dinsdag 29 december 2015

risico

We hebben dus een baby. Hij kwam op vrijdagavond. We hadden vier uur voorbereidingstijd en dat was genoeg. Gaandeweg de vier weken dat hij er nu is, heb ik allerlei handige dingen uit kasten en van zolder gehaald. We kunnen vooruit. Maar weten niet of dat moet. 

Het is namelijk nog steeds niet duidelijk of hij hier blijft of verder moet. En dat kost veel energie. Dat we elke nacht tenminste 1 keer voor de fles en een keer of 3 voor een aai over het bolletje eruit moeten, kost minder energie dan deze onzekerheid. 

Moeder wil hem heel erg graag bij ons houden. Jeugdzorg vindt dat we te veel risico nemen. Onze aandacht moet nu naar de vijf kinderen die we hebben gaan. Een baby met bijbehorende contacten kost gewoon te veel energie. Het risico is te groot dat er daardoor vervelende situaties ontstaan. En die vijf die we hebben, die zien ze het liefst allemaal achttien worden bij ons. En dat begrijp ik. Ze hebben inderdaad een punt. 
Maar het is ook een groot punt dat deze moeder niet snel een vreemd pleeggezin zal bezoeken. En het is ook een feit dat deze baby bij ons meer kansen heeft op een betrokken moeder dan elders. 

Het is zo lastig en het kost te veel denkwerk. Er worden allerlei gesprekken gevoerd, want er zijn wel vijf instanties betrokken. En ondertussen zorgen wij voor een lieve, zoete baby. Een kindje wat zich moeiteloos voegt en inpast. Waar vooral Sam en Yan stapelverliefd op zijn. Een kind wat al eenkennig lijkt te reageren op bezoek. Een kind waar we elke dag een beetje moeilijker van los kunnen komen. 

Moeder is op dit moment psychiatrisch. En de spanning wordt haar te veel en ze gaat dreigen. Als ze geen zekerheid krijgt, dan komt ze hem vanavond ophalen... Maar haar toestand is nu zo slecht dat dat echt niet mag gebeuren. Dan gaat het onder toezicht worden in plaats van vrijwillig. En dus veren we die avond bij elke auto overeind. 

Vader is er ook nog ergens. En hij mag niet in de buurt komen. Hij lijkt het niet te weten waar we wonen, maar garanties hebben we niet. We zijn op ons hoede. 
Met de kerstpost hebben we 's avonds regelmatig een auto die even stopt om iets in de bus te gooien. Dat is lastig, want geeft onrust. 
Er wordt om 9 uur aangebeld. Iemand brengt een kadobon voor vrijwilligerswerk.. Rachid wil de deur opendoen. Ik snauw hem weg. Nou ja, zegtie, doe niet zo ráár!! En hij heeft gelijk. Ik leg het hem uit. Zo zakelijk mogelijk. Geen paniek in de tent. 

Dan zitten we zondagavond in huis en verwachten niemand. Het is rond acht uur en er stopt een bus voor het huis. Yan gaat staan. Er stopt een bus, deelt hij mee. Er stapt een man uit, vervolgt hij. Mijn hart schiet in mn keel. Ik ren naar de bijkeuken, draai de deur op slot, laat de hond vrij en loop naar de voordeur. We hebben zo'n luikje, daar kan niemand door en dan die hond. 
Maar bij de voordeur staat Sam met een brede grijns en een wijdopen deur. Een man brengt de HelloFresh-box van de buren... 
Hij keek wat verbijsterd. Ik weet niet wat hij precies meekreeg. Voor ons was het duidelijk. Dit gaf wel aan dat er risico was en dat wij dat niet kunnen voorkomen. 

's Avonds hebben we kalm en rustig tegen elkaar gezegd dat we ondanks de hoop en de tranen enzovoort toch achter het besluit van Jeugdzorg zullen staan. 

En dan belt moeder vandaag. Ze is rustig en verstandig. We praten en ze geeft aan waarom hij bij ons moet blijven. En daar gaan we weer.... Want stiekem hopen wij dat ook, al zijn we nu wel zover dat we begrijpen waarom het beter is als hij elders verdergaat. Voor moeder zijn wij de beste plek. Vanuit haar standpunt gezien is dat ook zo. Maar welk risico nemen we dan? Kunnen wij een goede inschatting maken? 
We zijn er nog niet.

donderdag 17 december 2015

de invaller

Sam is erg gesteld op niet te veel wisselende mensen. Dus ik moet altijd thuis zijn en de eigen juf altijd op school. 
Ik ben inderdaad vrijwel altijd aanwezig, maar de juf heeft weleens een cursus of een overleg en dat is niet leuk, volgens Sam.

Van de week komt hij met hoogrode wangen uit school. Ik voel zijn hoofd en kijk hem eens goed in de ogen. Geen koorts, maar wel beetje vreemd gezicht. Ben je ziek? vraag ik. Nee, of misschien, maar de juf zei dat hij het zelf mocht weten of hij nog kwam. 

Ik krijg er geen hoogte van en bel de juf tussen de middag. Die is in bespreking. En dat weet Sam opeens ook en dan komt de aap uit de mouw. De juf zou er vanmiddag niet zijn, maar die andere. En dus is Sam ziek en gaat niet. Ik vind dat hij wel moet en dat hij niet ziek is. Ik moet met de baby naar het consultatiebureau en dan is Sam erbij niet heel handig. 

Maar hij is vastbesloten. Hij gaat niet. Geen jas en geen schoenen aan. Ik soebat en onderhandel en eindelijk zijn we zover dat we weg kunnen. Ik stel voor in ieder geval even te kijken of het echt wel zo is. 

Sam loopt naast me naar binnen en kijkt me met zwarte, beschuldigende ogen aan. Zie je wel! Die andere juf. Misschien is ze er maar een uurtje? probeer ik. Dat moet ik vragen. Nee, ze is er de hele middag. De eigen juf is er wel in een andere ruimte. Ook daar maar even kijken. En nu jas uit en hup die klas in. 

Maar dat gebeurt niet. Sam is woedend. Hij stampt de school uit en staat op het plein te spetteren van woede. Hij gaat niet!!! Andere juf probeert nog wat en nog een oude peuterjuf, maar Sam is zo ontzettend woedend en vastbesloten dat hij opeens naar de fietsen rent en wegspeert. 

Ik heb er de slappe lach van. Het is zo ontzettend grappig om die boze kop van Sam te zien. Als hij wegfietst, wordt het serieus. Ik schreeuw dat hij niet hoeft en kom maar terug. Dat doet hij niet. Op veilige afstand van school staat hij startklaar met zijn fiets. Ik met de maxicosy in de auto er achteraan. Het is een serieuze achtervolging. Hij laat zich niet pakken. 
Uiteindelijk heb ik hem toch. Hij gelooft me dat hij niet hoeft en stapt in. Fiets in de koffer en wij naar het bureautje. 

Daar is Sam een voorbeeldige grote broer. Terug in de auto vertelt hij baby wat een rotmevrouw het wel niet was die hem zo'n rotprik gaf. 
Als we in de buurt van thuis komen, deelt hij mee dat hij eigenlijk naar school wil. Ik breng hem er gelijk. Hij stapt uit de auto en zegt dat ik niet mee hoef te lopen hoor. Huppelend verdwijnt hij naar binnen. 

Bijzonder mens die Sam. 's Avonds aan tafel vertelt hij het zelf aan de rest. Het klinkt niet echt als een stoer verhaal, maar meer als iets wat hij dus gewoon niet pikt. Dat wordt nog wat voor hij in groep 8 zit... 
Als pleegvader gaat danken voor het eten, zegt Sam even nonchalant ertussendoor 'hé, uhh, bid maar even voor mijn juf hoor. Dat ze er morgen echt is."

zaterdag 5 december 2015

onverwacht

Vrijdagmiddag 5 uur gaat de telefoon. Of we een baby kunnen hebben van vier maanden. Het is crisis. Het kindje moet zo snel mogelijk naar een veilige plek. Dat wil ik. 

Er volgen een heleboel telefoontjes heen en weer. Het is een ingewikkelde kwestie. Ondertussen haal ik Sam op die op de bruiloft van zijn juf was. Halen we wat spullen uit de kast en van de vliering en wachten. 
Om 9 uur komt moeder samen met iemand het kind brengen. En om 10 uur zitten we suizebollend op de bank, terwijl er op de andere bank een aandoenlijk klein jongetje slaapt. 

Dit kwam helemaal totaal onverwacht. Nu zit ik uit te blazen na een heleboel hectiek. Hectiek rond de spullen op orde hebben, rond het kindje wat toch even moet wennen, rond de andere kinderen die ook meemoeten in deze molen. 

Het is goed gegaan. Hij slaapt en heeft een eigen kamertje. Wat er nog niet uitziet, maar dat maakt nu even niet uit. Vooral Sam en Yan zijn straalverliefd op het kleintje. Sam heeft me net geholpen met in bad doen. Hij noemt hem consequent 'zij', maar dat geeft niets. 

Vannacht zat ik om vier uur op de bank met hem. Hij keek me aandachtig aan en ik hem. Zag zijn vertederende blankheid waar de adertjes doorschemeren, zijn blauwe oogjes, een brede lach. Het is weer genieten zo in de stilte van de nacht in alle rust met hem en zijn fles. 

Het wordt spannend hoe het verder gaat. Moeder heeft hem vrijwillig afgestaan voor een periode. Ze is een lieve en goede moeder. Die er alles voor over heeft dat het haar kind goed gaat. Nu gaat het met haar niet goed en zij beseft dat haar kind nu niet bij haar kan zijn. Er staan ingewikkelde therapieën op stapel. Maar alles is vrijwillig. Moeders verstand heeft gekozen voor een pleeggezin, maar moeders gevoel is er ook nog. Dus we wachten af. En genieten per dag.

vrijdag 27 november 2015

het gras bij buren

Yan bezocht onlangs zijn zus. Na een paar maanden van wat kribbig heen en weer gepraat via social media en een paar weken zwijgen, was er opeens ruimte voor een afspraak. Dat ligt op dit moment meer aan de pubergrillen van zus dan aan Yan.

Helemaal blij is hij er geweest. Van 1 uur 's middags tot half 9 's avonds. En het was superleuk. Het gras bij de pleegouders van zijn zus is vele malen groener dan dat van ons. Alles was meer en beter. Maar Yan is de beroerdste niet en wil ons best wat tips geven voor net zulk groen gras. Het eerste verbeterpunt was het voorafje. Daar eten ze altijd een voorafje en dat beviel Yan wel. Deze keer waren het gebakken garnalen. Zo lekker is dat, hij wil voortaan ook voorafjes.

En verder is het daar veel rustiger dan bij ons. Iedereen zit op zijn eigen kamer en bij het eten tref je elkaar en dat is erg gezellig. Misschien was dat voor ons ook wel iets. Hier zit nooit iemand op zijn kamer of het moet zijn om af te koelen na een wilde bui. Bij zijn zus wonen vier kinderen die allemaal tiener of zelfs twintiger zijn.
Ik heb ons systeem verdedigd, maar nee, dat op je eigen kamer zitten was echt wel wat.

De volgende dag stelde ik Yan voor om na het middageten naar zijn eigen kamer te gaan. Hij kijkt me verbaasd aan. Deed hij iets verkeerd? Is hij woedend? Nee, help ik hem, we gaan doen wat jij wil en dat is ieder op zijn kamer. Ja daaag, zegt hij verontwaardigd. Ik lach hem uit. Zie je wel dat jij dat niet eens kunt? Hij heeft altijd iemand nodig om tegen te praten of schelden of weet ik wat.

Vandaag was Yan chagrijnig. Ik weet niet waarom. Zijn taalgebruik was onbeschoft. Veel 'hee' en 'man' en schuttingtaal. Onder het eten blijft hij proberen om alleen te eten wat hij wil. Uiteindelijk is iedereen klaar en hij zit nog. Ik kon het niet laten om te zeggen dat hij geluk had dat er geen voorafje was, zat hij nog langer.

Daarna ga ik Rachids haar knippen. Toen hij een paar weken terug wegliep, kwam net de kapper. En omdat hij een enorme bos haar heeft, moest er nu toch wel actie worden ondernomen. Yan blijft narrig, maar terwijl ik Rachid knip, zit ik bijna bij Yan op schoot. Hij zit ergerlijk dichtbij op een stoel op zijn mobiel te rommelen en commentaar te leveren. En dat is Yan ten voeten uit. Hij kan niet zonder mensen. Voor hem is op je kamer zitten echt een straf. Hoe bozer hij is, hoe meer hij contact zoekt.
Ik moet denken aan het rustige gezin van zijn zus. Wat zou het heerlijk zijn af en toe als iedereen een paar uur op zijn kamer zat.... Dat heb ik hier niet en nooit gehad. Altijd hangen ze beneden en altijd is er gepraat. Zowel positief als negatief.
Ach, voor ons en de kinderen is de kleur gras precies goed. Ik heb Yan er ook niet meer over gehoord.

woensdag 25 november 2015

sinterklaas

Sinterklaas is bij ons een ingewikkeld thema. Wij geloven er niet in en we fantaseren er ook niet over. De kinderen die we hebben kunnen geen fantasie gebruiken. Een man die bestaat en een aantal weken flink actief meedraait kan nog wel. Maar de ontnuchtering van dat het allemaal fantasie was, dat kan hier niet. Er zijn te veel zaken rond volwassenen die gefantaseerd en ontnuchterd worden. 

Om geloofwaardig en betrouwbaar te blijven, doen we wel aan kadootjes maar niet aan het verhaal. 
Toch ontkomen we er niet aan. Jaren terug bedachten de drie tieners dat het wel grappig was om Rachid van toen vijf jaar een beetje te misleiden. Dus belde er een aan de voordeur en zette een zak kadootjes neer. Vervolgens kwam hij via de achterdeur weer kijken wie er nu weer aan de voordeur kwam. Erg grappig was het. Alleen was Rachid behoorlijk van de leg. Want wij vertelden de waarheid, maar die zak en die bel en wie had dat dan gedaan? 

Pablo kwam als zesjarige diepgelovig binnen. Zijn moeder en de school gingen helemaal op in het geloven in de Sint. De kinderen die er langer waren, lachten hem uit. Je bent wel gek als je dat gelooft en kadootjes krijg je heus wel hoor, ook als je niet gelooft. 

Inmiddels is Pablo acht en weet van de hoed en de rand. Hij vindt het prima zo. Dit jaar dus geen gelovigen voor de Sint dacht ik. Wel trouwe volgers van het Sinterklaasjournaal.
Tot Sam vorige week chocoladeletters onderschepte in m'n keukenkastje. Heee, riep hij, wie heeft die hier gelegd. Ik zei dat ik ze had gekocht en dat hij er een kreeg als het Sinterklaas was. Hij geloofde daar helemaal niets van! Dat kan helemaal niet. Alleen de Sint heeft letters en die was geweest. Hij wist het zeker. 
Toen ik in de winkel de letters aanwees, was hij nog niet overtuigd.  

Gisteren had hij opeens enorme zin in zo'n chocoladeletter. Hij wilde de zijne alvast opeten. Dat mocht niet. Ik zei dat hij hem kreeg als het Sinterklaas is. Heb hem uitgelegd hoeveel dagen dat nog duurde. 
Na een half uur kwam hij er op terug. Hij ging hem wel pakken, want als ik niet geloofde dat de Sint die had gekocht maar ikzelf, dan hoefde hij ook niet te wachten tot vijf december. Dat was pas raar. Wachten op een dag van iemand die niet bestaat! Wat een logica. Ik kon er niet tegenop. 
Slot van het liedje was dat hij heel eigenwijs zijn eigen letter pakte en die openmaakte. 

Sam zit in groep een en is druk in de weer met letters. Er gaat geen dag voorbij of hij tekent er op het bord in de keuken. Keurig netjes. Wij moeten dan 'raden' welke het is. 
Dit jaar zag hij voor het eerst niet een stuk chocolade, maar vooral een perfecte letter. En hoewel hij heel veel zin had om eens flink te beginnen, was de letter zo mooi dat hij een piepklein hapje nam en hem zorgvuldig terugstopte. Hij was zichtbaar onder de indruk van de vorm van de letter. Erg grappig om te zien dat hij hierin ook ouder is geworden. De letter ligt weer netjes in de la. Te wachten op een rare datum van iemand die niet bestaat...

Vanavond deed ik voor het eerst mens-erger-je-niet met hem. Een sinterklaaskado van Yans moeder jaren terug. Uit de tijd dat Yan overladen werd met dure dingen en de anderen sip toekeken en ik me suf compenseerde om ieder toch ongeveer evenveel te laten krijgen. 

Dat spel was voor Yan niet veel bijzonders. Voor Sam is het super. We hebben serieus gespeeld. Eerst deed hij het alleen. De tegenpartij was Yolíe, zijn onzichtbare vriend. Omdat Yolie er wel erg bekaaid afkwam en erg diep verloor, deed ik ook een potje. Sam kan het opeens. Hij telt goed, speelt fanatiek maar eerlijk. Ook dankzij de groep een. Voor mij een groot kado. Sam heeft me vaak zorgen gegeven. Of hij niet beschadigd was door de alcohol. Of er geen FAS-kenmerken waren. Die zijn er tot nu toe niet. Hij is slim en bijdehand en leert elke dag een stukje bij. 

En hoewel ik de schurft heb aan spelletjes doen, was dit echt genieten. Deze zorgen kan ik laten varen.


dinsdag 17 november 2015

jongenshuishouden

Zaterdagmiddag mocht Rachid mee jagen. Jaarlijks terugkerend festijn met erwtensoep eten en tot je nek in de slik na afloop. Dit jaar mocht hij delen in de buit. Dus zou er nog een haas bezorgd worden. Ik kreeg spontaan kippenvel. Iehhhh zo'n uitgerekte harige dode haas??? Ik moest er niet aan denken! Rachid ging nog even naar zijn vrienden. Toen de bel later ging en daar een van de jagers stond, heb ik heel hard om man geroepen. Die heeft toen heldhaftig de dode haas bij zijn koude achterpoten gepakt en op de mat gelegd in de bijkeuken. Gelukkig was Sam ook tot tranen toe bewogen met het lot van de arme, lieve haas. Dat maakte dat ik zonder veel gezeur man zijn sappige hazenbout door de neus kon boren en hem het dode beest bij een kennis een straat verderop heb laten bezorgen. 
Ik vond het best een nobel gebaar. Moest wel stiekem, want volgens Rachid worden de jagers niet blij als je de buit doorschuift. Vervolgens zag ik een dag later nog bloeddruppels her en der van die haas.

Ik vond die haas wel echt een jongensding. Ik zie Naomi over een paar jaar niet met zo'n beest rondsjouwen door de blubber. Yan wel. Die heeft een hele serie kogelhulzen gekregen en verheugd zich op de dag dat hij ook mee mag. 
 
Op een of andere manier zijn wij geschikter voor jongens dan voor meisjes, denk ik. Het is in ieder geval een feit dat we door de jaren heen veel vaker zijn benaderd voor een jongen dan voor een meisje. 

Vanwege de jongenservaringen zeg ik dat jongens makkelijker zijn. Dat is vast helemaal niet waar. Misschien is het eerlijker om te zeggen dat ik door de jaren heen jongens beter begrijp? 

Ik ben er van overtuigd dat er duidelijk verschil is tussen jongens en meisjes. Naomi leeft hier als halve jongen met toch duidelijke meisjesdingen. 

Zo zat ik zondag in de kerk met aan de ene kant Yan en aan de andere Naomi. Naomi had het vooral druk met haar nieuwe jurk in de juiste plooien te leggen. Yan had het druk met zijn schoenen. Of schoenen? Het waren enorme modderkluiten. Yan speelt op zijn beste schoenen. Dat krijg ik niet veranderd. Hij is supereigenwijs en ik heb er geen zin in om daar energie in te stoppen. Yan doet rustig een jaar met dezelfde schoenen. En zolang hij dat voor elkaar krijgt, doe ik niet moeilijk. 
Zondag had ik daar even spijt van. Het zag er niet uit. Maar dat interesseert hem werkelijk niets. 

Rachid heeft vergelijkbare logica. Kleren moeten lekker zitten. Dus loopt hij het liefst de hele week in hetzelfde. Ik heb het liefst dat hij maximaal twee dagen in hetzelfde loopt. Dat vindt hij belachelijk. Dus hebben we daar om de dag verschil van mening over. Heel lastig. 
Maar het voordeel is dat Rachid ook niets om kleding geeft. Dus draagt hij wat in de kast ligt, wat ik voor hem koop. Ga ik met hem naar de stad om kleren. Dan vraagt hij hoeveel en van wat er moet komen en binnen een kwartier zijn we uitgewinkeld. Wil ik nog even ergens kijken, prima, maar dan gaat hij wel alvast in de auto zitten. 

Net haal ik de was uit de wasmachine en vind een grote schroef. Gelukkig tussen de was en niet in de geperforeerde slang... Zou niet de eerste keer wezen. Toch maar weer zakken controleren. Ook gaat die was op tenminste 60 graden. Ik krijg het anders gewoon niet schoon. Ook zo'n jongensding. Al besef ik wel dat met een meidengezin de berg strijk aanmerkelijk hoger en bewerkelijker zal zijn.

En door de jongens weet ik vanaf 1 november op de dag af over hoeveel dagen het oudjaar is. Want ja dan gaan we vuurwerk kopen.  We? vraag ik. Ja, en als jij het niet doet, doe ik het illegaal, zegt Yan. Dan neem ik nitraten. Want nitraten zus en nitraten zo en als je nitraten. Ik word helemaal gestoord van de nitraten. Yan is niet te stuiten. Ik roep nu al 2 weken dat het nog weken duurt voor het oudjaar is. Ja, zegt Yan dan verheugd, nog maar zes weken en dan.. En hij begint weer. 

Ik laat me verleiden door te vertellen dat mijn broers lang geleden en iets met strijkers en van die buisjes en als wijze les noem ik onze hond van vroeger die erg doof werd van strijkers en bijna moest worden afgemaakt vanwege die doofheid. 
Die hond die interesseert hem niet, maar dat mijn broers dus weten hoe je kunt knutselen met vuurwerk, dat maakt indruk. Of ze dat nu nog steeds doen. Nee, dat doen ze niet! En ze hebben er ook wel spijt van dat ze zulke gevaarlijke dingen deden. Dat gelooft hij niet. Vuurwerk en stunten is te mooi om spijt te hebben. En spijt daarover hebben, is ook meer voor mietjes....

Van de week was ik te gast bij een gezin met vijf dochters. En terwijl ik er was en de meisje om de beurt aansloten, bedacht ik dat hier geen dode hazen op de mat liggen en geen nitraten onderwerp van gesprek zijn. Het taalgebruik was ook vele malen beschaafder dan ik hier hoor. Het leek me opeens zo kalm en rustig en gelijkmatig zo'n meidengezin.

donderdag 5 november 2015

balans

Sinds twee weken is hier de balans weg. Het leek dat we de draad weer opgepakt hadden na het weglopen van Rachid. Maar dit is toch niet het geval. 

De eerste dagen hield hij zich opvallend rustig. Ik kreeg geen echt contact, maar dat had zijn tijd nodig. Nu twee weken later is het contact nog steeds niet hoe het was. 

Rachid leeft zijn eigen leven. Lijkt steeds te balanceren op grenzen en is voor mij niet te bereiken. Hij zoekt alles zelf uit en nergens hebben we wat mee te maken. Krijgt hij een opmerking over rotzooi op zijn kamer, geen tanden poetsen of een spoor van niet opgeruimde spullen, dan krijg ik een grote mond. Hij is niet vatbaar voor logica. 

Hij kreeg een opknapscooter van iemand. Helemaal voor niets. Dat ding zou het nooit meer doen. Maar binnen een dag doet hij het. En Rachid scheurt met een gang van 75 km/u zonder helm door de polder. Ik hoor dat ook Yan achterop mocht. De gashendel is kapot. Het is of stilstaan of 75 rijden. Ik verbied hem buiten de tuin te komen. Dat weet hij allang, is al weet ik hoeveel keer gezegd. En ik verbied hem iemand achterop te nemen. Probeer het uit te leggen. Als jij met 75 per uur valt, dan lig je minstens in het ziekenhuis en als Yan achterop zit, wordt hij zo gelanceerd dat ik daar helemaal niet aan denken moet. Ik heb het gevoel dat ik hem geen vijf minuten alleen kan laten.

Vanmorgen keek ik maar eens even in zijn schooltas voor hij wegging. In plaats van de gebruikelijke twee koeken per schooldag had hij er vijf meegenomen. En niet 1 flesje drinken maar twee. Op zich niet dramatisch, maar wel beetje asociaal. Toen ik het noemde, zei hij dat hij dat elke dag doet. Ik vond het niet normaal en hij dus wel. 
Klein voorbeeld van hoe het er hier nu voorstaat. Het is niet leuk. Vooral het gevoel hebben de grip te verliezen, vind ik erg lastig. Hij is druk met zijn telefoon en zijn andere leven. Het geeft me een hoop vraagtekens. Ik wil graag wat controle. Wil hem behoeden voor al te hard afglijden. Hij lijkt drempelloos en bodemloos. Ik merk dat ik de hele dag er mee bezig ben in gedachten. 

Zodra de kinderen thuis zijn, gaat het beter. Ik ben meer van de praktische kant geloof ik. Dan is het gewoon doen en kijken hoe het loopt. We proberen blanco te reageren op Rachid, maar wel duidelijk. Hij zal zich moeten voegen naar de paar regels die we hebben. 

Dat hij slecht in zijn vel zit, zie ik ook wel. Dat is het vervelende. Ik veroordeel zijn gedrag en kan me er stevig kwaad om maken zolang hij niet in beeld is. Zie ik hem erbij dan ga ik weer redenen bedenken en nieuwe mogelijkheden om het wel gewoon af te maken tot hij volwassen is. 

Komende week hebben we een gesprek over hoe we nu verder gaan met de voogd en pleegzorgwerker. Dat is heel fijn. Ik voel me niet alleen verantwoordelijk. Het maakt deze dagen wel somber. Op zich gaat het hier goed. De kinderen gaan elke dag met plezier naar school, zijn vrolijk en gelijkmatig. Alleen Rachid niet dus. Een hele toer om de sfeer toch gewoon te laten zijn. Voor je het weet is de hele firma van slag. 

En worden we ook nog benaderd voor een bijplaatsing van een 17-jarige. In eerste instantie zien we het helemaal zitten. Hij zou hier perfect passen. Maar toch doen we het niet. De balans is verstoord en moet eerst weer goed zijn. En daar baal ik ook weer van. Hopen dat er een ander gezin is waar hij past. Ik had de jongens graag een kans gegeven hier. 

Gelukkig sprak ik gisteren een oude vriendin. Zij heeft een puberende dochter van 16. Die was ook niet makkelijk. Ik stond met m'n oren te klapperen. Heel vervelend voor haar, maar mij gaf het wel steun dat het overal wat kan zijn met 16-jarigen. 

donderdag 22 oktober 2015

de nacht

Het bezoek van Rachid aan zijn moeder had een ingrijpend staartje.

Maandagavond was ik weg voor een gesprek. Na afloop zie ik dat man me een paar keer gebeld had.
Hij had een probleem, want Rachid was er vandoor. 

Eigenlijk was er geen reden. Hij moest eerst zijn Engels leren voor hij mocht voetballen. Voor Engels staat hij slecht en het examen moet dit jaar wel worden gehaald. Lijkt me vrij logisch dat je dan je huiswerk voor Engels goed leert. 
Normaal vindt Rachid dat ook. Of hij begrijpt in ieder geval dat wij dat belangrijk vinden. 

Toch stapte hij op rond vijf uur op. Man had het niet eens direct door dat hij serieus van plan was weg te gaan. Er was geen stampende ruzie of gescheld. Helemaal niets. 
Wat er wel was, waren emoties rond het bezoek aan moeder en hij heeft geen woorden om die emoties uit zijn lijf te krijgen. Dus probeer je boos te worden en afstand te nemen. Dat hadden we niet helemaal ingeschat. 

Om vijf uur weglopen, deed hij vorig jaar ook weleens. Uiteindelijk kwam hij terug. Met hulp van moeder.  De laatste maanden hoorde ik hem nooit over 'dan stap ik wel op'. Het was dus echt een noodsituatie voor hem. 

Ik ben rond 11 uur thuis en nog steeds geen spoor van Rachid. In oude kleren is hij vertrokken op zijn fiets. Man heeft een paar keer contact via whats-app, maar vanaf een uur of tien niet meer. Man heeft inmiddels moeder ook ingeseind en zij is ook druk bezig vanuit de andere kant van het land om hem weer terug bij ons te laten komen. 

We bellen de bereikbaarheidsdienst. Ik loop een rondje op een doodstil busstation in de buurt om te kijken of zijn fiets daar staat. Het is windstil en er drijven mistslierten. Geen omgeving waar Rachid zich prettig moet voelen. 
Dan gaan we toch de politie maar bellen. Ze komen langs. Twee stoere mannen die ons grondig opnemen. Of we ruzie hadden of zo? Nee. En of we weten waar hij zit? Of een idee hebben? Nee, hebben we ook niet. Vrienden heeft hij niet eigenlijk. En de jongens uit de buurt gaan hem niet te slapen nemen zonder ons in te lichten. 
Of wij denken dat hij zichzelf iets aan gaat doen? Nee, ook dat niet. Hij heeft te veel onafgemaakte plannen hier liggen.

Politie belooft naar hem uit te kijken. 

We laten alle lichten aan beneden en de deur open. Dan is hij weer online om kwart voor 1. Ik stuur direct berichten. Nee, hij komt niet thuis. Ik moet niet zeuren. Hij ligt veilig bij een vriend in een bed. Ik geloof er niets van. Bij welke vriend? Hij gaat uit de lucht. 
Om 2 uur belt de politie. Ze hebben contact gehad via de whats-app. Hij zit bij een vriend. Wil niet zeggen welke. Heb ik een idee? Nee dus. 

Politie vraagt direct te bellen als hij morgenochtend niet op school verschijnt. 

Om 3 uur denkt man de achterdeur te horen. Nee, helaas. Ik lig ongeveer met hartkloppingen in bed. Waar zit hij? Hoe gaan we verder? Gaat hij nu serieus 11 jaar samenwonen op het spel zetten? Wat hebben we over het hoofd gezien?

Om half 6 nog steeds geen Rachid. De andere kinderen worden rond 7 uur wakker. Hun eerste vraag of hij er al is?? 
Dan gaat de telefoon. Een moeder van een jongen waar hij ooit bij in de klas zat in een dorp 20 kilometer verderop. Ja, hij zat bij haar en ze wist het niet... 
Gisteravond had zoon gevraagd of Rachid mocht komen slapen. Ze had het streng verboden en alle deuren gesloten en gecontroleerd. 

Om 11 uur had de jongen hem binnengelaten. Hij had op de grond geslapen onder een dekentje zonder matras. En was op de fiets naar school gegaan. 

Ik bel de mentor. Rots in de branding. Hij is als altijd nuchter. Ik niet, merk dat ik helemaal sta te shaken nu de spanning weg is. Ja, hij zit in de aula en mentor belooft even met hem te praten. 

Om 9 uur belt Rachid. Heeft niet veel te zeggen. Belooft 's middags naar huis te komen. 

De politie belt ook nog even 's middags. Een bekende meneer van de jeugdpolitie. Ook zo'n rots in de branding. Of het goed gaat met hem en met mij en of we nog wat nodig hebben aan zorg? Nee, we gaan weer verder. Het is ontzettend fijn om te merken dat ze zowel 's nachts als via deze meneer met je meedenken. 

's Middag komt hij binnen. Kleine jongen weer. Hij heeft niet veel te zeggen en ik ook niet. Dat ik blij ben dat hij er weer is. Dat dit geen oplossing is. Hij heeft het niet  eens meer over zijn huiswerkruzie van gisteren. Daar ging het ook niet om. Heb geprobeerd uit te leggen waarom ik zo bezorgd was en waarom ik denk dat hij wegliep. Dat hij geen straf krijgt. Ik zou niet weten wat passend is. Dat we dit wel een serieus probleem vinden. Dat hij keuzes maakt en dat wij op den duur niets meer te kiezen hebben.
Hij is moe en heeft honger. Moest door eigen schuld 40 km naar huis fietsen van school. Dat is niet niks na een vrijwel slapeloze nacht en een dag zonder eten. 

Bij het avondeten gaan er twee enorme borden nasi naar binnen. En na het eten biedt hij aan om een gat in de tuin even dicht te gooien. We zijn ook aan het verbouwen namelijk en naast het tuinpad was een gevaarlijk gat. Dat gaat hij vol vuur doen. Zweet op zijn hoofd. 
We glimlachen maar eens naar elkaar. Dat is Rachid ten voeten uit. Geen woorden maar daden. Die put dichtmaken vindt hij een rotwerk. Dus het is een goedmaker naar ons. En dat hebben we gelukkig door. 

Die avond gaan we allemaal op tijd naar bed. Het was een lange dag. Wat ben ik ontzettend dankbaar dat iedereen in huis is. Dat ze allemaal slapen. We zijn weer laag bij de grond gekomen. Kleine doelen en per dag bekijken.

maandag 19 oktober 2015

duidelijk

Afgelopen weekend ging Rachid voor het eerst een nachtje slapen bij zijn moeder. Ze is komende week jarig en ter gelegenheid daarvan zou hij van vrijdag uit school tot zaterdagavond op bezoek gaan. Hij ging met de trein. Ook voor het eerst alleen en een vrij ingewikkelde reis met vier keer overstappen. 

Vrijdagmiddag probeerde ik op afstand te helpen, maar geen reacties op mijn berichten. Achteraf hoorde ik dat moeder elke tien minuten belde ongeveer en naast de computer de reis volgde. Kijk, die service bied ik weer niet. Wel apart dat hij mij dan gewoon negeert. 

De terugreis kreeg ik het wel per nieuw reistraject aangeboden. Toen was er hier weer wat te halen, want wie was de taxi die hem van station naar huis ging brengen??

Het was een hele happening. Het was leuk. En het was bijzonder. Vooral de nabeschouwing. Er blijven toch altijd wat eigenaardigheden. 

Omdat moeder me belde hoe laat hij aankwam, hoorde ik dat hij het geld wat hij voor moeders nieuwe telefoon zou bijdragen, niet had gegeven. Dat gaf niet, zei moeder. Ik vond dat wel, want hij had meer dan genoeg bij zich. Ook vertelde moeder dat hij rookte. En of ik dat wist. Dat wist ik niet en ik vond het beetje twijfelachtig. Ze had sigaretten voor hem gekocht, want het is beter dat zij of ik er om gaan want anders krijgt hij straks slechte sigaretten. Tsja, die logica ontgaat me. Ik ga er niet om. Hij mag roken als het wettelijk is toegestaan en hij er zelf om kan. 

Bij thuiskomst even over het roken gebabbeld. Dat mocht hij zelf weten, van zijn moeder mag het ook en ik heb hier niets over te zeuren. Ik stel voor om nu direct even naar buiten te gaan om samen een sigaretje te roken. Nee, dat wil hij helemaal niet!! Hij kijkt serieus benauwd. Hij rookt ook serieus niet. Het is alleen maar om goede sier te maken, om erbij te horen, omdat 'iedereen' uit zijn klas rookt. Hij kan er niet eens tegen. Zijn longen zijn niet bestand tegen rook lijkt het. 
We hebben geprobeerd uit te leggen dat het niet zozeer om dat pakje gaat. Wel om vriendschap kopen en dat dit ook niet gaat helpen. Geprobeerd beetje meegevoel te tonen. Het is ook allemaal niet makkelijk voor hem.

En het is weer duidelijk waarom hij hier woont en niet daar.... Om vier uur was hij nog online, weet Yan te vertellen. En dat klopt. Hij kon niet slapen. De tv stond knetterhard en het was heel koud. Hij had volledig gekleed geslapen onder een heel dun dekentje. Het huis zal niet geïsoleerd zijn. Hier ligt hij zo bloot mogelijk onder een zo dun mogelijk dekbed, maar wel in een geïsoleerd en verwarmd kamertje. Om vier uur had hij een vechtfilm gekeken met de vriend van moeder. Om half 5 weer naar bed gegaan en nog geslapen. 
's Morgens zich suf gezocht naar zijn pilletje. Best belangrijk, de dosering is aardig hoog. Ik stond erbij toen hij het in zijn tas stopte, maar het is niet gevonden. Dus een dag zonder medicatie ook nog. 

Maar goed. Hij is op bezoek geweest. Na afloop weten we het weer hoe de zaken liggen. Volgende keer moet er meer begeleid worden misschien. Zodat hij wel slaapt en wel een pilletje heeft. 
En ik weet ook weer waarom hier elke avond de telefoon op de kast wordt gelegd. Online om 4 uur vind ik echt geen goed idee.

dinsdag 13 oktober 2015

gelijk hebben

Toen Yan een paar weken terug jarig was, heeft hij de hele dag gewacht op een felicitatie. Zijn paar jaar oudere zus zou hem toch niet vergeten. Hij checkte voortdurend zijn whatsapp, zijn facebook en wachtte op de post. 
Rond vier uur stelde hij voor zelf een berichtje te sturen om te vertellen dat hij jarig was. Ik raadde dat af. De zus wist heel goed dat hij jarig was. De zus was de laatste tijd een beetje puberig en kan weinig hebben van de jongere broer. Ik vond het wel passen binnen wat ik de laatste tijd zag. Van onmetelijke puberhoogte keek ze neer op haar nu 12-jarige broer en verwaardigde hem geen drie woorden op welk bericht dan ook. 

Wat erachter zit, is misschien rivaliteit. Voor het eerst heeft moeder eerlijke, gedeelde aandacht voor de kinderen. Voor het eerst kan Yan zich spontaan en leuk gedragen bij zijn familie. Zij kon dat altijd al en werd direct beloond. Yan kon het nooit en wordt nu extra gewaardeerd. En dat is pijnlijk. Vooral voor een kind wat zich toch al zo aan de kant geschoven voelt. 

Uiteindelijk kwam er om kwart voor 12 's avonds een berichtje. Het was slechts 'gefeliciteerd'. Beetje flauw, want zij weet dat hij dan slaapt. Beetje kaaltjes ook. 
Ik heb Yan uitgelegd hoe pubers in het algemeen en meiden in het bijzonder reageren en hij begreep het wel. 

En van de week is zus jarig. Een paar dagen voor de dag stel ik voor een kaart te sturen. Nee zeg, hij was wel gek om zo'n dure kaart te sturen! Nu heeft Yan nog nooit een cent aan welke kaart dan ook hoeven te besteden, maar toch..
Ik stuur wel een berichtje, zegt hij, om 5 voor 12 of zo? Kun je instellen
Het kostte even wat woorden, maar er is een kaart gestuurd. Hij heeft hem zelf geschreven. Het ging niet helemaal van harte. Hij moet toch leren dat hij wel gelijk heeft als je het nuchter bekijkt, maar dat dit niet de weg is voor de toekomst. Heb geprobeerd hem eraan te herinneren hoe teleurgesteld hij zelf was. Dat wist hij nog wel. Eigenlijk ben je nu ouder, want je staat er boven, zeg ik. Ja, dat was wel even een inzicht. Zij heeft kinderachtig gedaan en hij doet gewoon normaal. Een mooie gedachte. 

Gisteren vroeg hij of ze vandaag jarig was. Nee, de verjaardag is al voorbij. Ik verzeker hem dat de kaart op tijd was. Ja, dat wist hij wel. Hij kijkt wat nadenkend. Ik vermoed dat hij toch wel even een appje had willen sturen en een heleboel juichende poppetjes op facebook willen zetten. Hij lijkt ervan te balen dat hij te laat is. 

Yan met zijn grote praat is toch een gevoelig zieltje. Nu maar hopen dat de pubernukken van zus niet al te lang duren. Het blijft lastig. Normaal vecht je in je gewone gezin die zaken tussendoor uit. Nu worden het zaken van dagen of weken en dat voelt veel zwaarder.

dinsdag 6 oktober 2015

de zorg


Vanmiddag de zorg voor deze kleine meid. Haar moeder ligt in het academisch ziekenhuis 120 km verderop. Net bevallen van een zusje. Een spannende bevalling die niet in de buurt kon plaatsvinden. Zelf kwam het meisje met een keizersnede ter wereld. En omdat dit in een vluchtelingenkamp in Jordanië plaatsvond, ging er het een en ander mis. Vandaar dat er nu geen risico's mochten worden genomen. Gelukkig is het kindje gezond geboren en heeft de moeder het ook goed doorstaan. 

Vader is ook niet thuis. Hij moest naar datzelfde ziekenhuis om de jongste dochter aan te geven. 
Dus is de kleine meid vanmorgen heel vroeg naar de voorschoolse opvang gebracht en mag ik haar daar later ook weer brengen. Alleen heet het dan naschoolse opvang. De broers en zus zijn daar ook. Maar overdag zitten ze natuurlijk op school en zij heeft alleen een morgen peutergroep. Vandaar dat ze bij mij was. 

Toen ik haar ophaalde, ging ze vol vertrouwen mee. Ze kent me nauwelijks. Ze verstaat me niet. Maar ze geloofde wat haar zus uitlegde. Dat ik haar meenam en weer terug zou brengen. 

En dus zat Sam zich flink op te pompen op de fiets en later onder het eten. Ze vond hem duidelijk grappig. Hij was niet te stoppen ongeveer. Op school had hij verteld dat er een baby was geboren. Beetje vaag verhaal over zusje en tussen de middag. Dus kreeg ik grote belangstelling bij het naar school brengen. Of we er weer een bij hadden? Nou nee, maar wel even een paar uurtjes. Sam zit in de klas met veel kinderen met pasgeboren broertjes en zusjes. Of hij nu ook eens zo'n verhaal wilde of dat hij het gewoon goed zei maar niemand hem begreep, is me niet duidelijk. 

Als Sam naar school is gebracht, gaan we op de bank een boekje lezen. En ik zie de waakzame kraaloogjes dichtvallen en weer openschieten. Ze kan haar hoofdje bijna niet rechthouden en kijkt me aan. Ik leg mijn hand tegen haar gezichtje en direct slaapt ze in. Diepe zuchten en handjes die zich ontspannen. Ik sluip rond en zij slaapt. Het is een heftige week voor haar. Veel onrust en gesleep. In zo'n geval zie je weer het belang van kennissen en familie in je buurt.  

Na een uur moet ik haar echt wegbrengen. De anderen wachten en wat je beloofd moet je doen natuurlijk. Ik doe jas en schoenen aan en zij slaapt gewoon door. Uiteindelijk draag ik haar slapend de opvang in. Daar gaat ze op de bank verder. 

De broers en zus zijn blij haar te zien. Ze hebben deze week vooral elkaar en dat is hard werken. Zus van tien schijnt de hele boel te regelen. Dat is te zien. De kleine meid had haar schoenen aan de verkeerde voeten. En ze had vier shirtjes over elkaar aan en dan nog een jurkje. En de luier lekte gewoon want wist zij veel dat je die mee moet geven. Maar er was goed gezorgd en er was over nagedacht. Op de armpjes zag ik letters. Aan beide kanten was met pen de naam van het meisje geschreven. Duidelijk leesbaar op de onderarm. Eigenlijk verbaasde het me dat er geen telefoonnummer bijstond...

Deze kleine meid heeft al een heel leven achter zich. Geboren uit Syrische ouders in Jordanië en nu in Nederland. Maar ze heeft ook een geschiedenis van liefde. Van zeer gewenst kind zijn. Van geliefd zijn door broers en zus. Van een veilig gezin in een chaotische wereld.



zaterdag 26 september 2015

verwendag

Vandaag was het pleegzorgdag. Alle pleeggezinnen uit de regio waren uitgenodigd om met het hele gezin een dag te genieten. Voor de kinderen een apart programma en voor de volwassenen  interessante workshops en lezingen rond pleegzorg. 

Interessant thema over het houden van de balans. Pleegzorg kost energie, maar die energie moet je ook ergens vandaan zien te halen. Anders wordt het slopend. De workshop gaf nieuwe inzichten en goede titels om deze winter in de bibliotheek te lenen. En een mooie intro van een goochelaar die zoveel ballen in de lucht hield als er mensen rond je pleegkind zijn. Geeft wel wat inzicht ja. En ook duidelijkheid dat het soms net wat lastiger is om al die ballen ook in de hand te houden. 

Voor ons was het naast interessant echt een dagje uit. De kinderen werden van 10 tot 4 vermaakt en wij konden gezellig bijkletsen met andere pleegouders, kregen een heerlijke lunch die we voor het eerst deze week zelfs in de zon konden opeten. 

Door de jaren heen hebben we er een heel netwerk aan collega-pleegouders bijgekregen. De een kennen we van een broer of zus van ons pleegkind. De andere deed je een cursus mee. Weer een volgende zag je voorgaande jaren. Omdat we allemaal geloven in pleegzorg geeft het een gezellig weerzien met vooral veel leuke gesprekken en genieten. 

Maar het echte genieten gebeurde door de kinderen. Vanmorgen werden ze voor het kinderprogramma afgeleverd op leeftijd. Rachid kon zich oefenen in kickboksen tot klimmen tot weet ik wat voor sport. Yan, Naomi en Pablo mochten een tropische tuin bezoeken, maar ook allerlei activiteiten doen in het ambachtscentrum. Ze kwamen thuis met zelfgemaakte kaarsen, gekleide potten, een tatoeage van glitter die serieus een week gaat blijven zitten. Met een prachtig armbandje en een zelfgeschepte zak snoep. Met grote verhalen over samen spelen, over de andere kinderen en over de goochelaar die meer ballen in de lucht kon houden dan iemand ooit zag.  

En Sam werd vanmorgen snikkend achtergelaten in de crèche. Helaas begon het echte werk pas bij 5 jaar en dat is hij nog net niet. Hij wilde niet en ook geen jas uit en het kostte even moeite om ons weg te worstelen. 
Gelukkig vertelde hij bij het ophalen dat hij gelijk was gestopt met huilen toen wij weggingen. Hij had het ook leuk gehad. Had goed geholpen met de baby's, want hij zag dat de speen eruit lag en dat zag die juf weer niet. En zijn schoolvriendinnetje was er. Ze hadden geknutseld en nog van alles meer. En hij had zich voorbeeldig gedragen. Zo voorbeeldig en dus tegennatuurlijk voor onze Sam dat hij na afloop even flink de beest uithing...

Maar volgend jaar gaat hij ook naar de groten hoor. Natuurlijk dan is hij ouder dan vijf. Hij krijgt  van alles van de andere kinderen. Loopt met een waaiertje te wapperen en eet hun snoep op. 

Dan ligt hij in bed. En roept om zijn waaier. Ik breng hem, maar nee dit is die ene en hij wil die andere. Die zoek je morgen maar, zeg ik. Ik hoor voetjes. En zijn stem: "Hoor je dat ik uit bed ben?" Ja, zeg ik. Ik zou willen dat je in je bed blijft liggen. ''Ja," verzucht hij, "en ik zou willen dat ik een brilletje had en goed kon zoeken." Onverstoorbaar gaat hij zijn andere waaier zoeken. En net zo onverstoorbaar gaat hij weer in bed liggen als hij hem heeft. 

Ja, een volgend jaar past hij serieus niet meer in de crèche. Hij wordt te oud.

vrijdag 18 september 2015

handelsgeest

Ze hebben niet onze genen en dat geeft verrassende ontdekkingen. Zo ook met Yan. 

Nu hij twaalf jaar is en in groep 8 zit, wil hij bijverdienen. Een groot woord voor een paar euro extra om af en toe zelf een zak chips te gaan kopen met vriendjes. Omdat hij veel te jong is om echt te werken, hebben ze wat bedacht. Ze gaan langs mensen op het dorp en vragen of ze klusjes te doen hebben. 

De ene keer brengen ze glas weg, de volgende keer het plastic. Bij de een halen ze klimop van de muur, bij een ander trekken ze onkruid. En steeds voor een paar cent. Meestal staat de opbrengst in verhouding met wat ze gedaan hebben. 

Bij ons op het dorp woont er een eigenaardige mevrouw. Ze schijnt behoorlijk bemiddeld, woont in een groot huis, maar is door tegenslagen de weg kwijtgeraakt. Regelmatig wordt ze opgenomen en regelmatig komt de politie eraan te pas om lastige situaties op te lossen. 
De jongens zijn ook bij haar geweest voor klusjes. Die had ze. Ze moesten glas en plastic wegbrengen. Het was enorm veel en ze waren een paar keer op en neer gelopen met zakken en spullen. Uiteindelijk kregen ze 20 cent. Ja, zei de vrouw, dat is een heitje voor een karweitje. 

Yan vroeg 's avonds wat dat betekende, dat heitje. En vertelde dat hij het vals vond omdat ze veel werk hadden gehad. Ach ja, dat is het risico. Ik dacht dat hij het naast zich neerlegde. 

Een paar weken later werden de uien gerooid. Yan ging met een vriendje achter de rooier aan om uien te rapen. Ze hadden er erg veel. Sleepten met emmers en zakken en waren lekker bezig. Ik dacht voor mij, maar nee. Ze gingen uien verkopen. Tien uien voor 50 cent en je mocht ze zelf uitzoeken. 
De handel ging heel goed. 's Avonds zaten ze de buit te verdelen. 

En bij het naar bed gaan, had Yan nog even iets. Hij was ook bij die vrouw geweest, die van het heitje voor een karweitje. Ze kocht ook uien. Maar, grijnst Yan opeens, ik vroeg bij haar 2 euro voor 10 en dat deed ze!! Hij krijgt spontaan de slappe lach. Jaja, wie het laatst lacht...
Ik sta een beetje te twijfelen wat ik hierop moet zeggen. Hij ziet de twijfel. Ja, een heitje voor een karweitje he! Ik zeg maar niets. Als ik de trap afloop, hoor ik hem nog grinniken. 


woensdag 16 september 2015

ziek of ziek?

Het gaat niet goed met Yan. Hij is voor de weet ik veel hoeveelste keer verkouden. Ziet wit, eet slecht en is zeer kort van stof. Voor ik het weet, heb ik weer op zijn lange tenen getrapt en ontploft hij. En al probeer ik op kousenvoeten rond hem te sluipen, hij zoekt zelf wel een puntje om toch te exploderen.

Hij dreigt met allerlei voorwerpen. Of om ze naar m'n hoofd te gooien of om ze te slopen. Dus ik neem van alles in en gooi het op de hoogste kast. Maar helpen doet dat niet natuurlijk.

Dat ik vorige week vier avonden weg was, doet er ook geen goed aan. Hij mist de praatjes voor het slapen en ik ben hem even kwijt.

Afgelopen weekend ging hij uit zichzelf vroeger naar bed. Hij had hoofdpijn en wilde de ene keer een paracetamol en de andere keer niets, want het helpt toch niet. En dat maakt het zo lastig. Want ik weet gewoon niet of hij nu ziek aan het worden is of dat hij slecht in zijn vel steekt.

Hij haakt af en lijkt te overleven. Koude of warmte voelt hij dan niet. Het lijkt of hij diep in zichzelf gaat zitten en alleen maar verdedigt of aanvalt. Gistermorgen was het serieus koud. Maar hij gaat zonder jas in een dun shirtje naar school. Ik probeer de jas mee te geven. Nee, niet nodig niet koud. Dat hij snotverkouden is en ik de zakdoeken niet krijg aangesleept, maakt hem niet uit.

Erg lastig. Ik draai rondjes om hem heen maar alle deuren en ramen zijn gesloten.
Gelukkig zit hij op een speciale school en kan ik alles met de juf overleggen via het heen-en-weerschrift. Ze herkent het maar stelt me gerust. De hele klas snottert en is niet fit, zelfs een keelontsteking en twee van de tien zitten thuis.
Dat stelt me enigszins gerust. Yan voelt zich dus niet lekker. Gewoon zijn lijf wat even vervelend zit. En Yan geeft nooit toe aan zulke dingen, dus heeft hij het taai.

En als je niet fit bent, dan ben je ook niet vrolijk. En als Yan niet vrolijk is, dan komt er weer oude pijn los. Gisteravond heb ik bijgepraat. Veertig minuten nog al liefst. En ik moest me bijna losscheuren om toch beneden te raken.

Goed gesprek gehad. Ik dacht weer dat hij dacht enzovoort. Yan denkt niets of juist alles en altijd negatief voor zichzelf. We hebben het gehad over de talen van de liefde. Wel op niveau natuurlijk. Op zich vind ik die hele liefdestalentheorie niet echt iets voor mij, maar soms werken dingen beter.

Ik heb Yan verteld over de bezoeken van zijn moeder aan hem. Dat was jaren bij jeugdzorg, jaren bij ons thuis en nu jaren bij de familie. Ik heb hem verteld dat ik altijd zag dat zijn moeder hem liefde wilde geven, maar niet wist hoe. En dat hij niet wist hoe hij moest laten merken dat hij van haar hield. Ik zei wat ik zag en dat ik het heel lastig vond. Omdat Yan bij zijn moeder hoort en zij bij hem, maar dat ze niet meer durfden dichterbij te komen. En dat het nu anders is en veel beter en dat Yan nu een redelijke relatie heeft. En dat zijn oudere zus, die wel goed contact kon maken, nu een beetje jaloers is. Dat ze nu merkt dat ze net zo waardevol is als haar broertje(s) en niet de koningin. En dat ze dat toch op hem weer afreageert door niet te reageren of heel laat of erg stug en bot. En dat hij dat weer voelt en er weer last van heeft.

Hoe ik wist dat zijn moeder van hem hield? Ja, dat zag ik toch. En dat ze het hem verteld zonder woorden. Door elke keer heel lekker en heel speciaal voor hem te koken als hij komt. Dat ze het makkelijker vindt om tien uur in de keuken te staan en hem te zien smullen dan om tien minuten te praten met hem. En dat hij moet leren dat zijn moeder nooit zal praten en vragen en belangstellend zijn, maar dat ze wel heel haar leven van hem houdt. Dat ze hem dat ook laat zien door hem bijv. veertig loempia's mee te geven na een bezoek. Omdat ze weet dat hij de door haar gemaakte de lekkerste vindt.
Het is een kostbaar moment. Ik voel zijn aandacht en begrip. Waarom heb ik dit niet eerder gezegd? Ik dacht dat hij het wel begreep.

Blijft wel de vraag of hij nu ziek is of niet? Ik weet het niet. Elke morgen verplicht een kiwi en nectarine en van de week eens kijken voor vitaminetabletjes. En 's avonds praten. Misschien wel een goede combinatie tegen Yans ziekte.

dinsdag 15 september 2015

dip

Er is weinig energie om weer eens een verhaaltje neer te zetten. De kinderen zijn naar school. Ik heb dus veel tijd. Dat er veel achterstallig werk was, dat er de eerste twee weken een hele rij opgespaarde afspraken lagen, is ook geen reden. 

Reden zijn de vluchtelingen. Ik zie en hoor elke dag het nieuws. Omdat ik de laatste weken zijdelings betrokken was, merk ik dat ik het ook opzoek. Ik wil alles weten, maar hoe meer je ziet hoe minder je het begrijpt. 

Dat er mannen en vrouwen op de vlucht zijn zie ik. Daar kan ik wel iets bij voorstellen. Over de reden en hoe hard het nodig is en of er geen andere oplossingen zijn lees ik. Ik overdenk het en kom voor mezelf wel tot een bepaalde mening. 

Maar elke morgen als ik de computer opstart en langs de nieuwssites scrol, zit ik gewoon te janken. Elke morgen zijn er nieuwe foto's. En op die foto's staan altijd maar kinderen. Steeds andere kinderen en steeds andere leeftijden op steeds andere plaatsen in Europa. En al die moeders en die vaders daar raak ik niet over uitgedacht. 

Ik zie net een man lopen met twee peuters op zijn armen. Twee peuters!! Dat is loodzwaar en hij ziet eruit of hij er al even mee loopt en er mee zal lopen tot het veilig is. Het moet hun vader zijn, dat zie je aan de armpjes om zijn nek, aan het vertrouwen en de rust in de oogjes. Wat een geweldige vader hebben ze. Dat hij ze zo draagt en dat ze niet krijsend in paniek zijn, maar op hem vertrouwen.  

In dezelfde serie een moeder met vier jongetjes rond zich. Wat zeg je nu tegen je zonen? Hoe leg je ze uit dat je hier bent en wat je gaat doen? En waar haal je de energie vandaan om niet gewoon je hoofd neer te leggen en nooit meer op te staan?

Kinderen op het station onder vellen papier en op vellen papier. Kinderen in draagzakken. Kinderen midden in de nacht. Kinderen die vannacht om 12 uur toch die Hongaarse grens over mochten. Kinderen aan de hand van vaders en moeders. 

En dan af en toe een gesprek met een Dikke Ik. Ik stop daar veel te veel energie in. Ik zit me pisnijdig te maken. Dat helpt helemaal niet. Zaterdagavond weer iemand. Dat de media inzoomt op kinderen. Beetje zielige plaatjes maken, beetje emotioneel doen. Maar hallo zeg, ook al moet zo'n fotograaf een dag zoeken voor dat ene plaatje, het is er wel. Redelijk in de buurt zijn deze kinderen. Het mag toch niet voorkomen dat kinderen dit moeten ondergaan?
Dat ze gewoon naar de vluchtelingenkampen moeten. Dat ze daar horen. Ik vroeg of ze al filmpjes van die kampen had gezien? Hoe leuk het daar was? En hoe schoon? En hoeveel ruimte je dan krijgt? Nee, natuurlijk had ze dat niet gezien. Hoe verder weg hoe minder haar probleem. En dat ze blij was haar vakantie omgeboekt te hebben. Jaja, zeg ik, dan had je aan de slag gemoeten. Ze kijkt me verbaasd aan. Zij aan de slag? Nee zeg, ze is druk met werk en luxe. Trouwens gisteren nog naar de Primarkt geweest... 

Ik haak af. Dat is ook al zo'n stokpaardje van me, de kinderarbeid. En ze is wel moeder. Ik kom er niet over uitgedacht. 

Overigens probeer ik echt wel te doen wat ik denk dat ik kan doen. Gelukkig een AZC op redelijke afstand en een opvang en nieuwe gezinnen op het dorp uit Syrië. Genoeg te doen. Alleen die foto's die krijg ik niet uit mijn hoofd.

donderdag 3 september 2015

kriebels

Gisteren ging Naomi spelen. Samen met vier meiden hebben ze zich heerlijk vermaakt. Ze hebben zich uitgeleefd met verkleedkleren en hoeden en dekens en hutten. 

En 's avonds heeft pleegvader zich uitgeleefd op het haar van Naomi... Ik was er niet en de moeder van een van de meisjes belde. Haar dochter bleek luizen te hebben. Pleegvader heeft haren gewassen en er van alles in gesmeerd en gespoeld. Er staat ook een heel rijtje afro-spul. 

Er was lichte paniek. Want toen hij vlot de luizenkam tevoorschijn had gehaald en Naomi's zorgvuldig door mij gevlochten haar helemaal had losgemaakt, bleek een plastic luizenkam niet bestand tegen de enorme macht haar. Een gewone kam lukt al niet. Hij had van alles geprobeerd en er erg lang mee in de weer geweest.

Vanmorgen kwam ze uit bed met een enorme vierkante bult haar. Zo hard en stug dat ik het weer moest wassen en vanwege de tijd niet goed behandelen. Ze was op tijd en het zit weer zo'n beetje in model. 

Er is geen luis gevonden gelukkig. Ik geloof niet dat luizen houden van haar haar. Het zit te vol met smeerseltjes en veel te strak gevlochten. We houden het in de gaten. Dat vergeet ik zeker niet, want bij mij zijn de kriebels weer begonnen...

zaterdag 29 augustus 2015

einde vakantie

De laatste vakantieweek is weer voorbij. Het begon maandag met een hoop kabaal en korte lontjes. Dat was maar een dag, want op dinsdag begon de huttenbouw. 
Een evenement waar ze het hele jaar naar uitkijken. Meerdere malen riepen ze dat echt noooiiit op vakantie gaan als het huttenbouw is. 
De kindervakantiedagen zijn altijd in de laatste vakantieweek. Van 4 tot en met 12 ben je deelnemer, daarna kun je tot een jaar of 16 helper zijn en weer later kom je als volwassene begeleiden. 

Dit jaar konden we met zijn allen. Rachid als helper, de rest als deelnemer en ik als begeleider. Drie dagen lang waren we bezig. Er werd in strak tempo een compleet dorp gebouwd. De eerste dag werd er de eerste uren zelfs niets gezegd. Je hoorde alleen gehamer. Na drie dagen was er een hut. Iedereen moest er in passen, je moest droog zitten. Sommige hutten hadden vloerbedekking, anderen een complete aanbouw of een dakkapel. De een maakte een roze bedstede, de ander een kippenhok. Er waren paletten, karton, vloerbedekking en behang. En natuurlijk veel verf en veel kwasten. De kleinere kinderen stonden verheerlijkt te verven. 's Avonds was het een hele kunst om alle verf van de armen en benen en haren te halen. Maar genieten dat het weer was!!

Donderdagavond ging het allemaal weer in de fik. Een brandstapel van een meter of 30 en vlammen van nog hoger. 
Vrijdag waren ze gewoon moe en vandaag is Yan jarig. Hij is 12 jaar geworden. Dat niemand hem die leeftijd geeft, is wel een feit. Hij wilde zo graag een horloge. Net zo iets als Rachid en geen kinderding! Dus heeft hij hem gekregen. Ik nam hem mee naar de winkel. Dat polsje is zo extreem smal en dun... Maar hij heeft er een. Het is een enorm ding, maar dankzij de aardige juwelier kon het toch zo vermaakt dat het gewoon goed zit. Hij is erg blij. Kijkt er steeds op. Voelt zich bijna volwassen. 

Hij heeft wel een fijne dag geloof ik. Het blijf een aandoenlijke ziel, die hele Yan. Heel de dag de mobiel in de buurt. Gelukkig feliciteerde vader hem vanmorgen vroeg en moeder deed het net. Hij is weer erkend en gezien door de mensen die waarschijnlijk twaalf jaar terug heel blij waren. Hun tweede kind, hun eerste zoon. Nu vieren wij zijn geboortedag. Een dag die we niet kenden, waar we geen deel aan hadden. 
Toch was vandaag ook onze zoon jarig. Het kind wat al tien jaar elke dag bij ons was. Het kind wat zo diep in ons hart en leven zit, dat het gewoon een deel van ons is geworden. 
In ieder geval is Yan door alle vier de mensen die hem als hun kind zien gefeliciteerd en voelde hij zich door hen geliefd. 
Het wordt een belangrijk jaar. Laatste jaar basisschool. 

Maandag gaan de scholen weer beginnen. Woensdag zullen ze allemaal weg zijn. Het wordt weer tijd. Het is weer leuk geweest.

donderdag 20 augustus 2015

de geschiedenis

De opa van Yan vertrok een kleine dertig jaar terug uit Vietnam. Samen met zijn zoon van tien nam hij een bootje. Het bootje was klein. Het zat overvol. De opa wilde vluchten, evenals zijn bootgenoten. Op volle zee sloeg de motor af. Het duurde een paar dagen voor ze door een groot zeeschip werden gered. 
Pas vertelde de oom erover. Hij was dat tienjarige jongetje en hij was nooit in zijn leven zo bang geweest. De ontzetting van toen was nog voelbaar. 

Het schip voer onder Nederlandse vlag en de bootvluchtelingen kregen onderdak in Nederland. Later mocht de rest van het gezin, waaronder de moeder van Yan, overkomen. 

De geschiedenis van dit gezin is er een met veel geweld. Vaak kwam de politie. Er waren rechtszaken en gevangenisstraf. Yan werd evenals zijn jongste tante en oudere zus uit huis gehaald. 
Nu gaat het goed. Iedereen werkt, heeft kinderen, leidt een min of meer fatsoenlijk leven. 
Het blijft wel een familie uit een ander land. Onder elkaar praten ze nog steeds de moedertaal. Dat Yan, zijn zus en tante daar niets van begrijpen is wel triest. De volgende generatie doet het goed op school, spreekt vloeiend Nederlands en gaat het gewoon redden. 

Dat Yan bij ons woont, heeft zeker iets te maken met dit vluchtverhaal. Voor Yans moeder was dit te veel. Misschien had ze het in eigen land wel gered? We weten het niet. Yan gaat het wel redden. 

Afgelopen weken overdacht ik de geschiedenis van Yan en zijn familie. Ik kwam namelijk een herhaling tegen. Via allerlei ingewikkelde wegen stond ik op een dag bij een gezin. Vader, moeder en zoon van tien. Ze kwamen uit Syrië. Ze waren gevlucht. Ze kwamen per boot. De boottocht had gemaakt dat ze alles kwijt waren geraakt. En dus zaten ze op een dag in Nederland, in de opvang, in de wacht. De enige kleren die ze hadden, droegen ze. 
Het was de bedoeling dat we in ieder geval de kinderen van kleding zouden voorzien. Ze moesten zich kunnen verschonen en ze moesten warm worden. Ik kwam bij de jongen van tien om de maat op te nemen. Hij droeg een hemd en een korte broek en schoenen maat 39, terwijl hij 35 had. Gekregen toen ze aanspoelden. 
Hij had zelfs geen onderbroek aan. Zijn moeder schaamde zich. 'He need a boxer.' legde ze uit, met een gebaar van dat ze dat ook niet kon verhelpen. 

De volgende dag had hij kleren. Ze kwamen uit de kast van Yan. Yan heeft het niet eens gemerkt dat er wat weg was. De jongen was erg blij, zijn ouders nog meer. 

Ik sliep die avond niet. Aan het vluchtelingenprobleem kan ik niets doen. Ik weet ook niet meer wat ik moet denken. Wat ik wel zag, was die jongen. Wat een lief kind was het. Hetzelfde figuur en oogopslag als Yan. Wat aangrijpend om dit te moeten ondergaan. 
Ik moest denken aan die oom van Yan, dertig jaar terug. Hij was ook tien. Soms worden de feiten te levend. Ik hoop dat deze jongen een thuis gaat krijgen en rust. Dat hij weer kind mag zijn. 

Tsja, de geschiedenis herhaalt zich. Wat verschrikkelijk dat dit niet alleen voor volwassen mensen geldt.

vrijdag 14 augustus 2015

IND

Vandaag een nuttige dag gehad. We moesten op verjaardag bij een jarige schoonzus en er lag al weken een brief van de IND. Die verjaardag is leuk, maar die IND meestal een stuk ingewikkelder. Beide zaken lagen min of meer op dezelfde route.

Vijf jaar terug bleek jeugdzorg een fout te hebben gemaakt met Naomi. Haar verblijfsvergunning was verlopen en dat had niemand in de gaten. Ik al helemaal niet, want toen leefde ik nog met de gedachte dat als je in Nederland bent geboren, je ook Nederlander bent. 

Nou, niet dus. Je bent wat je moeder is. En die is Congolees en heeft een tijdelijke verblijfsvergunning. Die wordt zonder moeite steeds verlengd. Alleen moet je dan natuurlijk wel actie ondernemen. 

Vijf jaar terug ben ik een keer of vier naar de IND geweest. In Rotterdam en in Rijswijk. En het was een drama. Moeder had toen nog gezag en moest er dus bij zijn. Maar ze was er soms opeens niet. Stonden we voor niets te wachten. Moeder moest bepaalde documenten overleggen. Die lagen bij een boze ex. Jeugdzorg moest ook iets, alleen wist de piepjonge voogd totaal niet wat en wanneer. 
Het vervelende was dat dit ook mijn probleem werd. Want de IND wil wel het kind zien waar het om gaat. Dus toerde ik weer braaf met Naomi naar Rijswijk of naar Rotterdam. 

Het is goedgekomen toen. Ik was een gewaarschuwd mens en heb elk jaar op de laatste bladzijde van m'n agenda met grote letters OKTOBER 2015 VERBLIJFSVERGUNNING gezet. Maar dat was niet eens nodig. Een paar weken terug kreeg ik een brief van de IND met een herinnering en een duidelijke uitleg wat ik moest doen.

Dat was dus onder andere naar de IND toe gaan. Helaas is dat minimaal 100 km vanaf ons huis. Er moesten tien vingerafdrukken en een digitale foto gemaakt worden. En dat hebben we vandaag gedaan. Naomi vond het heel interessant. Er is een gewichtig kijkende foto in het systeem gegaan en tien vingerafdrukken. Nu wachten op een bericht dat het pasje klaar is. Dat zou in de buurt geregeld kunnen worden. 

Zo, dit was dus echt een makje vergeleken met vijf jaar terug! Als we op willen stappen, zegt de man achter de balie dat ik wel haar paspoort moet meenemen bij ophalen. Het bloed stijgt spontaan naar m'n hoofd. Een paspoort?! Dat heeft ze niet... 
De man schiet ook even in de stress. Ja, dat moet anders krijg je het pasje niet mee. Ik zie mezelf al de komende weken bij de Congolese ambassade zitten. Bij de Poolse was ik eerder voor Sam en het heeft tot niets geleid en kostte veel tijd. Ik opper dat ik moeder dan opspoor en meeneem? Nee, die kan daar ook niets betekenen.

De man gaat het uitzoeken voor me. Het duurt even. Er worden anderen bijgehaald. En dan komt toch het verlossende woord, want het hoeft niet. In speciale gevallen is er een uitzonderingsregel en ergens in haar dossier staat het. 
De man is heel vriendelijk en gaat kijken of hij het zwart op wit voor me kan krijgen. Dan kan ik het tonen bij ophalen. Dat lukt niet. Geeft niets, als ik weet dat het ergens staat, komt het wel goed. 

Beneden wacht de rest van de firma. Die vinden het wel interessant daar bij die IND. Zoveel buitenlandse mensen en kinderen en beveiliging. Op de terugweg vraagt Yan zich af waarom de IND zo erg beveiligd moet zijn. Hij fantaseert er driftig op los tot we het afkappen. Ze hebben in ieder geval iets geleerd. Hoe de IND eruit ziet en wat voor mensen er komen en werken. 

De verjaardag verloopt vlotjes en na afloop eten we bij de Ikea. Dat is gewoon leuk. Ze zijn zo braaf dat we ook nog heel de winkel doorwandelen. Dat is iets wat zeker niet altijd kan. Ze zien de meest fantastische dingen die we echt moeten hebben. Het is niet druk en we fantaseren ook hier maar even mee over wat je allemaal kunt met wat je ziet. 

Een verplicht dagje weg dus vandaag, maar toch met vakantiegevoel.

kamperen

Toch nog maar even de vouwwagen uit de schuur gehaald. Van maandag tot donderdag op vakantie naar Haamstede. Rachid zit op een kamp. Die vermaakt zich wel. Om te voorkomen dat de anderen zo in de vierde week een vakantiedipje kregen, gingen we kamperen. 

Vanwege het late tijdstip moest de hond ook mee. Dat was een succes. Het beest heeft de hele dag door aandacht gekregen en bezigheid. 

We stonden binnen drie kwartier op de plaats van bestemming. Dat is nog eens lekker op vakantie gaan! 's Morgens naar de bakker om lekkere broodjes. Daarna wandelen door duinen, langs bunkers en door het bos. 's Middag fietsen richting een strand. Die zijn er op de kop van Schouwen meer dan genoeg. En ondanks de vele toeristen lijken ze ongeveer leeg. Heerlijk zwemmen in de zee. De temperatuur van het water is nu perfect. Zandkastelen bouwen. 
Terug naar huis. Heel veel eten en 's avonds nog even naar het dorp om een ijsje. 
De auto stond gewoon de hele tijd stil. Het was prachtig allemaal. We zagen wel honderd konijnen en negen herten. En terwijl wij rondspartelden in de zee bij Renesse, spartelde er een zeehond op 25 meter afstand mee. 



En dan dat zand. Overal zand en zand en nog eens zand. Om in te rollen, Sam liet bij elke zandvlakte zien hoe goed hij de koprol kon.. Om door je handen te laten gaan, ook al ben je bijna twaalf en vooral om vanaf te springen. De duinen waren hoog en steil en de energie raakte niet snel op.



Alles is zand en zit vol zand. De wasmachine draait op volle toeren. We zijn weer thuis. Het leken wel drie weken in plaats van vier dagen. Dit is voor herhaling vatbaar! 

Het slapen met z'n zessen op een paar vierkante meter geeft iets speciaals. Sam wilde naast Yan. Onbewust kropen ze in hun slaap dicht tegen elkaar aan. Vertederend gezicht. 's Morgens het wakker worden op een fluisterende toon en allemaal tegelijk ongeveer. Een mooi begin van de dag. 

Het was hard werken, dat wel. We zaten op een prachtige landschapscamping, maar er waren weinig kinderen en weinig kinderdingen. Dat moet volgend jaar beter. Nu moesten wij hen vermaken. Even spelen met andere kinderen zou voor ons ook wel leuk zijn. Maar goed, het was een lastminute-gedachte en een test of dit iets is voor ons gezin. En dat is het zeker!

zaterdag 8 augustus 2015

nachtmarkt

Elk jaar op de eerste vrijdag van augustus is er de nachtmarkt. Op de boulevard in Vlissingen staan allerlei kraampjes van 7 uur 's avonds tot 1 uur 's nachts. Dan is er vuurwerk vanaf een bootje op het water. 

Omdat wij in de zomervakantie meestal thuisblijven, valt die nachtmarkt altijd ergens middenin. 
Gisteren was het ook weer zover. Vijftien jaar pleegzorg en veertien nachtmarkten verder... 
Een keer kon ik overslaan. Toen was het zo ontzettend warm geweest, dat zelfs de kinderen begrepen dat dit niet meer leuk kon worden. 

Eigenlijk geef ik niets om zo'n nachtmarkt. Je kunt je auto nauwelijks parkeren en je loopt de blaren op je voeten. Het is gruwelijk druk en ik ben de hele tijd aan het kijken waar de kinderen zijn. 
Toch moet ik er elk jaar aan geloven. Deze week ook. De voorpret is bijna leuker dan de markt zelf. 

Deze keer ging ik met Yan en Naomi. Rachid wilde ook, maar moest vanmorgen om zes uur weg voor een jongerenkamp. Hij had de hele week gewerkt en begreep wel dat het slimmer was om gewoon op tijd naar bed te gaan. 

Het viel tegen deze keer. Veel van hetzelfde en niet helemaal het sfeertje. Normaal voel ik me echt een toerist als ik daar loop. Nu meer een verdwaalde zeeuw. 
Yan vond het ook tegenvallen. Maar dat maakt hem eigenlijk niet uit. Hij is geweest dat is het belangrijkste en valt het dan tegen, dan is het zo. Hij liep in een rap tempo en dat beviel me wel. Naomi vond dat weer minder. 

Al lopend vond ik het toch wel leuk om er te zijn. Die nachtmarkt is wel echt een ding in ons gezin. Ik kwam er al met zoveel verschillende samenstellingen. Yan mocht zelfs mee toen hij 2 was. In de buggy lag hij en vond het prachtig. Nu is hij bijna 12 en regelt dat we kibbeling eten op een bankje met zicht op zee. De kibbeling is precies goed gekruid en precies genoeg voor ons. 

Ik geniet wel met deze beginnende pubers naast me. Naomi vindt dit erg veel. Ze is snel de weg kwijt en het overzicht. Maar ze is wel zorgzaam. Kijkt of ik erlangs kan en wil mijn tas dragen. Informeert of ik moe ben, omdat ik wel in de kramen kijk en daardoor achterloop. 
Yan heeft veel commentaar op de handelswaar. Hij doet dat gedegen. Snapt wel een beetje hoe dit werkt hier. Alleen het kanon kon hij niet vinden. Dat was jammer. Wel een vuurkunstenaar. Een verlopen type die met vier brandende fakkels stunten uithaalt. Ze staan vooraan te kijken op een trap. Ik sta lager en zie ze geregeld even naar me kijken. Naomi vooral om te weten of ik er nog ben en Yan om te checken of ik zag wat hij zag. En of ik dit geloofwaardig vind of gewoon dom. Het is grappig om te zien hoe natuurlijk ze contact zoeken. Dat is lang niet altijd zo. Maar nu buiten de deur gewoon wel. 

We zijn vroeg thuis. Voor tien uur stappen we al binnen. Het vuurwerk doen we niet. Lang geleden hebben we gewacht. Toen hadden we oudere kinderen. Maar het duurde maar en duurde maar en toen hebben we het op afstand bekeken vanaf de dijk thuis. 
Daarna hebben we het nooit meer beloofd. Vuurwerk doe je als je volwassen bent en op eigen gelegenheid naar de nachtmarkt gaat. De meesten gingen nog een keer zelf met vrienden. 
Na die ene keer was de lol eraf. Nachtmarkt is toch meer iets magisch als je kind bent denk ik. En wij houden de magie gewoon in stand. 
Volgend jaar mogen Pablo en Sam ook mee. Die stonden zo sip te kijken toen we weggingen. Voor hen is de magie ook al begonnen.