woensdag 1 oktober 2014

couveuse afdeling

Op de couveuse afdeling gonst het blijde welkom rond de glazen bakjes. Elke couveuse is behangen met ballonnen, kaartjes, zelfs slingers. De meest prachtige knuffels liggen en staan rond het mini-mensje. De kastjes onder de couveuses puilen uit van allerschattigste kleertjes, sokjes, mutsjes en noem maar op.

En elke couveuse hoort bij een vermoeide moeder, trotse vader, opa’s, oma’s . Om de paar uur komen ze aan om de kleine lieveling de borst of de fles te geven. Om de kleine alle warmte en liefde te geven die het verdient.

Behalve jij. Jij ligt daar tussen al die etalages van liefde en welkom. Jouw couveuse is een steriele glazen bak. Je mutsje is een gevonden voorwerp van het ziekenhuis. Je kastje staat open en is leeg. Jij ligt daar in je eenzame naaktheid met wijd uitslaande armpjes en schokkend lijfje naar adem te snakken.

Om de paar uur krijg je ook je fles. Iedere beurt een andere verpleegkundige. Zij geeft je vakkundig en professioneel de fles. Houd je even vast en haar werk roept weer.

Ik kom de afdeling op. Niet net bevallen. Nee, gewoon van thuis met lege buik en handen. Ik zie en voel niet van verre dat jij mijn kind bent. Nee, ik loop naar de balie en informeer of ik mijn kind mag ontmoeten.

Als ik de afdeling op loop, word ik begeleid door een verpleegkundige die me wegwijs maakt. Kijk, derde van links, ik loop wel even mee…

En daar lig je dan. Kleine, lieve hummel. Het voelt zo vreemd dat jij van onze zorgen afhankelijk gaat worden. Dat ik zo intens van je zal gaan houden als kwam je uit ons voort. Je ligt zo kaal en zo bloot in dat bakje. Niets zacht, lief baby’tje. Nee, spartelend en mager ben je, met vertrokken gezichtje.

Ik mag je vasthouden. Ik moet je vasthouden. Minstens een uur beveelt de verpleging. En dat doe ik. En in dat uur gaan wij elkaar leren kennen. Ik praat tegen je. Vertel je wie we zijn, wie jij bent. Ik wieg je, voel je kwetsbare warmte, voel je lijfje schokken en trillen van de alcohol, van andere rommel.

Drie dagen mag ik komen. Drie keer per dag kom ik en houd je vast. Tenminste een uur. Wat een wonder. Ik voel verbondenheid ontstaan. Verbeeld me dat jij dat ook voelt. Je drinkt met moeite je flesje. Je groeit minimaal. Maar het komt wel goed met jou, met ons.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten