Dankdag 2010. Uit de kerk is er een gemiste oproep.
Telefoonnummer moet Jeugdzorg zijn.
Spannend. Misschien een van de voogden, maar het kan ook
iets heel anders zijn. Afwachten maar.
De volgende dag is er weer telefoon. Deze keer iemand van
pleegzorg. Er is een vraag.
Er komt een baby aan. Over zes weken wordt het verwacht. Het
wordt voor lang. De moeder heeft geen huis, geen papieren, geen toekomst. De
moeder heeft wel een alcoholprobleem en drugs en roken en slechte voeding en
veel stress en en en…
Mevrouw aan de telefoon praat door over risico’s en
problemen. Problemen op korte, op lange op weet ik welke termijnen allemaal. En
of ik weleens van FAS heb gehoord. Ja hoor, vaag heb ik weleens iets gelezen
geloof ik.
Nou, dat moest ik nu ook maar eens gaan doen. Lezen en
zoeken over verslaafde baby’s en zoeken op gedragsproblemen rond verslaafde
kinderen. En als ik dat gedegen heb gedaan, mag ik terugbellen.
De mevrouw kent me. Ze bedoelt eigenlijk ‘dan mag je ja
zeggen’.
Ik neem mijn huiswerk serieus. Ga zoeken op internet. Vraag
informatie op. Lees verschrikkelijke verhalen over kinderen die levenslang
betalen voor de alcohol van hun moeder.
Het raakt me wel. Kunnen wij dit? Of we het willen is de
vraag niet. Het verhaal van mevrouw was wel heel zwaar en heel duidelijk.
Overschatten we onszelf?
Uiteindelijk zetten we de feiten op een rijtje. Hebben we de
tijd de komende jaren? Hebben we mogelijkheden in en rond ons huis? Wat gaan de
andere kinderen doen als er een kind bij komt? We kunnen de toekomst niet
lezen. Wel durven we ‘ja’ te zeggen. En dat doen we.
En dan ben je in verwachting of in afwachting. En ik merk
dat ik het kindje handjes en voetjes ga geven. Dat ik ’s nachts wakker word en
het in gedachten zie liggen in de buik van de moeder. Onze gedachten gaan naar
het kind uit. Het kind vult onze gedachten.
Zes weken. Wat doe je dan? Ik ga maar eens lijstjes
opzoeken. Want wat schaf ik aan? Het kan ook helemaal niet doorgaan. Moeder kan
opeens verdwenen lijken. Er kan een familielid met meer rechten opduiken. Ik wil mezelf ook wapenen tegen valse hoop.
Voorzichtig vertellen we het de kinderen. Misschien, over een poosje komt er een baby. Is het een jongen of een meisje? Is het een witte of een bruine? Wie is de moeder?
Dat weten we ook niet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten