donderdag 14 november 2019

aardappelland

Dit seizoen stond ons huis tussen de aardappelen. En dat hebben we geweten..

Sam zit nu op het speciaal onderwijs, maar vorig jaar moest hij zich regulier bewijzen. En dat viel helemaal niet mee. Op school een min of meer brave jongen en thuis niet te houden. Veel gooi- en smijtwerk en veel spijt erna en veel gebrul en gescheld en eigenlijk alleen maar verliezers. 

Ergens begin mei was er weer iets. Ik weet niet eens meer wat. Het zoveelste incident en Sam als de boosdoener. Ik weet zeker dat ik niet heel boos was. Dat hielp allang niet meer. Maar het zien van mijn gezicht deed Sam al de benen nemen. Die avond rende hij op zijn sokken het land in. Hopsend over de aardappelbedden. 

Meestal helpt het om hem even te laten doen. Hij komt vanzelf terug. Maar die avond niet. Het werd schemer. We riepen en lokten, maar ergens vanuit het land brulde Sam dat we het konden bekijken. 
We zagen hem ook niet meer. Dat werd lastig. Het land is enorm. 

Toen werd het donker en nog steeds geen Sam. We fietsten rond het land, schenen met de autolampen erover, brulden, riepen, maar geen Sam. Ik kreeg het er benauwd van. Inmiddels lagen de andere kinderen op bed. 

Uiteindelijk hadden we hem om half 11. Best laat voor een kind uit groep 4. Man ploegde het hele land door en ik scheen over het land. Opeens hoor ik een stem blijmoedig mijn naam roepen. Hier ben ik hoor, zegt hij. Even bijschijnen, want ik zie niets. 
En daar is hij. Op zijn sokken zonder jas.. Hij loopt naar de auto en informeert of ik boos ben. Nee, niet boos, heel blij dat hij er is. Dat is maar goed ook, want anders rent hij er gelijk weer in. 
In de auto doe ik de vergrendeling er maar snel op. 

Sam komt van ver. Het was koud en nat en hij was bang. Maar hij kan wel goed tussen die rijen liggen. Trots is hij dat we hem niet konden vinden. Hij vaart tegen me uit dat ik toch wel weet dat hij dan bang is voor weerwolven? Ik vraag waarom hij niet naar het licht van ons huis liep? Dat durfde hij ook niet. Ik zeg dat ik ongerust was en bang en dat ik eigenlijk de politie wilde bellen. Daar snapt hij niets van. 

Ik zet hem onder de douche en in bed. Hij slaapt direct. Kleine jongen.

De volgende dag bij het minste of geringste sprint hij weer het land in. Maar nu ben ik gewaarschuwd. Ik ren hem achterna op blote voeten en heb hem te pakken. De rest van de avond moet ik uithijgen en de klei tussen mijn tenen zien te krijgen. De volgende dag moet ik toch even dat land inspecteren of we er niet te veel schade hebben gemaakt. Daarna is het niet meer gebeurd gelukkig. 

Vorige week werden de aardappelen gerooid. De boer deed er ruim 3 dagen over voor hij het hele land kaal had. Het waren dagen van bijna 24 uur. Dat verbaasde me niets. Ik wist nog heel goed hoe enorm dat land is. Zeker bij avond, zeker als je iets kwijt bent.

dinsdag 12 november 2019

voorlichting

Volgens een artikel in de krant van zaterdag is voorlichting heel belangrijk. Dat vind ik ook. Het artikel geeft in duidelijke stappen weer wat er van de ouder of opvoeder verwacht wordt. Ik lees het door en bedenk dat we het best goed doen. 

Van 0 tot 6 alles duidelijk benoemen en van 6 tot 12 altijd eerlijk zijn en er vooral niet voor gaan zitten. Hoe het boven de 12 nu verder gaat, ben ik even kwijt. We benoemen inderdaad alles, herleiden schuttingtaal tot gangbare woorden en beantwoorden vragen. Woorden als privĂ© komen er via school weer bij. 

Het benoemen gaat nuchter en zakelijk en geen geheimzinnig gegrinnik. Toch twijfel ik of het artikel wel passend is voor ons gezin. Of misschien heb ik wat over het hoofd gezien...

Ik breng Sam naar bed. Inmiddels acht jaar en al aardig op de hoogte. Hij heeft met een vriendinnetje gespeeld. Nog altijd het meisje wat hij in groep 0 al lief vond. Hij mocht blijven eten en het was allemaal leuk. Sam denkt dat hij later wel met haar gaat trouwen. "En dan neem ik twee kinderen." Ik zeg dat je dat niet zo van te voren kan weten. Zeker niet als je nog maar acht jaar bent.
Nee, maar dat weet Sam ook wel. Hij kijkt me bloedserieus aan en deelt mee dat hij inderdaad eerst nog even met de geslachtsdelen moet werken voor het zover is. 

Daar moet ik even van met de ogen knipperen. Lach je hierom? vraagt Sam. Nee, dat doe ik zeker niet. Ik sta gewoon met de mond vol tanden. Wat moet ik hier nou weer op zeggen. Misschien toch nog even de oudpapierbak in voor dat artikel...

's Avonds haal ik Yan op van de trein. Hij was met vrienden. Heel logisch, maar voor mij heel lastig. Yan is nu zestien en drinkt bier. Want dat doet iedereen.. En aangezien ik elke week verhalen hoor over in de sloot rijden en ambulances en enorme hoeveelheden alcohol, maak ik me zorgen. Hij krijgt dus ook voorlichting. Eigenlijk aan de lopende band. Ik laat geen gelegenheid onbenut. Ik moet er niet aan denken dat Yan ergens voor pampes ligt. Maar Yan haat mijn zedenpreken, dus beperken die zich tot hooguit drie zinnen. 

Jij zeurt altijd, zegt Yan. En dat klopt. En jij vertrouwt mij niet, vervolgt hij. En dat niet vertrouwen ergert hem. Hij komt met argumenten. Dat hij altijd aanspreekbaar is en altijd op tijd thuis komt. Dat ik altijd weet waar hij is en dat hij niet zo gek is als die anderen. 
Hij heeft gelijk. Ik vertrouw hem ook wel, maar hoor op school te veel om helemaal gerust te zijn. 

Ik denk aan het artikel over de voorlichting. Zal hier ook op van toepassing zijn. Dus ik benoem de dingen, dat ik niet wil dat hij zich kapot drinkt, dat zijn hersens er niet beter van worden, iets over groepsdruk. En als laatste: hoe weet ik nu dat het goed met je is? Voor hetzelfde lig jij in die ambulance in plaats van je vriend. 
Daar heeft hij een duidelijk antwoord op. Ligt hij in de ambulance, dan checken ze zijn id-kaart en word ik gebeld. Dus verder geen gezeur alsjeblieft. 
Ook voor deze voorlichting ben ik niet geslaagd.