dinsdag 14 februari 2017

kwaliteiten

Naomi is een makkelijk en gezellig kind. Is iets niet naar haar zin, dan zegt ze dat luid en duidelijk. Meestal is alles prima en hoor je haar niet.
Vraag ik haar iets voor me te doen, dan gebeurt dat zuchtend en steunend. Belachelijk dat ik het niet zelf doe en tsjongejonge hoe durf ik het te vragen.
Regelmatig probeer ik haar naastenliefde wat op te peppen en haar het nut van wie-goed-doet-goed-ontmoet bij te brengen. 

We hebben al bedacht dat dit geen figuur is voor de zorg. Zij zal de winkel wel ingaan. Lekker opgedoft achter de kassa zitten of iets dergelijks. Zelf riep ze lang dat ze bij de Action achter de kassa ging. Toppunt van heerlijkheid om alle nieuwe hebbedingetjes en nagellakjes en poedertjes als eerste zien binnenkomen.
Inmiddels is de Action ingeruild voor een hoger doel. Ze wil in een kledingwinkel of kapper of ??

Vorig weekend logeerde hier een vriendinnetje van school. Moeder zat lastig en heeft zorgen. Of het meisje 2 nachten mocht komen. Dat mag zeker. Naomi in de wolken. Eindelijk een paar dagen een meisje erbij.
Het meisje kwam en het was gezellig. De meiden vermaakten zich goed. Omdat beiden op het speciaal onderwijs zitten en niet al te hoog timmeren, vinden ze elkaar prima. Naomi was een goede gastvrouw en ze dacht werkelijk overal aan.

Moeder zei in het voorbijgaan iets over eczeem en zalf en kan ze zelf hoor.
Dus bij het naar bed gaan, ging ik eens even kijken. En daar stonden ze. Het vriendinnetje in haar onderbroek met een lichaam wat helemaal rood en kapot was van de eczeem. En Naomi erachter met een grote plastic handschoen en een pot zalf. Daar stond onze nuchtere dame met een stalen gezicht vakkundig zalf te smeren alsof ze nooit anders deed. Naomi die overal vies van is, die een stortvloed van commentaar levert bij het kleinste klusje!
"Ja, zegt ze, ik doe het even hoor. Beetje lastig he op je rug zelf smeren. En ik geef er niets om hoor."

En omdat ik haar nu zo'n negen jaar ken en ze een open boek is, weet ik dat ze dit eigenlijk vreselijk vies vindt en helemaal niet de normaalste zaak van de wereld. Maar voor die vriendin deed ze het toch maar. En de manier waarop ze het deed, maakte me trots. Wat een prachtig mens om dit op deze manier te doen en wat een sterke meid!

Opeens kwam er perspectief op meer. Ik zie haar nu helemaal niet achter die kassa zitten met roodgelakte nageltjes. Ik zie haar in de thuiszorg met van die zelfde handschoenen en met net zo'n stalen snuit de meest vieze karweitjes opknappen. En ondertussen contact blijven houden en de mens blijven zien. Wat een kwaliteiten!!

zaterdag 11 februari 2017

wij ons wij ons

 Siberië
Geef me je jas
van bont van teddyberen.
Sla je arm om me heen
en al je winterkleren.
Zoen me tot ik warm word.
Zoen me tot ik spin.
Trek je eigen huid dan uit,
stop mij eronder in.
Sus me met je hartslag.
Wij ons wij ons wij ons.
Maak van dit veel te grote bed
een heel klein fort van dons. 



Bart Moeyaert
Uit: Verzamel de liefde.
©
Antwerpen, 2003. 


Van de week een stralende Sam bij het ontbijt. Hij komt binnen en deelt plechtig mee: "Jongens, ik heb heeel goed geslapen." En dat had hij zeker. In 'ons bed'. Dan zijn zijn woorden midden in de nacht of hij alsjeblieft alsjeblieft in ons bed mag. Hij klemt zich als een aapje aan me vast en er is geen andere keus dan toegeven. Zodra hij ligt, slaapt hij. Aan twee kanten voeling houdend met handen en voeten. 
In de bieb vond ik dezelfde morgen een boekje over verlies en rouw. Vol gedichten en beschouwingen. Leek me wel interessant. 
Dat is het ook. Maar ook een verrassing, want nog geen twee uur na Sams heerlijk ontwaken vind ik toevallig een prachtig gedicht wat vast niet zo bedoeld is, maar wel helemaal past!

Vannacht was het weer prijs. Om 12 uur een helemaal nat bed en een erg koude Sam. Dan praten we niet eens. Droge kleren en sussen met onze hartslag wij-ons-wij-ons-wij-ons...   

woensdag 8 februari 2017

tsjaa..

Van de week weer eens de tandarts bezocht. We hebben een aardige tandarts. Een gezellige, kindvriendelijke meneer die we al jaren kennen. Hij is helemaal op de hoogte van ons gezin en zelfs van de herkomst van de kinderen. Altijd een belangstellend praatje en serieus geïnteresseerd. 

Van de week kwam ik erachter dat we bij een tandarts op stand zitten. Echt een praktijk voor de gegoede burger. Ik kwam als kind al in deze praktijk. De praktijk is gevestigd in de stad. In een mooi oud pand wat recent gerenoveerd is tot iets prachtigs. 
In de wachtkamer liggen de betere tijdschriften en verantwoord speelgoed voor de kinderen. Er is geen of zeer zachte klassieke muziek en alles ademt sfeer en comfort. 

Ik kwam geregeld bij de weekend- en avonddiensten van andere tandartsen. Die praktijken waren duidelijk minder deftig. Dat maakte me verder niet zoveel uit. Als de tandarts maar aardig is...

Ik ging naar de tandarts omdat Sam gaatjes had. En omdat Pablo studiedag van school had, was hij er ook bij. En dan Daniel natuurlijk.

Toen we met zijn vieren de wachtkamer binnenkwamen, zaten er een stuk of vijf mensen te wachten. Allemaal 70+ en bovenmodaal, schat ik zo. Ik groette vriendelijk, maar kreeg geen reactie. De mensen keken me wel recht aan, maar bepaald niet alsof ze het leuk vonden om ons te zien.
Sam had in de auto al buikpijn van de zenuwen en was beetje druk. Echt niet op volle sterkte, alleen beetje lacherig. Hij ging op het hobbelpaard. Leuk ding overigens. En hinnikte wat van de zenuwen. Pablo ging braaf tijdschrift lezen aan tafel en Daniel bleef ook keurig naast me. 

Hoewel ik dacht dat we aardig door de beugel konden, bleven de wachtende mensen kijken. Ik voelde me erg opgelaten. Ging Sam toesissen dat je bij de tandarts ALLEEN MAAR MAG FLUISTEREN!! 
Sam keek verbaasd. Hij deed zo braaf, voor zijn doen, en ik deed toch boos?? 
Het was doodstil in de wachtkamer. Ik voelde alle ogen steken en elk geluidje leek een donderslag. 

Toen waren we aan de beurt. Na de behandeling liepen we naar buiten. Sam met dikke tranen nog op zijn wangen omdat het zo'n pijn deed. Allemaal heel stil. Er kwam een mevrouw aanlopen. Ik hield de deur voor haar open. Ze deed een stap terug, liet haar ogen over mij, de kinderen en weer over mij glijden en negeerde de opengehouden deur. 
En toen viel het kwartje... 
Het was niet de eerste keer, maar wel de eerste keer dat ik er niet om kan lachen. Want wat zagen de mensen in de wachtkamer en deze dame buiten?? Een vrouw van half de veertig die minimaal drie mannen heeft gehad. En tsjongejonge, die oudste twee jongens schelen amper wat in leeftijd!! En dan dat kleintje nog op zo'n leeftijd. En dan zonder blikken of blozen dat op straat vertonen! 

Tsjaa... Ik kan doen wat ik wil in die wachtkamer, in zo'n situatie, maar het blijft toch foute boel. Wisten ze dat het niet mijn eigen broed is maar pleeg, dan zullen ze vast me prijzen en loven en noem maar op. Maar daar heb ik helemaal niets aan. Als ik met drie prachtige (en op dat moment keurige) kinderen een wachtkamer binnenkom, dan heb ik recht om normaal bekeken te worden. Maar helaas was dat van de week niet de norm. 

Ze zullen ons vaker zien. Ik zal er dan zeker op letten. Want Sam heeft een probleem. Hij heeft kaaskiezen. Wist tot voor kort niet dat dat bestond. Zijn glazuur is onregelmatig en dun en zijn kiezen zijn grote kraters met veel plooien. Dus veel kans op gaatjes. Komt door zijn moeder. Die nam te weinig vitamines tijdens de zwangerschap. Het is maar goed dat zij niet meekomt naar de tandarts. Dan was er nog meer te bekijken..

woensdag 1 februari 2017

ons kuikentje

In ons drukke, chaotische gezin is er een rustpunt en dat is ons kuikentje.
Hoewel ik in gedachten al honderd keer afscheid van hem heb genomen, is hij er nog. En hoewel ik me net zoveel keer heb voorgehouden mezelf niet te vast te binden, ben ik helemaal verliefd op m'n handenbindertje en prijs ik mezelf de hele dag door gelukkig met dit stralende zonnetje.

Ik durf niet te lang vooruit te denken. Hoe het er nu uitziet, zal hij lang blijven. We leven bij de dag. Niet eerder was dat zo sterk bij een kind. Het maakt niet uit. We zien het wel. Een ding hebben we ondertussen wel geleerd en dat is dat we niets vooruit kunnen weten.

Ons kuikentje is de blankste en blondste van allemaal. De enige met helderblauwe oogjes en blonde haartjes. Verder is hij hetzelfde als de anderen. Hij roept net zo hard en kan net zo ondeugend zijn. 
Hij dribbelt de hele dag door het huis. Is ontzettend boos en verontwaardigd als er deuren dichtgaan. De andere kinderen zuchten dan heel diep en laten hem toch weer meedoen. 
Als ik hem even niet zie, zit hij op schoot achter de WI. Vooral Naomi kan hem niet weerstaan. Ze speelt haar spelletje en hij verstoort het net zo hard. 

Ga ik eten koken, dan is hij er als de kippen bij. Hij moet in de pan kijken en liefst roeren. En niet een keer, maar elke paar minuten... Hij gooit de aardappels door de keuken, terwijl ik schil. Hij ruimt de vaatwasser uit op zijn manier en ik red alle breekbare zaken en verbaas me over zijn wijsheid. Nog geen anderhalf maar precies weten wat in welk kastje moet! 
Gaan de pannen op tafel, dan rent hij rond en roept áite-áite. Net zolang tot iedereen zit. Hij trekt er een aan zijn benen zodat die hem in zijn stoel helpt. Tijdens de maaltijd heeft iedereen het hoogste woord, behalve hij. Hij zit met een verheerlijkt gezicht en een lepel, vork en handje zijn bordje leeg te maken. Hij lust alles, zolang hij het zelf mag doen. En dat laten we zo. 
Is hij klaar, dan komen de praatjes en kijk je naar hem, dan komt er een stralende lach. 

Die lach is er altijd. Als ik hem uit bed haal, als ik naar hem kijk, als ik met hem in de winkel loop, als we op de fiets zitten. Huilen doet hij nooit. Hooguit eens mopperen als iets hem niet zint. Dat maakt het allemaal zo makkelijk. 
Hij houdt van muziek. Die moet aan en hij gaat dansen. Het liefst moeten we dat allemaal doen. Hij houdt ook van iedereen. Als alle kinderen thuis zijn, dan is hij in zijn element. En is iedereen weg, dan probeert hij met de hond wat te doen. 
Ondertussen kletst hij de hele dag met aandoenlijk schel stemmetje in een onverstaanbaar taaltje. Met veel nadruk en uithalen en hele serieuze gezichten. Ik praat terug met nog meer mimiek en gebaren en hij doet het natuurlijk na. 

Hij houdt van ons allemaal met heel zijn enthousiaste peuterlijfje. Dat zie ik terug aan zijn handjes op de foto's.  Hij houdt altijd iemand vast. Dat handje van hem ligt dan op iemands arm of been of rug of maakt niet uit. Hij maakt verbinding met dat handje en met zijn ogen, 




Dragen hoeft niet meer. Hij kan zelf lopen en zelf trappen klimmen. Alleen als hij moe is, mag ik hem dragen en legt hij een warm bolletje in m'n nek. Als hij niet moe is, wil hij stoeien en me van de bank af duwen. Hij kan schaterend lachen als dat lukt en sjouwt en sjort tot ik er weer af val. 

Het huishouden lijdt onder de kleine man. En ik ben aan handen en voeten gebonden, want hij is wel weer eenkennig aan het worden. Alles mag en kan zolang ik in de buurt ben. En ik ben altijd in de buurt, met alle liefde en plezier. Want in mijn achterhoofd weet ik echt wel dat dit prachtige kind een groot kado is. En dat het niet heel waarschijnlijk is dat er nog een herkansing is als het om genieten van peutertjes gaat... 
En wat is het genieten om hem rond te zien hobbelen op die prachtige beentjes en te zien hoe hij de wereld ontdekt. 
Ondertussen gaan leeftijdgenoten zonder de kinderen op vakantie of kunnen zelfs al over kleinkinderen praten. Daar genieten ze deeltijd van. Dat begrijp ik, maar ik kan er voltijd geen genoeg van krijgen.