagochtend rond 03.45 uur gevonden in een ondergrondse container in de Fritz Conijnstraat. Een voorbijganger hoorde gehuil uit de container komen. De brandweer heeft het meisje, dat kleertjes aanhad, uit haar benarde positie bevrijd. Ze is naar het ziekenhuis gebracht. Haar toestand was stabiel.
De politie is op zoek naar mensen die iets gezien of gehoord hebben.
De ouders van de pasgeboren baby, zijn nog altijd spoorloos. De politie is al de hele dag op zoek naar de vader en de moeder, maar heeft nog geen idee wie dat zijn, aldus een woordvoerder.
De politie heeft de vuilcontainer meegenomen voor onderzoek. ,,De spullen die erin zitten worden onderzocht, omdat ze misschien een aanwijzing kunnen opleveren", zei de politie.

maandag 27 oktober 2014

zwaar

Vaak kijken mensen mij verbijsterd aan. Vijf pleegkinderen!!!?? Heb je je verstand wel? Zie ik ze denken, terwijl ze vragen: 'Is dat niet zwaaaar?' Nee, ik vind het niet zwaar. 

Het gewone huishoudelijke werk is niet anders dan bij eigen kinderen. Er is wel wat meer geregel met afspraken en bezoeken. Er zijn meer problemen misschien. Meer overleg met school. En in ons gezin zeker meer geluid. Maar zwaar? Nee.

Deze week reed ik twee uur naar de andere kant van het land. Ik bracht Rachid bij zijn moeder voor een bezoek en ging met Naomi twintig kilometer verder om haar moeder te bezoeken. 

De kinderen hadden er naar uitgekeken. Voor Naomi was het voor het eerst dat ze het huis van haar moeder bezocht. Ze had mooie sterren versierd en beschreven voor moeder. 

Als we komen, staat moeder al op de uitkijk. Een goed begin. 
Binnengekomen wil moeder direct Naomi's haar gaan doen. De vlechtjes gaan los. Het haar wordt ingesmeerd met een bepaalde zalf. Daarna water erop en masseren. 

Moeder wil dit al jaren. Gaf me ooit een pakket om het te doen. Ik durf het niet. Het is een bijtend spulletje en je moet goed uitkijken voor huid en ogen. Moeder masseert en wrijft. Naomi kijkt bang. Het kriebelt erg en eigenlijk doet het pijn. 
Gelukkig wordt het weer uitgespoeld. Haar shirt gaat op de verwarming, die is helemaal nat. Ook de sokken. Moeder gaat föhnen en kammen. 

Twee uur duurt dit. En Naomi zit heel stil te bibberen in haar natte hemd en ook te huilen. Moeder rukt en trekt. Het MOET gekamd. Ik zit erbij en weet niet wat ik moet doen. Ik benoem de tranen. Moeder troost, maar gaat daarna weer verder. En weer benoem ik de tranen en nog een kwartiertje en 'je wilt dit ook he?'. 

Naomi zegt niets. Ze wil dit helemaal niet. Maar ze wil zo graag moeder blij maken. Als het eindelijk klaar is, laat moeder het resultaat in de spiegel zien. Met een dun stemmetje zegt Naomi: 'Mooi. Dat je dat kan!'

Snel gaan we naar de stad. Snel worden er wat kleren gekocht. En snel wordt er afscheid genomen. Tot over misschien wel een half jaar. Als we wegrijden, kunnen we niet zwaaien. We zien alleen moeders rug.

Is pleegzorg zwaar? Ja, het is verschrikkelijk en afschuwelijk zwaar. Het is zwaar om later in de auto haar te zien huilen. Zonder geluid. Omdat het zo tegenviel. Omdat ze honger heeft, omdat moeder haar geen eten of drinken gaf. En thuis weer. Weer zonder geluid. Nu om de hartjes die nog bij moeder op de bank liggen en die ze niet eens uitpakte. En omdat moeder niet praatte en niets vroeg. En als ze naar bed gaat, is er nog steeds verdriet. Dit vind ik het moeilijkste van pleegzorg. Dat je verdriet ziet, dat je werkelijk alles wilt doen, maar dat je niets kan.

zaterdag 25 oktober 2014

hardleers



Na de vorige stadervaring niet wijzer geworden, liep ik gisteren met vijf kinderen in de stad. Helemaal niet handig, maar het kon even niet anders. Misschien is dit de manier. 

We gingen om vier uur.  De stad was ongeveer leeg. Eerst naar de schoenenwinkel. De jongste moest nieuwe laarzen, de een na jongste nieuwe schoenen en de middelste moest ook schoenen. 

In de schoenenwinkel ga ik eerst met Pablo aan de gang. Hij is het meest ongedurig en zit al met de lego te spelen. Zoek jij maar schoenen, stelt hij voor. Nee, ik heb jouw voeten nodig! 

Rachid stelt voor om alvast laarzen te passen met Sam. En ik stuur Naomi richting meidenrij. Yan informeert welke maat Pablo heeft en hij helpt mij. Dit is grappig. Niets georganiseerd en toch loopt het gesmeerd. 

Na een half uur staan we bij de kassa. De dames achter de kassa zijn helemaal vertederd door de kinderen. Ze doen ook echt hun best. 

Op naar de H&M. Ik dicteer het lijstje. Ook daar is het vrijwel leeg. Ik moet broeken voor de twee jongsten. Wil ze zelf de kleur laten kiezen, maar het boeit ze niets. Wel de stof, daar wordt aan gevoeld. Ondertussen zien de twee oudsten ook allerlei interessant. 

Uiteindelijk loop ik met een reusachtige berg kleren over mijn arm. Zolang het tempo erin blijft, gaat dit prima. Hup naar beneden, naar de kassa. 
Bij de kassa zien ze leuke haarstukjes en wil Sam klimmen. Dus gaan ze alvast buiten wachten. Net als ik weg wil lopen, willen ze weer naar binnen. Wat gaan we nog meer doen? 

Buiten stormt en regent het. De speelgoedwinkel? Nee, dat vind ik teveel risico. Rachid wil nog een kadootje kopen voor zijn moeder die vandaag jarig is. Onderweg komen we langs de warme broodjes van de Hema. Inmiddels is het bijna vijf uur. Ahhh, hun magen herkennen de geur. Goed idee. 
Rachid gaat alleen naar de winkel en ik koop broodjes en een ijsje. Goede reden om ze buiten te laten wachten voor de volgende winkel. Ik ren achter Rachid aan. Lukt het? Nee, ja, weet niet. Kadootje gevonden, betaald. En hup naar de auto. Ieder sjouwt zijn eigen aankopen mee. Het was leuk. Die tevreden snuitjes in de auto. En ik kan voorlopig weer vooruit met de kleren.’s Avonds staan de nieuwe laarsjes voor Sams bed.

woensdag 22 oktober 2014

je weet het maar nooit



Ik zit op een morgen met een groepje vrouwen in een huis. We zijn uitgenodigd. Ik ken de gastvrouw, ik ken de rest nauwelijks. 

Het gesprek kabbelt en komt op pleegzorg. Sinds we pleegkinderen hebben, zijn we een beetje bijzonder geworden. Saaie verjaardagen lijken soms opgeleukt te moeten worden met onze pleegervaringen. Dat is lastig. 

Ook nu komt het gesprek op pleegzorg. Niet iedereen weet dat wij pleegkinderen hebben. O, doen jullie aan pleegzorg? Ja, daar doen we aan. 
Een van de dames weet er alles van. Ja, wij hebben er ook over gedacht hoor!! Maar wij doen het niet. Ze zwijgt even. Laat merken dat er echt heeeel goed over is nagedacht… 

En dan komt de reden: Je weet namelijk nooit wat je in huis haalt

En laat ik nou net allergisch zijn voor deze reden en laat ik nou net niet altijd het juiste woord op de juiste plaats weten te zeggen. Mijn bloed begint spontaan te koken. Ik hou me in en zeg heel venijnig: Dat wist ..(gastvrouw).. vanmorgen toch ook niet?? Wat ze in huis haalde??? 

De gezellige damesclub is stil. Sorry, sorry, dit klonk inderdaad te hard. Ik probeer grappig te doen: “ Misschien kom ik wel met een ander doel. De antieke lepeltjes meenemen bijvoorbeeld."  Of je man verleiden denk ik er heel vals en flauw achteraan. 

Voor mij is de morgen verpest. Ik zie de gezichten van de kinderen voor me. Zo ze vanmorgen argeloos hun brood aten, naar me zwaaiden bij de bus, wegreden op de scooter met nog net een grote armzwaai aan het eind omdat ze wist dat ik altijd even nakijk. 

Dus ik weet niet wat ik in huis haal?? Ik weet heel goed wat ik in huis haal. Ik haal kinderen in huis met een hart en een ziel. Een groot en beschadigd en liefdevol hart en een tere, eenzame ziel. Met een heleboel gedragingen die echt niet kunnen. Die soms te gek zijn om je voor te stellen. Maar die zo goed te begrijpen zijn als je hun levensweg hoort. 

Het gesprek gaat verder. De goed doordachte mevrouw voert het hoogste woord. Mijn venijn heeft haar niet bereikt. Gelukkig maar. Misschien. In mij blijft het knagen.