woensdag 8 oktober 2014

groot kind



Het blijft hier in ziekenhuissfeer. Rond 11 uur ’s morgens gaat de telefoon. Volwassen pleegzoon aan de lijn. Ja, hoi, ja ….eh… ben je thuis? 
Ik schrik. Dit klopt niet. Hij werkt altijd en belt nooit voor 5 uur ’s middags. Allerlei gedachten schieten door mijn hoofd. 

Hij zit alleen in zijn huis. Heeft zijn sleutelbeen gebroken en ik hoor lichte paniek in zijn stem. Het steekt er gewoon uit en als het verkleurd moet ik direct terugkomen. Ben jij thuis? 

Ja, ik ben altijd thuis. Kom je? Zal ik je halen? Nee, hij rijdt zelf. Dat kan makkelijk en hij komt er nu aan. 

En zo zit ik na jaren weer met hem aan tafel voor het middageten. Het is vreemd vertrouwd. Alsof hij vorige week pas wegging en niet zes jaar geleden. 
We eten ons brood en praten. Hij is dezelfde rustige, lieve jongen en in de loop van de middag en avond verbaast het me hoe hij zich weer voegt in ons gezin. 

De kinderen zijn erg blij hem te zien. En hij weet ze alle vijf op niveau aandacht te geven. Op zijn eigen rustige manier. Ze hangen rond hem heen, vechten om naast hem te zitten bij het eten. 

Halverwege de maaltijd wil Pablo van 6 een belangrijke mededeling doen. Hij krijgt iedereen stil. Kijkt met vochtige hondenogen de grote gast aan en deelt plechtig mee dat hij vanavond uit zijn lievelingsschaaltje de vla mag eten. Wat een eer!

’s Avonds wordt er gevoetbald, gedamd, stratego gespeeld, telefoons bewonderd, herinneringen opgehaald. Als ze naar bed gaan, stellen ze voor dat hij blijft slapen. Iedereen wil wel zijn bed afstaan. Dat is niet nodig, hij gaat zo weer naar zijn eigen huis. O ja, nou kom je dan de hele week eten? Zolang als je je arm niet kan gebruiken? 

Ze smeken en onderhandelen en hij glimlacht erom en geniet er toch wel van dat ze hem zo waarderen. Met de oudste twee was hij hier kind, de anderen kwamen toen hij al lang op zichzelf woonde. Hij komt regelmatig even langs. Maar altijd ’s avonds en vaak als ze al slapen. 

’s Nachts roept Sam. Als ik bij hem ben, is het eerste wat hij vraagt: ‘Is HIJ er nog?’ Na mijn nee, een diepe zucht. ‘Komt hij dan morgen?’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten