woensdag 17 september 2014

Concurrentie

Op een dag zit ik op de tribune in het zwembad. Een van de kinderen heeft les en ik zit mijn tijd uit. Naast me zit onze 2-jarige Aziaat. Hij vindt het leuk zo'n zwembad. Kijkt zijn ogen uit.

Na een poosje komt een paar banken verder een Chinees gezelschap zitten. Paar vrouwen, paar kinderen. Druk pratend zitten ook zij de les uit.

Naast me is er opeens alleen belangstelling voor de nieuwe buren. Hij kijkt en kijkt en staat opeens op, keurt me geen blik waardig en stevent op de Chinese familie af.
Hij lacht de dames stralend toe en gaat er gewoon naast zitten.

Daar zit ik dan. Beetje potsierlijk wel om te zien dat het kind wat bij je lijkt te horen zo zichtbaar in zijn nopjes is bij andere mensen. Ook heel bijzonder om te zien dat het bloed zich niet verloochent. Deze vrouwen zijn niet van zijn volk, maar lijken beduidend meer op zijn familie dan ik het doe.

De vrouwen kijken verbaasd en lachen vertederd. Daarna vervolgen ze hun gesprek.

Na een minuut of tien is de zwemles klaar. Ik sta op en roep hem. 'Ga je mee?' En jawel hoor, hij staat direct op. Lacht zijn nieuwe vrienden nog een keer toe en geeft me een hand.

Inmiddels zijn we jaren verder. De kleine peuter heeft zijn zwemdiploma zelf ook al binnen. De sterke voorkeur voor 'eigen' soort is gebleven.
Onlangs maakte hij me dat duidelijk. 'Denk jij dat ik met een witte trouw?' De afschuw en verbazing om zoiets ongelofelijks waren te duidelijk om over het antwoord te twijfelen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten