donderdag 14 april 2016

bezoek

Geen enkele ouder verwacht een kind met in zijn of haar achterhoofd de gedachte dat het bij pleegouders zal opgroeien. Toch zijn er aardig wat vaders en moeders die moeten leven met de gedachte dat hun kind wel opgroeit in een ander gezin.
Om met deze werkelijkheid vrede te krijgen, wordt er een rouwproces doorgemaakt.

Als pleegouder krijg je bij tijden stukjes van die rouw mee. Ergens ben je zelfs onderdeel van het proces. Dat is verschrikkelijk lastig. Je zit tussen de ouder en het kind. Natuurlijk is onze eerste zorg het kind, maar wat kan de ouder hartverscheurend alleen staan.

Van de week was er een bezoek met Daniel en zijn moeder. Van een gelijkwaardige, positieve relatie is het onder invloed van de psychiatrische aandoening van moeder een gespannen toestand geworden. Nu Daniel zich steeds meer hecht aan ons en het gezin, voelt moeder zich alleen staan en tekort schieten. Om de pijn te vermijden, wordt ze boos. De verwijten vliegen ons rond de oren. Bezoek aan huis wordt wat lastig. Gelukkig zijn er neutrale plekken genoeg en helpt jeugdzorg.

We hebben een nieuwe regeling. Elke week bezoek op neutraal terrein. Het eerste bezoek ging super. Dat moeder mij finaal negeerde, dat hoort er nu eenmaal bij. Moeder had leuk bezoek, baby was voldaan en gelukkig na afloop en volgende week zelfde tijd en plaats.

Deze week was het anders. Wel zelfde tijd en plaats, maar andere stemming. Ik heb hem gebracht en weer opgehaald. Bij het ophalen merkte ik wat wrevel. Baby was bang voor andere kinderen, had beetje gezeurd, was moe. Hij zat wat te jammeren op schoot. Toen hij me zag, boog het lijfje gelijk over. Moeder gaf hem en een diepe zucht en hij was stil.
Ik deed hem zijn jas aan en ondertussen keek hij zijn moeder strak aan. Er kon geen lachje vanaf. Bij haar ook niet. Ze hield de deur nog voor me open en verdween toen zo snel mogelijk.

Thuis dacht ik Daniel gelijk naar bed te doen. Dat is niet gelukt. Hij sliep om negen uur 's avonds nog steeds niet. Wilde alleen maar op schoot of tenminste in mijn zicht.
Ik was niet bij het bezoek. Het voelde niet goed. En dat voelt het nog steeds niet. Want in die paar minuten dat ik er was, zag ik ook dat moeder het bezoek had voorbereid. Ze had speelgoed voor hem meegenomen en iets te eten en drinken. Ze had gezorgd als een moeder. Alleen leek haar zoon haar niet te herkennen als zijn moeder. En dat doet verschrikkelijk veel pijn. Zoveel dat ik het zelfs kan voelen als buitenstaander.

En dus zit ik de hele avond vastgeplakt aan een vrolijk, ondernemend, gezellig, maar verschrikkelijk moe jongetje. En zit ook de hele avond zijn moeder in mijn hoofd. Niet haar gemopper, maar die dingen die ze meenam naar het bezoek. Dat ze er alles aan had gedaan om het te laten slagen, maar dat het ergens niet is gelukt. En dat ze nu misschien nog meer teleurgesteld is dan ze al was. En dat die kleine handenbinder op mijn schoot er nog veel minder aan kan doen.

1 opmerking: