dinsdag 16 september 2014

En daar was je dan

Vrijdagmiddag half zes. Frietpan aan, borden op tafel, chaos in huis, gaat de telefoon.

"Hallo, met L. hoe gaat het bij jullie?"

Ahhh, niets hoe gaat het. Het is de plaatser en als hij het nodig vindt om op vrijdagavond om half 6 te bellen, dan gaat m'n hartslag omhoog!

Ja, hij heeft weinig tijd voor plichtplegingen. Hij is de hele middag aan het bellen voor een jongen van ruim 2. Zouden jullie misschien? Eventueel? Al is het maar voor het weekend? Ehhh..

Meer is niet nodig. Ja, we willen, nu gelijk. Nog nooit zo'n jong kind aangeboden gekregen. "Dat is mooi," vindt plaatser, " dan gaan we hem nu ophalen!"

Onder het eten wordt het nieuws herkauwd en gedeeld en besproken. Want we hebben wel een ledikantje, maar geen dekens. En geen kleertjes, hoe groot is een kind van 2 eigenlijk? En luiers, waar halen we die? Waar gaat hij slapen? Ons huis is met vier pubers en een schoolkind al aardig gevuld.

Maar om half 8 zit ik samen met Rachid van 5 te wachten. Alles is klaar. Man en andere kinderen hebben hun vrijdagavondvermaak. Het kind zal in rust ontvangen worden.

Het duurt lang. Langer dan verwacht. Mijn hartslag is nog niet normaal. Allerlei gedachten flitsen langs.

Dan stopt er een politiebus voor het huis. We lopen verbaasd naar voren. Een politiebus? Dat was niet eerder bij een plaatsing. De politiemannen gaan een shagje draaien en twee vrouwen stappen uit. Ieder een kind op de arm. De kleinste is voor ons.

De voogd draagt het kereltje naar binnen. Het kind is extreem klein. Meer formaat baby dan peuter. Het heeft een shirt en broekje aan en blote voetjes.

Het kind wordt in mijn armen geduwd. De voogd wil wat informatie toevoegen, maar barst in snikken uit en verdwijnt snel in de bus. Bellen nog wel, roept ze. En daar gaan ze met de zus van het kind, naar het andere pleeggezin.

En daar zitten we dan. Klein Aziatisch ventje, ondoorgrondelijk zwarte ogen, sluike haren. Hij zit op het puntje van mijn schoot. Hij wijst naar de deur. Daar kwam hij door, daar wil hij door weg. Het strakke rugje zegt heel hard NEE. Oogcontact maakt hij niet.

Rachid probeert hem te verleiden te spelen. Het lukt niet. Het duurt erg lang. Wat moeten we met dit kind? Wat moet dit kind met ons? Hij lijkt me totaal niet te verstaan en brabbelt wat klanken die ik niet herken.

Ik maak een paar foto's. Dit is je eerste dag, hier in dit gezin. Als ik de foto's later terugzie, schrik ik van het kind. De radeloze blik, het totaal niet weten wat er is gebeurd, staan zo scherp op het gezichtje.

Inmiddels is dit negen jaar geleden. Het kind heeft zich aan ons vastgeklemd en er is iets ontstaan tussen hem en ons wat heel kostbaar is. Wat maakt dat hij ook onze zoon is,  al zijn we zijn ouders niet.
En alle keren dat het zwaar was of is, denk ik aan die foto en aan het radeloze kind. Wat was hij extreem gekwetst en wat is hij aan het groeien.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten